Zwarte Dood eiste in de middeleeuwen meer slachtoffers in onze streken dan gedacht werd
De pest heeft in de Zuidelijke Nederlanden meer dodelijke slachtoffers geëist dan tot nog toe gedacht werd. De Zwarte Dood heeft in onze streken wel degelijk hevig toegeslagen, in de 14e en de 15e eeuw waren er opnieuw ernstige opflakkeringen, en de opeenvolgende epidemies strekten zich uit over grote gebieden, ook in het platteland. Tot die conclusie komen onderzoekers van de Universiteit Utrecht en de Erasmus Universiteit Rotterdam na historisch demografisch onderzoek waarin ze middeleeuwse archiefbronnen bestudeerden. Het onderzoek bevestigt ook wat al eerder bekend was, namelijk dat er meer vrouwen dan mannen aan de pest stierven.
In de middeleeuwen werd een groot deel van de Europese bevolking getroffen door de Zwarte Dood. Deze eerste Europese pestepidemie in het midden van de 14e eeuw had een nooit eerder geziene bevolkingssterfte tot gevolg, met sterftecijfers tussen 30 en 60 procent.
Hoewel de impact van alle peststerfte in de middeleeuwen zeer moeilijk te schatten is, verloren sommige gebieden tussen 1300 en 1400 tot 80% van hun bevolking. Lang werd evenwel gedacht dat de Zuidelijke Nederlanden minder hard getroffen werden door de pest.
"Er blijft een hardnekkig idee bestaan dat de Lage Landen slechts een 'lichte aanraking' van de eerste pestgolf (tussen 1349 en 1351) hebben ervaren, en zich hierdoor snel en volledig hebben hersteld. De cijfers vertellen echter een ander verhaal, althans voor het huidige België en delen van Nederland. De pest veroorzaakte in deze regio enorme sterfte, hield ook in de veertiende en vijftiende eeuw aan en strekte zich uit over zowel stad als platteland" zei onderzoeker Joris Roosen in een persmedeling van de Universiteit Utrecht. Roosen maakt aan de Universiteit Utrecht zijn doctoraat over de geschiedenis van de Zwarte Dood en is een van de auteurs van de nieuwe studie.
Impact van pest in de Lage Landen
De onderzoekers wilden weten wat de impact van de pest was in de Lage Landen en daarvoor raadpleegden zij talloze archiefbronnen en literatuur. Zij maakten daarbij onder meer gebruik van een nieuwe bron, de overlijdensarchieven van het graafschap Henegouwen, tijdens de periode tussen 1349 en 1450.
In deze archieven staan bedragen, het "beste deel" van roerende goederen dat betaald moest worden als erfenisbelasting aan de graaf.
“Dit kon variëren van een koe, een paard tot een jasje of wat vuile vodden. Deze mortmain moest ook door de armste mensen van de samenleving betaald worden, zelfs bedelaars. Zo kon de graaf letterlijk iemand het hemd van zijn lijf vragen”, aldus Roosen.
Het is bijzonder dat alle lagen van de samenleving voorkomen in deze bronnen, en ook vrouwen. Na analyse van deze bron, waarin meer dan 25.000 mensen staan, blijkt dat de sterftepieken overeenkomen met gekende pestperiodes.
Meer vrouwelijke slachtoffers dan mannelijke
Verder bevestigde het nieuwe onderzoek wat de onderzoekers al eerder hadden vastgesteld.
De Zwarte Dood raakte alle lagen van de bevolking, maar vrouwen hadden een verhoogde sterftekans.
“Het verschil is 5 tot 10 procent. Uit de data kan niet achterhaald worden waardoor dit komt. Het beste argument dat we hebben, is geleend van de medische literatuur; vrouwen hebben meer kans om longaandoeningen te ontwikkelen. Wellicht dat zij iets sneller de dodelijke variant van de pest, longpest, ontwikkelden”, zo zei Roosen.
Migratie na pestperiodes
Hoe komt het dat we vaak denken dat pest in de Zuidelijke Nederlanden minder hevig gewoed heeft?
Volgens de onderzoekers komt dit deels omdat er meer stedelijke dan landelijke bronnen bewaard zijn, die er vaak het zwijgen toe doen. Roosen: “En in het verleden was de gedachte ‘als de bronnen zwijgen dan is er weinig impact’, maar ik denk dat als de bronnen zwijgen, het ook zo kan zijn dat de schok juist groot was, er was chaos en geen tijd om documentatie bij te houden.”
Daarnaast denken de onderzoekers dat de bevolking van de Lage Landen vlak na de Zwarte Dood zich misschien niet sneller heeft hersteld dan in andere delen van West-Europa, maar dat er in plaats daarvan een grotere mate van migratie was van het platteland naar de stad na pestperiodes.
“Er zijn enkele tekenen dat de Zwarte Dood heeft bijgedragen aan het stimuleren van deze migratie in de Zuidelijke Nederlanden. Zo werd er op 3 april 1350 een overeenkomst opgesteld tussen de West-Vlaamse kuststad Nieuwpoort en het dorp Veurne, waarin expliciet werd vermeld dat de recente peststerfte ertoe heeft geleid dat de inwoners van de dorpen Leke en Veurne zijn verhuisd. En in Brugge legde de stad in het kielzog van de Zwarte Dood hogere toegangsprijzen op, met name voor 'buitenstaanders' of niet-Vlamingen", zo zei Roosen in de persmededeling.
Veerkrachtige samenlevingen
Dit demografische onderzoek is volgens Roosen belangrijk om te achterhalen waarom sommige regio’s zich na rampen zoals de pest sneller herstellen dan andere regio’s. Wat maakt de ene samenleving veerkrachtiger dan de andere samenleving?
“Als de pest net zo hevig woedde in de Zuidelijke Nederlanden, hoe verklaren we dan dat deze regio zich sneller herstelde dan andere regio's? De Lage Landen kenden volledig demografisch herstel tijdens de 16e eeuw, en haalden toen opnieuw het bevolkingsniveau van voor de Zwarte Dood, maar in Engeland vond pas vanaf de 18e eeuw soortgelijk herstel plaats”, zei Roosen.
De onderzoekers denken dat de verklaring wellicht te vinden is in een hogere geboortegraad dan in de omliggende landen; het gevolg van hoge reële lonen en lage huwelijksleeftijden in de tijd na de Zwarte Dood.
“Natuurlijk zijn er ook andere factoren mogelijk, zoals bijvoorbeeld interne migratie naar de kerngebieden in de Lage Landen. Daarnaast zou ook de plattelandsindustrie, zoals het weven van linnen, ervoor hebben gezorgd dat familie-uitbreidingen sneller plaatsvonden. Enerzijds verschafte het een extra inkomen en anderzijds konden kinderen vanaf jonge leeftijd als werkkracht binnen het huishouden worden ingezet”, aldus Roosen.