Afghanistan
11 september 2001. Twee vliegtuigen boren zich in de WTC-torens in New York. Voor de Verenigde Staten een nationaal trauma dat de aanzet vormt voor de inval in Afghanistan, waar de taliban Al-Qaeda-leider Osama Bin Laden onderdak hebben gegeven.
Het plan was duidelijk: de taliban van de kaart vegen, een nieuwe staatsstructuur installeren en democratie brengen. Het werd de langste oorlog uit de Amerikaanse geschiedenis, langer dan dat andere trauma Vietnam.
Afghanistan was de eerste van de nieuwe oorlogen die dit nieuwe millennium getekend hebben. Op onherbergzaam terrein werd er voor het eerst niet meer gevochten op een klassieke manier, tegen een klassiek leger, maar tegen zogenaamde non-state actors. Bovendien speelden er krachten die niemand echt goed kon inschatten, in het Westen althans.
De dynamiek die dit conflict tekende, zou verder uitdijen in de conflicten die nog zouden volgen, tot in Irak en Syrië. Afghanistan was een knooppunt tussen de oorlogsvoering van het verleden en die van de toekomst. Maar dat wist in 2001 nog niemand.
Afghanistan is het zoveelste conflict waar de VS en het Westen hun tanden op stukbijten. De positie van de taliban is amper verzwakt. Wie vrede wil in Afghanistan, moet met hen om de tafel. Kunnen we dat, en willen we dat? En wat met de toekomst van de Afghanen zelf?