De man die geen smartphone bezat
Louis van Dievel, schrijver en journalist, kijkt elke week met een guitige blik naar de kleine en grote actualiteit. Vandaag: onze smartphoneverslaving.
Met een diepe frons in mijn voorhoofd heb ik op deze site de aanbevolen truukjes gelezen om het gebruik van de smartphone te beperken. Om te breken met de verslaving, in het ergste geval. Ik ben ervan geschrokken. Ik heb geen smartphone, maar dat had u misschien al geraden. Ik ga door het leven met een ouderwetse Nokia van 49 euro, die ik voornamelijk gebruik om te weten hoe laat het is. Ik pak daar graag mee uit, met die reliek, ik zal het maar eerlijk toegeven. Het levert mij vaak medelijdende blikken op van doorgewinterde smartphonegebruikers. Ik ervaar onbegrip en zelfs wrevel. Holbewoner, zie ik ze denken. Niet dat mij dat iets kan schelen. Het maakt me – als ik niet oppas – nog koppiger dan ik al ben.
Ik kies zelf
Voor alle duidelijkheid: ik heb een laptop en een desktop en ik maak iedere dag een paar uur zoek op het internet. Om bij te zijn, om te weten, om te leren. Je bent niet ongestraft bijna veertig jaar journalist. Ik zoek dingen op voor mijn werk als schrijver, heel veel eigenlijk. Ik lees mijn mails. Evengoed laat ik mij geregeld verleiden door Youtube, dat mij listig van de ene sixties-hit naar de andere voert. Niets menselijks is mij vreemd. Maar ik kies zelf wanneer ik online ga. Dat is het wezenlijke verschil. Mijn laptop stuurt mij alsnog geen dwingende signalen dat ik dringend iets moet bekijken, dat er een bericht is voor mij, dat er een upgrade of een nieuwe app is, of een spelletje dat dringend moet gespeeld worden, dat mijn volgende afspraak eraan komt.
Ik zit niet (meer) op Facebook of op andere “sociale media” (rare term overigens voor ordinaire geldmachines), dat scheelt hem ook een slok op een borrel. Ik heb vooral geen last van FOMO, Fear Of Missing Out, een ernstige aandoening die de gemoedsrust en de nachtrust aantast.
Een nieuwe stap in de evolutie
Mijn Nokia zit in mijn achterzak. Ik haal ‘m er pas uit als ik getril of gezoem voel of hoor. Soms leg ik ‘m verloren. Of vergeet ik zijn bestaan. Ik ben daar niet ongelukkig om, ik raak niet in paniek. Mijn gsm is geen verlengstuk van mijn handen, geen onderdeel van mijn brein. Het simpele toestelletje bepaalt mijn denken en handelen niet. Ik wil dat graag nog lang zo houden. Want wat ik rondom mij zie stemt me niet vrolijk. Op de bus, in de wachtzaal, op de trein, achter de winkelkar, achter het stuur, in de wachtrij bij de bakker, overal zie ik mensen - kinderen, volwassenen en oudjes - met starre blik en met een bovenmatig ontwikkelde wijsvinger over het schermpje van hun smartphone vegen. Omdat ze niet anders kunnen. Het is beangstigend.
Onnozelaars als ik
Dissidentie wordt alsnog getolereerd. Onnozelaars als ik mogen nog wat tegenwringen. Maar hoe lang nog? De overheid en de bank en De Lijn en de mutualiteit en de NMBS en tutti quanti doen wat ze kunnen om het gebruik van de smartphone onvermijdelijk en dus in feite verplicht te maken. Iedereen moet mee in de vaart der volkeren en wie niet mee is, is gezien.
Soms denk ik dat de mensheid aan een nieuwe stap in de evolutie bezig is, dat de mens het praten zal verleren wegens in onbruik geraakt, en dat de smartphone vast zal groeien aan de linkerhand.
Een belachelijke overdrijving? Think twice.
VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.