Ivan De Vadder: "Ophef over hoge uittredingsvergoedingen, mag het even?"
Politici hebben zichzelf een uittredingsvergoeding toegekend die kan oplopen tot tienduizenden en zelfs honderdduizenden euro's wanneer ze het parlement verlaten. "Wanneer bekend wordt dat bekende politici die afscheidnemen van het parlement hun hoge uittredingsvergoeding opnemen, dan ontstaat er ophef. Mag het even? Politici zijn de enige groep in onze samenleving die zelf kan beslissen over zo een vergoeding", zegt Ivan De Vadder. Herman De Croo (81) kondigde vanavond in "Terzake" aan dat hij zijn uittredingsvergoeding niet zal opnemen.
Nu een aantal bekende politici heeft aangekondigd dat ze na jaren in het parlement afscheid nemen en hun uittredingsvergoeding zullen opnemen, is het debat over de hoge uittredingsvergoeding opnieuw opgelaaid.
Ivan De Vadder begrijpt de ophef die daarover ontstaat. "Je krijgt elke keer hetzelfde mechanisme. Wanneer bekende politici met een lange staat van dienst vertrekken en plotseling duidelijk wordt dat ze recht hebben op zo'n hoge uittredingsvergoeding, dan ontstaat er ophef. Je had zo bijvoorbeeld het geval Norbert Debatselier. Die ging naar de Nationale Bank en had dus een nieuwe job, maar hij streek wel de uittredingsvergoeding op. Je had Sven Gatz, die werd hoofd van de brouwers. Hij streek oorspronkelijk zijn uittredingsvergoeding op, maar heeft er uiteindelijk van afgezien. Mieke Vogels stopte als minister en parlementslid en streek de hoge vergoeding op."
"Het zijn mensen die in de kijker lopen en als je de hoogte van de bedragen hoort die ze krijgen als uittredingsvergoeding, dan krijg je die ophef."
Politici beslissen zelf over hun vergoeding, de bevolking niet
Politici zijn de enige groep in onze samenleving die zelf kan beslissen over hun vergoeding. "Ze keuren hun uittredingsvergoeding zelf goed in een parlement of in de begroting. Dat maakt wel een groot verschil met de rest van de bevolking. De bevolking moet onderhandelen met iemand anders om een bepaald loon te krijgen", legt Ivan De Vadder uit.
"Misschien moet je even in de tijd teruggaan en kijken waar het vandaan komt. Parlementsleden hebben een vreemd statuut. Ze zijn geen ambtenaar of werknemer, ze zijn parlementsleden. Op een bepaald moment kreeg je parlementsleden die beroepspoliticus werden. Dat waren mensen die daarnaast geen dokterspraktijk of advocatenpraktijk hadden of veel geld hadden. Je kreeg mensen die na afloop van hun carrière dat geld konden gebruiken omdat ze geen werkloosheidsuitkering hadden. Daarom is de uittredingsvergoeding in het leven geroepen."
Politici hebben wel degelijk een sociaal statuut volgens Ivan De Vadder, in tegenstelling tot wat Miet Smet eerder in "De afspraak" zei. "Ze betalen bijdragen voor het pensioen. Ze hebben een sociale zekerheid die er in bestaat dat hun ziekteverzekering terugbetaald wordt door het parlement. Ze krijgen van het parlement een extra hospitalisatieverzekering. De uittredingsvergoeding moet je vergelijken met hun werkloosheidsvergoeding. In se is het hele gamma gecoverd."
Mag het even dat er verontwaardiging is over uittredingsvergoeding?
De voorbije jaren zijn de uittredingsvergoedingen minder royaal gemaakt door de politici. Toch is de hoogte van de uittredingsvergoedingen nog steeds een heikel punt bij de publieke opinie. "Mag het even. Je moet toegeven dat er elke keer als er dingen werden gewijzigd, dat het onder druk van de publieke opinie is gebeurd en de ophef die er rond ontstaan is", zegt Ivan De Vadder.
"Jij en ik, wij moeten onderhandelen over een loon. Je moet dat doen met iemand die baas is daarover. Politici niet, die kunnen dat zelf onder elkaar beslissen in een reglement, in een begroting. Dan wordt het makkelijk natuurlijk als je dat zelf mag beslissen. Dus mag het even dat wanneer er ophef ontstaat, dat er ook naar beneden wordt gekeken en dat een aantal maatregelen gemilderd worden", besluit De Vadder.
VIDEO: Hoe zit dat met die uittredingsvergoedingen? Bekijk hieronder de reportage van "Terzake"
