CHASSENET / BSIP

De NIP-test, en waarom de journalistieke kwaliteit een beetje nipt was

Eén simpele rekensom, meer was niet nodig om erachter te komen dat de berichtgeving over de NIP-test en het aantal geboortes van kinderen met het Downsyndroom nipt niet klopte. In 2017 werden er opnieuw meer kinderen geboren met het syndroom van Down, en de terugbetaling van de NIP-test, die het syndroom van Down kan opsporen, zou dus geen effect hebben op het aantal geboortes. Of zo klonk het toch in de media, waaronder ook bij VRT NWS. Maar is dat wel zo? Een bijdrage van Ine Philippe, medewerker van nieuwsombudsman Tim Pauwels.

ombudsman
Tim Pauwels

De NIP-test wordt sinds juli 2017 terugbetaald. Vrouwen kunnen zo’n test doen wanneer ze drie maanden zwanger zijn. Met een beetje rekenwerk zou u dus al snel te weten komen dat de eerste baby’s die na zo’n terugbetaalde NIP-test ter wereld kwamen, normaal gezien zijn geboren eind 2017 of begin 2018. Maar de geboortecijfers die dinsdag werden gepubliceerd, zijn van 2017. We kunnen dus (nog) niet weten of de terugbetaling van de NIP-test een effect heeft op het aantal geboortes van kinderen met het Downsyndroom.

"Opvallend"

Toch nam VRT NWS de berichtgeving over. Zo kon u  in het radionieuws van Radio 1 horen dat het opvallend was dat er vorig jaar opnieuw meer kinderen met het syndroom van Down zijn geboren, ondanks de terugbetaling van de NIP-test. Die "ondanks" klopte dus niet.

In het Journaal kreeg u dan weer te horen dat het aantal geboortes van kinderen met het Downsyndroom was gestegen, ondanks de terugbetaling van de NIP-test. “Het omgekeerde van wat je zou verwachten”, werd er nog aan toegevoegd. Maar dat verband kan dus onmogelijk gelegd worden. 

En de experts gingen mee

Ook de experts die werden gecontacteerd gingen mee in het verhaal. Zo verklaarde het Agentschap Zorg en Gezondheid dat de invoering van die NIP-test geen daling van het aantal geboortes van kinderen met het Downsyndroom teweeg gebracht heeft. En in De Ochtend op Radio 1 gaf een gynaecoloog aan dat het cijfer een “totale verrassing” is. Ook hij dacht dat door de invoering van de NIP-test het aantal geboortes van kinderen met het syndroom van Down zou dalen. Al voegde hij er wel aan toe dat het wat vroeg was om echte conclusies te trekken.

Gebrek aan abortuscijfers

Om te weten of de terugbetaling van de NIP-test een invloed heeft op het aantal geboortes, is het dus nog minstens wachten op de cijfers van 2018. Of toch niet? Door de abortuscijfers te raadplegen, zou u misschien een idee kunnen krijgen of het aantal abortussen na de invoering van de (bijna) gratis NIP-test zijn gestegen of gezakt. Die cijfers houden namelijk ook bij wat de reden is voor een abortus. Maar de laatste statistieken over abortussen in België werden gepubliceerd in 2012.

Recentere cijfers worden door ziekenhuizen en abortuscentra wel bijgehouden, maar mogen alleen gepubliceerd worden door een speciale commissie. Sinds 2012 was het niet meer gelukt om die commissie samen te krijgen, omdat de samenstelling van de commissie onderworpen is aan een aantal regels. Zo moeten er zowel Franstaligen als Nederlandstaligen, vrouwen als mannen in de commissie zetelen en moet de commissie ook een bepaald aantal dokters, hoogleraren en begeleiders van zwangere vrouwen tellen.

Maar nu is toch gelukt om de commissie samen te stellen, en in het koninklijk besluit van 15 oktober werd de nieuwe samenstelling van die commissie officieel vastgelegd. Volgens het kabinet van federaal minister van Volksgezondheid Maggie De Block zal het nu ook niet meer lang duren voor de recente cijfers over abortus worden gepubliceerd.

Tot dan is het dus gissen naar de invloed van de (bijna) gratis NIP-test op het aantal geboortes van kinderen met het Downsyndroom. En zelfs dan is het nog maar de vraag of die geboorte- en abortuscijfers wel degelijk kunnen bewijzen dat de NIP-test rechtstreeks zorgt voor een daling in het aantal geboortes van kinderen met het syndroom van Down.

Meest gelezen