Wouter vertrekt in zijn thuisstad Gent. En daar is duidelijk al wat stress mee gemoeid, want hij vergeet zijn flessen te vullen en is nogal snel de weg kwijt.
Eens hij de grens met Nederland oversteekt, ontmoet hij een Zweedse die hem een slaapplaats belooft. In Nederland brengt Wouter de nacht door op een hooizolder, probeert een protestants koppel hem op andere gedachten te brengen en stoot hij in een bos op een onderduikershol.
In de buurt van Emmen steekt hij de Duitse grens over waar hij met open armen wordt ontvangen en het schrijnende verhaal achter een nazipaspoort te horen krijgt.