Wat is er aan de hand in onze gevangenissen? En wat doet minister Geens?
Vanavond start er om 22h een nieuwe staking in de gevangenissen. Het is de tweede 32-urenstaking in een rij van acties die vorige week maandag startten. Wat willen de vakbonden? Hoe komt het dat deze problemen blijven terugkomen? Wat is de impact van de acties voor de gedetineerden? En welke oplossingen zijn mogelijk?
De sfeer werd al opgewarmd sinds vorige week maandag in alle gevangenissen van het land. De bonden riepen het personeel toen op om 2 uur per dag minder te werken. Vorige vrijdag was er een eerste 32-urenstaking, vanavond start er een tweede grote staking. De grote stakingsgolf van 2016 lijkt nog niet helemaal verteerd en er zijn alweer serieuze syndicale problemen binnen de gevangenismuren.
De vakbonden staken “wegens het gebrekkig aanwervingsbeleid van Justitieminister Geens, de chronische onderbezetting bij het personeel, de overbevolking in de gevangenissen en het mislopen van bevorderingen en mutaties". Zo staat het alvast te lezen op de website van de socialistische vakbond ACOD. Ook het christelijke ACV onderschrijft deze analyse.
Volgens de bonden heeft minister Geens enkele belangrijke beloftes gebroken. Na de grote stakingsactie in 2016 beloofde hij om het personeelskader op te vullen tot 7.075 voltijdse equivalenten, terwijl er nu maar 6825 aan de slag zijn. “De personeelswerving blijft aanslepen”, klinkt het. “Dit kabinet blijft uitblinken in onkunde, onwaarheden en eindeloos getreuzel.”
Dit kabinet blijft uitblinken in onkunde, onwaarheden en eindeloos getreuzel.
Het kabinet erkent dat de beloofde 7.075 voltijdse equivalenten niet werden gehaald en wijst in de richting van de complexe budgettaire regels, de 600 personeelsleden die op pensioen gingen of veranderden van werk en de lage wervingsreserves. Geens benadrukte dat er sinds het akkoord in 2016 al meer dan 500 cipiers werden aangenomen. “En deze trein stopt niet”, klinkt het.
Wat is de impact van zo’n staking?
De vele stakingsacties hebben ons land de voorbije jaren alleen al meer dan 15 miljoen euro gekost. Maar misschien nog veel belangrijker dan dit financiële plaatje: de impact van een vakbondsactie op de gedetineerden is enorm. Ze kunnen geen bezoek ontvangen, maken geen wandeling, kunnen niet telefoneren of werken, kunnen geen activiteiten volgen…
Ons land is dan ook al meer dan honderd keer veroordeeld omdat gedetineerden tijdens stakingen in mensonwaardige omstandigheden moesten leven. Tot op heden lopen er nog altijd zaken voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
Sterker nog, het Europese anti-Foltercomité tikte België hiervoor al verschillende keren op de vingers, onder meer na verschillende zelfdodingen van gedetineerden tijdens stakingsperiodes.
Waarom blijven de problemen aanslepen?
Vakbonden en gevangenissen, het blijft een moeilijk huwelijk. Het sociaal conflict is al meer dan dertig jaar oud. Hoe komt het dat deze problemen blijven aanslepen? Ja, er is natuurlijk het debat over personeelskaders die niet ingevuld raken en gebroken beloftes. Maar er is meer aan de hand.
Ja, er zijn nog altijd te veel gedetineerden in onze gevangenissen. De voorbije 4 jaar was er een zeer sterke daling, maar het is nog te veel. Anderzijds: er zijn ook veel gevangenissen waar er geen overbevolking is en er toch wordt gestaakt.
Hebben we dan te weinig cipiers per gedetineerden? Op Europees vlak doen we het in ieder geval niet zo slecht. In België zijn er per cipier twee gedetineerden, terwijl het Europese gemiddelde 3 is. Dus toch niet zo slecht?
Laten we even tot de kern komen. Een gevangenis is waarschijnlijk één van de moeilijkste plekken op aarde. Het is per definitie een broeihaard van persoonlijke drama’s en gekwetste zielen. Ze worden opgesloten in gebouwen die vaak in een zeer slechte staat verkeren. Bovendien zitten gedetineerden in een zeer kwetsbare positie. Wassen? Eten? Bellen? Wandelen? Ze zijn voor alles afhankelijk van het gevangenispersoneel. Om dan nog maar te zwijgen van de moeilijke relatie tussen gevangenissen en de samenleving zelf.
Onze verwachtingen zijn torenhoog. We willen gedetineerden er droppen zonder er al te veel geld aan uit te geven, maar we verwachten dat ze volledig “hersteld en voorbereid” zijn na hun termijn.
Gevangenispersoneel levert hoe dan ook ontzettend moeilijk werk.
Gevangenispersoneel levert hoe dan ook ontzettend moeilijk werk. Maar trekt justitie wel altijd het juiste type personeelsleden aan? Verschillende experten geven al jarenlang aan dat er veel te veel gefocust wordt op veiligheid, terwijl werken met gedetineerden ook ontzettend veel sociale capaciteiten vraagt. Moeten we de selectie- en opleidingsvoorwaarden dan niet eens in vraag durven stellen?
En ten slotte ook niet onbelangrijk: nergens anders in Europa is de macht van de vakbonden zo groot als die in de Belgische gevangenissen. Vakbonden kunnen gevangenissen gewoon platleggen. Ondenkbaar bij pakweg defensie, brandweer of politie.
Hoe moet het nu verder?
Minister Geens zat gisteren samen met de bonden om uit deze impasse te geraken. Volgens de bonden en het kabinet was het een constructief overleg. Maar zelfs door de beloofde voltijdse equivalenten in dienst te nemen zal niet alles opgelost geraken. Want het probleem zit veel dieper. “Maak van gevangenissen terug plekken waar er echt gewerkt wordt met gedetineerden en de focus ligt op re-integratie in plaats van beveiliging”, horen we vaak. Hoe kan je dat bereiken? “Door kleinschalige detentie op maat te organiseren die een nauwe band behoudt met de samenleving”, zegt VZW De Huizen.
Kiezen voor een andere invulling van de detentietijd, met de duidelijke focus op de gezondheid en het psychisch welbevinden van de gedetineerden. Zal dit dan automatisch leiden tot sociale rust? Hoe dan ook gaat deze duidelijke focus gepaard met financiële keuzes én maakt het wekenlange stakingsacties met dramatische gevolgen onmogelijk.
En hier belanden we bij één van de moeilijkste dossiers op het bord van onze justitieminister: de minimale dienstverlening. De druk om die in te voeren is zeer hoog.
De internationale druk om minimale dienstverlening in te voeren is zeer hoog.
Het Europese anti-Foltercomité eist al jaren dat België hier werk van maakt, net zoals van een deontologische code voor de penitentiaire sector. Sterker nog, de regering heeft zich geëngageerd om er deze legislatuur nog werk van te maken.
Het is nog maar de vraag hoe de vakbonden daarop zullen reageren. Misschien moet die minimale dienstverlening gepaard gaan met een opwaardering van het beroep van ‘cipier’, of zoals sommige gevangenisdirecteurs het zo mooi zeggen: “bewaarder”.
Eén ding is zeker: alles moet in het werk gesteld worden om een herhaling van de drama’s uit het voorjaar van 2016 te vermijden. De internationale druk is zeer groot.