Een gewone studentenkamer – met toilet, douche en keuken - op de Brusselse privémarkt kost al snel meer dan 400 euro. Een kamer van de VUB zelf is goedkoper. Daarvoor tel je gemiddeld 302 euro neer. En wie het financieel moeilijker heeft kan ook nog een toelage krijgen van de universiteit tot 100 euro per maand. Maar het aanbod is beperkt en de wachtlijst is lang.

Wie uit de boot valt moet naar de privémarkt. En daar zijn betaalbare koten schaars, zegt Mark Stockmans van de huisvestingdienst van de VUB: “Je vindt nog maar amper kamers van 300 euro per maand. Wie een goedkope kamer wil, komt vaak nog terecht in gebouwen die niet voldoen aan de veiligheidsvoorschriften. Veel studenten blijven dan maar noodgedwongen thuis wonen.”  

Privé-ontwikkelaars en investeerders pompen wel fors geld in studentenhuisvesting. Maar het gaat dan vaak over projecten die toch duurder uitvallen. ‘Bru Upkot’ is zo'n voorbeeld. Een standaardkamer krijg je voor iets meer dan 400 euro, zonder kosten. In die prijs zitten ook wat extraatjes inbegrepen zoals een cinemazaal, een gameroom, fitnessruimte en een inwonende studentencoach.

‘Bru Upkot’ verhuurt ook kamers met korting, zegt projectontwikkelaar Nele Van Damme: “Wij werken ook samen met de VUB en de ULB, waardoor studenten die het financieel minder breed hebben met een toelage hier terecht kunnen.” Het concept slaat aan. ‘Bru Upkot’ bestaat twee jaar en alle kamers zijn verhuurd. 

In  Leuven en Gent liggen de kaarten anders. Daar is afgelopen jaren zwaar geïnvesteerd in huisvesting, waardoor er nu een overschot is. Het aanbod is er dus, en ook wie minder budget heeft kan er wat vinden.

In Brussel ligt dat anders. Beleid rond studenten en studentenhuisvesting staat in de kinderschoenen. Volgens mensen in de sector speelt de moeilijke politieke structuur – met verschillende gemeenten en gewesten en maar liefst 52 onderwijsinstellingen – de stad en studenten parten. Er worden initiatieven genomen, maar het duurt erg lang voor beleidswoorden in daden worden omgezet.

Heel wat studenten in Brussel vinden uiteindelijk toch een plek om te wonen, ze delen dan een huis of appartement met andere studenten. Maar daar zijn de verschillende studentenhuisvestingsdiensten in de hoofdstad én de overheid niet blij mee. Studenten drijven zo de prijzen op de private huurmarkt op. Vier studenten samen kunnen sneller een huis dat 1.200 euro kost huren, dan een jong gezin met 2 kinderen. Daardoor vreest Brussel dat jonge gezinnen niet langer in de stad kunnen blijven.

De Brusselse regering bereidt nu nieuwe wetgeving en een nieuwe huurordonnantie voor, die cohousing voor studenten strenger moet gaan aanpakken. De stad hoopt zo de studenten opnieuw in de koten te krijgen en de jonge gezinnen in de huizen en appartementen. Wanneer die nieuwe wetgeving er moet komen, is nog heel onduidelijk.