Japan niet blij met Koreaanse eenmakingsvlag op Olympische Spelen
De eenmakingsvlag waar de Noord- en Zuid-Koreaanse atleten bij de Olympische Winterspelen in Pyeongchang zullen achter lopen, veroorzaakt problemen met Japan. Die eenmakingsvlag is bedoeld als teken van toenadering, maar in Japan zien ze dat even anders.
De eenmakingsvlag is wit, met in het blauw de contouren van het Koreaanse schiereiland. Rechts daarvan staat ook nog een klein, blauw stipje en dat is stipje vormt een probleem voor Japan. Het stipje stelt namelijk een eilandengroep voor die tussen Japan en Zuid-Korea ligt: de rotsen van Liancourt.
Japan claimt de eilanden, maar ze worden bezet door Zuid-Korea. Japan ziet de eenmakingsvlag als een politiek statement dat niet thuishoort op de Olympische Winterspelen. Dimitri Van Overbeke, japanoloog aan de KU Leuven, denkt dat de vlag sowieso voor problemen zou zorgen, ook als ze buiten de Spelen gebruikt zou worden.
Rotsblokken in de zee
"Eigenlijk zijn de eilanden niet veel meer dan rotsblokken in de zee", zegt Van Overbeke. Er zijn twee "grotere" eilanden en ongeveer 35 kleine rotsblokken. De totale oppervlakte van de eilandengroep is zo'n 0,2 km². Op de eilanden kan ook niets groeien, behalve wat mos.
(Lees verder onder de foto.)
Oorspronkelijk waren de eilanden dan ook niet bewoond. Daarom vond Japan in 1905 dat het de rotsen mocht opeisen, er woonde toch niemand. In 1965 ging er een nationalistisch geïnspireerde Zuid-Koreaan op een van de eilanden wonen. "Eerst woonde hij er alleen, later samen met zijn echtgenote", vertelt Van Overbeke. Ze bleven er wonen tot 1987.
Daarna groeide het nationalisme in Zuid-Korea en stationeerde de regering er meer manschappen. Op dit moment wonen er volgens Van Overbeke een vijftigtal Zuid-Koreanen.
Geen verdrag
Er bestaat geen verdrag dat vastlegt van wie de eilandengroep is, maar zowel Zuid-Korea als Japan hebben hun argumenten. De Zuid-Koreanen halen historische redenen aan. Volgens hen was er al sinds de zesde eeuw een koninkrijk en lag toen al vast dat de rotsen van Liancourt een deel van Zuid-Korea waren.
Japan zegt dan weer dat de eilanden onbewoond waren toen ze opgeëist werden in 1905. Volgens Van Overbeke is het belangrijk dat 1905 ook het jaar was waarin Japan het kolonisatieproces van Zuid-Korea begon. Zuid-Korea heeft sterk geleden onder de wrede kolonisatie door Japan.
Onverwerkt verleden
Zo kan de huidige discussie vooral gezien worden als het gevolg van een onverwerkt verleden en nationalistische gevoelens, eerder dan de meer voor de hand liggende oorzaken.
Er zijn namelijk ook andere redenen waarom de twee landen ruziën over de eilandengroep. De rotsen van Liancourt zouden in visrijke wateren liggen en er zou ook gas te vinden zijn.
Troostmeisjes
Volgens Van Overbeke gaat het om een diepliggender probleem, om spanningen die steeds terugkeren. Een goed voorbeeld van die spanningen zijn de troostmeisjes uit Zuid-Korea. Tijdens de kolonisatie - en later ook tijdens de Tweede Wereldoorlog - eiste Japan Zuid-Koreaanse vrouwen op. Die moesten de Japanse militairen "troost bieden", maar eigenlijk waren het seksslavinnen.
De Japanse regering heeft nooit haar excuses daarvoor aangeboden. In 2015 toonde de Japanse premier Shinzo Abe zich bereid om ongeveer 1 miljard yen uit te trekken als schadevergoeding voor de troostmeisjes. In ruil moest Zuid-Korea dan zijn kritiek stoppen.
Standbeeld
Zeer belangrijk voor Japan was een standbeeld van een troostmeisje. Dat staat voor de Japanse ambassade in Seoel, de hoofdstad van Zuid-Korea, en is een doorn in het oog van de Japanse toeristen. Zuid-Korea verklaarde zich bereid om het standbeeld weg te halen in ruil voor de schadevergoeding, maar die beslissing leidde tot zwaar protest bij de bevolking. Daarom heeft de regering het standbeeld maar laten staan.
(Lees verder onder de foto.)
"In de discussie over de rotsen van Liancourt kan op dit moment geen van beide partijen een toegeving doen", zegt Van Overbeke. Dat zou beschouwd worden als een teken van zwakte.
Toenadering
De vorige Zuid-Koreaanse president, Park Geun-hye, wilde wel tegemoetkomen aan de Japanse wensen. Zij besefte dat haar land Japan nodig had, zowel op het vlak van economie als defensie. "De driehoek Zuid-Korea, VS en Japan vormde namelijk een goede buffer tegen de invloed en de dreiging van China en Noord-Korea", zegt Van Overbeke.
De huidige president, Moon Jae-in, vindt dan weer meer toenadering met Noord-Korea en China nodig, om zijn eigen positie te versterken. "Daardoor wordt de kloof tussen Zuid-Korea en Japan steeds groter", besluit Van Overbeke.