Zwangere vrouwen met kanker krijgen steeds vaker een behandeling
Een grootschalige vervolgstudie in The Lancet Oncology wijst uit dat oncologen steeds vaker kanker gaan behandelen tijdens de zwangerschap. Eén op de duizend vrouwen krijgt kanker als ze zwanger is. Uit eerder onderzoek bleek al dat de behandeling tijdens de zwangerschap weinig risico’s inhoudt voor moeder en kind. Die kennis sijpelt stilaan door in de ziekenhuizen.
Eerder onderzoek gaf het al aan. Het behandelen van zwangere vrouwen met kanker is redelijk veilig. Navenant komen er niet meer afwijkingen of miskramen voor bij behandelde moeders. Er zijn wel meer vroeggeboortes. Maar die zijn vaak door de gynecoloog zelf opgewekt om vroeger aan de behandeling te kunnen beginnen eens de vrouw is bevallen. Het enige nadeel dat we in eerdere studies zagen, was een lager geboortegewicht,” zegt de leider van het onderzoek, Frédéric Amant, oncoloog aan het UZleuven en het Nederlands Kankerinstituut Amsterdam.
Het enige nadeel dat we in vorige studies zagen was een lager geboortegewicht.
“Maar dat lager gewicht verdwijnt na een aantal maanden en we zien ook geen verschillen in het functioneren van het hart of het hoofd van het kind ten opzichte van andere kinderen. Tot nu toe hebben we kinderen gemonitord tot hun derde jaar. Maar de bedoeling is op termijn om hun evolutie te volgen tot hun achttiende.”
Evolutie
In deze vervolgstudie hebben de onderzoekers 1170 zwangerschappen bestudeerd in 16 landen over een periode van 20 jaar. In die tijdspanne zijn oncologen steeds vaker met een kankerbehandeling gestart tijdens de zwangerschap. Het gaat dan vooral over chemotherapie. Die behandeling start na drie maanden. Er zijn ook minder vrouwen die hun zwangerschap laten beëindigen. “Ook zien we minder uitgelokte vroeggeboortes”, zegt Frédéric Amant, “er is dus meer vertrouwen om kanker te bestrijden tijdens de zwangerschap.”