Oudste carnavalsstoet van Vlaanderen? Niet in Aalst of Maaseik, maar in de stille Kempen
De oudste carnavalsstoet van Vlaanderen gaat vanmiddag voor de 127e keer uit. Officieel zijn het niet de Ajuinen van Aalst of de Gapers van Maaseik die de titel van oudste stoet mogen dragen. Nee, het zijn de trotse stoeters van Herenthout, in de Kempen, die met hun carnavalsfeest erkend zijn als de āoudste georganiseerde vastenavondstoetā. En die heeft zo zijn eigenaardigheden, vertelt stoeter Jef Aerts in āDe ochtendā op Radio 1.
Woensdag begint voor de christenen de Vasten. Voor vele carnavalisten in de Lage Landen is het daarom vandaag dƩ dag om uitgedost buiten te komen en nog een keer uit de bol te gaan.
In Herenthout gaat vanmiddag voor de 127e keer de carnavalsstoet uit. Daarmee is deze stoet officieel de oudste carnavalsstoet van Vlaanderen. āWij hebben het carnaval niet uitgevondenā, zegt Herenthoutenaar Jef Aerts.
āMaaseik, Aalst en Antwerpen hadden al voor ons een carnavalsstoetā, geeft hij toe. In Aalst wordt er al sinds 1851 carnaval gevierd en in Maaseik sinds 1865. En de geschiedenis van het carnaval van Binche gaat helemaal terug tot 1549.
Onafgebroken
Waarom staat de stoet van Herenthout dan als oudste te boek? Ā Die titel heeft Herenthout gekregen omdat de gemeente al het langst onafgebroken carnavalsstoeten organiseert, terwijl er in de andere carnavalssteden wel onderbrekingen zijn geweest.
āWij organiseren sinds 1892 carnaval, en hebben een rijk archief om dat te bewijzenā, legt Jef Aerts uit. āOp basis daarvan hebben we in 1978 van de toenmalige minister van Nederlandse Cultuur Rika De Backer de titel gekregen van de oudste georganiseerde vastenavondstoet van BelgiĆ«.āĀ Ā
"Tot het tegendeel wordt bewezen", voegde de minister er veiligheidshalve aan toe. āDat is intussen 41 jaar geleden en het tegendeel is nog altijd niet bewezenā, zegt Jef Aerts tevreden.
Anders
Volgens Aerts onderscheidt het carnaval van Herenthout zich op twee manieren van andere carnavalsfeesten. āElders bestaat de stoet vaak uit ingehuurde groepen. Dat is in Herenthout niet het geval: alle deelnemers komen uit het eigen dorpā, zegt Aerts met enige trots. āDat zijn er een kleine 1.000 op een totaal aantal inwoners van 9.000."
"Je kan dus stellen dat 1 op de 9 inwoners opstapt in de stoet." Heel het dorp is dus doordrongen van het carnaval. āDe stoet is het bindmiddel, de MaĆÆzena tussen de bewonersā, zegt Jef Aerts. āDat blijkt ook uit onze bijnaam. Wij zijn de stoeters en beschouwen dat als een eretitel en niet als een spotnaam."
Daarnaast onderscheidt het carnaval van Herenthout zich volgens Aerts ook van de rest doordat het een ādoe-stoetā is. āJe hebt praalstoeten waar op voorhand prachtige wagens voor gemaakt worden. Daarbij worden de inspanningen vooral voor de stoet geleverd. Bij ons studeert elke carnavalsgroep - een 50-tal - een Ā apart nummer in: een dansje, een sketch of straattheater.ā
Opkomst
Wie wil zien hoe de stoet er precies uitziet, moet vanmiddag tussen 13.30 en 17.30 uur naar Herenthout gaan. Er wordt wel gevreesd dat het weer veel bezoekers zal afschrikken.
āBij mooi weer komen er toch zoān 5.000 Ć 10.000 mensen kijken naar de stoet, maar bij regenweer is dat heel wat minderā, zegt Jef Aerts. āOok voor de stoeters is dat wel minder. Want tegen de kou kan je je wel kleden, maar tegen de regen is dat moeilijk, met de schmink en de kostuums.ā
Beluister het gesprek met Jef Aerts in "De ochtend" op Radio 1: