Razzia’s WOII weinig herdacht in ons land
In België worden de razzia’s uit de Tweede Wereldoorlog, waarbij duizenden Joden werden opgepakt, erg weinig herdacht in vergelijking met onze buurlanden. Bovendien is er in ons land amper een monument of herdenkingsplaat te bespeuren die verwijst naar deze gebeurtenissen. “De situatie is gênant”, zegt schrijver Jeroen Olyslaegers.
Vijfenzeventig jaar geleden werden in Antwerpen, Brussel, Charleroi en Luik verschillende razzia’s gehouden. Daarbij werden heel wat Joden gearresteerd en vervolgens gedeporteerd. Slechts weinigen van hen keerden levend terug.
De opdracht kwam van de Duitsers, maar uitgezonderd in Brussel werkte de Belgische politie ook mee. Deze collaboratie tussen de Duitsers en het Belgische bestuur is een stukje geschiedenis waar weinigen onder ons weet van hebben. De stelling dat Joden veel steun kregen van de bevolking is volgens historici dan ook veel te veralgemeend. “Er was natuurlijk wel verzet en insubordinatie, maar dat neemt niet weg dat het merendeel van de razzia’s erg efficiënt werd uitgevoerd”, zegt Herman Van Goethem van de Universiteit Antwerpen.
Historische onwetendheid
Dat bovenstaande gebeurtenissen weinig herdacht worden in België, heeft volgens Van Goethem te maken met historische onwetendheid. “België staat achter in zijn onderzoek naar collaboratie ten opzichte van andere landen. Dit verleden is dus nog onvoldoende bekend en onverwerkt.” Toch zijn de gebeurtenissen vandaag feit. Zo bood Patrick Janssens in 2007 namens het stadsbestuur zijn excuses aan voor de rol die de Antwerpse autoriteiten hebben gespeeld in de Jodenvervolging.
Toch worden de Antwerpse agenten vandaag nog steeds als helden herdacht. Zo vindt jaarlijks een herdenking plaats voor de politieagenten uit Deurne die gedeporteerd werden in 1944. Dit jaar werd ook de razzia van 28 augustus 1942 daarbij betrokken. Tijdens die operatie lieten de agenten zo’n twaalf Joden ontsnappen uit het vroegere Cinema Plaza. Toch waren het de agenten zelf die de overige 230 Joden daar gevangen zetten, en deze werden wel degelijk gedeporteerd. “De herdenking in Deurne was erg fout en vol onwetendheid”, zegt Van Goethem die aanwezig was.
Op eigen initiatief
Het feit dat Belgische agenten een rol hebben gespeeld in de Jodendeportatie is nog steeds taboe, zegt Olyslaegers. De herdenkingen worden dan ook nooit vanuit de overheid georganiseerd. “Het onderwerp ligt misschien gevoelig, maar dat is veel minder belangrijk in het licht van de geschiedenis.” In Zurenborg, waar een herdenking op 28 augustus plaatsvond, was het de wijk zelf die voor de organisatie instond. Volgens Olyslaegers is het echter belangrijk dat zulke herdenkingen plaatsvinden. Toch geeft hij ook aan dat er vaak geen interesse is.
Meer initiatief in het buitenland
Zowel Van Goethem als Olyslaegers geven aan dat er in landen als Nederland, Duitsland en Frankrijk veel meer initiatief wordt genomen om de Jodenvervolging te herdenken. Op 16 juli werd bijvoorbeeld de Israëlische premier Benjamin Netanyahu uitgenodigd in Parijs om er samen met de Franse president Emmanuel Macron de herdenking bij te wonen van de razzia van Vel d’Hiv in 1942. Daarbij werden 13.000 Joden door de Franse politie gearresteerd en gedeporteerd. De hele herdenking werd bovendien live uitgezonden. Daarnaast zijn er in Parijs tal van monumenten die hier naar verwijzen.
Brussel
Maar ook in Brussel werden heel wat razzia’s gehouden tijdens de Tweede Wereldoorlog. De Joodse gemeenschap herdenkt daarom vandaag de 75e verjaardag van de razzia tegen buitenlandse Joden in de Marollen. In die wijk werden in de nacht van 3 op 4 september 1942, 718 buitenlandse Joden opgepakt door de Duitse bezetter. Anders dan in Antwerpen weigerden de Brusselse autoriteiten om te collaboreren. Dit is erg uitzonderlijk aangezien Brussel zowat de enige stad was die niet meewerkte aan de operatie.
Tijdens de herdenking worden 21 struikelstenen ingehuldigd die gelegd werden door verschillende Joodse families. Struikelstenen, oftewel “Stolpersteine”, zijn stenen waar namen opstaan van de slachtoffers van politieke vervolging. In Europa werden al zo’n 65.000 stenen geplaatst, in Belgie 250. In Antwerpen wordt dit echter niet toegelaten. In Brussel wordt ook op 3 september een plein genoemd naar een Joodse verzetsstrijder. Het is, wat de Belgische overheden betreft, het enige lichtpunt in dit verhaal van vergeten en verzwijgen.