Ethiopië gaat enkele gevangenen vrijlaten, maar spreekt niet van "politieke gevangenen"
De Ethiopische premier Hailemariam Desalegn heeft aangekondigd dat hij sommige gevangen politici en andere personen gaat vrijlaten. Gisteren leek het nog het over "alle politieke gevangenen" te gaan, maar dat wijt Desalegn vandaag aan een foute vertaling. Hij belooft ook een beruchte martelgevangenis te sluiten. Mensenrechtenactivisten reageren sceptisch maar hopen op een democratische verruiming.
Premier Desalegn Hailemariam (zie onder: archieffoto september 2017) deed zijn opmerkelijke uitspraak gisteren tijdens een politieke bijeenkomst. "We willen de democratische ruimte voor iedereen vergroten", zei hij letterlijk. Desalegn beloofde om de politieke gevangenen vrij te laten tegen wie een aanklacht loopt en die zijn opgesloten.
Vandaag heeft een woordvoerder van premier Desalegn laten weten dat er een vertaalfout gemaakt is. De vrijlatingen zouden gelden voor enkele opgesloten politici en andere personen tegen wie een proces loopt of die al veroordeeld zijn. Over wie het gaat en wanneer en hoe dat zal gebeuren, is onduidelijk. In ieder geval zou de premier de woorden "politieke gevangenen" nooit in de mond genomen hebben.
Opmerkelijk is ook het voornemen van Desalegn om het beruchte Maekelawi-detentiecentrum in de hoofdstad Addis Abeba te sluiten en om te bouwen tot een museum. De politiegevangenis heeft een reputatie als folterkamer van dissidenten, journalisten en mensenrechtenactivisten. In een rapport uit 2013 schreef Human Rights Watch over foltering en mishandeling.
Het onbestaande woord 'politieke gevangene'
Politieke gevangenen zijn een onbestaand begrip in Ethiopië. Al wie tegen het autocratische regime is, wordt afgedaan als een terrorist of een misdadiger. Politieke opposanten zijn er al evenmin. Na de linkse dictatuur onder Mengistu tijdens de jaren 70, regeert het Ethiopische Volksrevolutionair Democratisch Front (EPRDF) sinds 1991, met een autocratisch gezag. Het EPRDF van president Meles Zenawi heeft het land wel enorm gemoderniseerd.
Ethiopië is een van de groeipolen in Afrika, maar dat gebeurde met harde hand. Na 2015 telt het parlement 547 zitjes van de regeringscoalitie EPRDF en geen enkel van de oppositie. Vrije meningsuiting staat weliswaar in de grondwet, maar zeker na de anti-terreurwet van 2009 was er nauwelijks nog ruimte voor verzet.
Grootste bevolkingsgroep mort steeds luider
De voorbije jaren nam het protest in Ethiopië toe. Vooral de Oromo-bevolkingsgroep liet van zich horen. De Oromo maken een derde uit van de Ethiopische bevolking, maar hebben nauwelijks inspraak in het door Tigreërs gedomineerde regime. In straatprotest eisten ze hervormingen zoals een meer evenwichtige economische verdeling en grotere politieke participatie. Het protest werd afgedaan als terrorisme en separatisme en met repressie bestraft. In 2016 werd zelfs tijdelijk de noodtoestand uitgeroepen.
Toch hield het straatprotest niet op - vorige maand vielen nog 55 doden - en heeft het oproer stilaan de regeringscoalitie uit elkaar gespeeld. Twee kleine partijtjes in de EPRDF uit de regio's Oromia en Amhara hebben zich verenigd om "hun strijd tegen de dictatuur te coördineren". Ook vanuit het buitenland klinkt de kritiek steeds luider. Bondgenoot de Verenigde Staten riep de Ethiopische regering onlangs op om de politieke ruimte te verbreden.
Ongeloof
Mensenrechtenactivisten reageerden met ongeloof op de uitspraak van de Ethiopische premier gisteren. In een interview met de New York Times zei Girma Seifu, tot 2015 het enige oppositielid in het parlement dat de vrijlating van politieke gevangenen "een eerst en onverwacht teken zou kunnen zijn van politieke hervorming."
Ook Amnesty International reageerde zeer voorzichtig optimistisch. Voorzitter Salil Shetty (zie tweet) hoopt op een nieuw begin en wil dat gerechtigheid en rekenschap volgen.