Alleen Duitse stedelingen hebben een groene golf: het verhaal van "drie Duitslanden", die steeds verder van elkaar staan
Die Grünen zijn de grote winnaar van de Duitse Europese verkiezingen. Zoals voorspeld in de peilingen, dus. De partij sprong over de twintigprocenthorde, stak vlotjes de sociaaldemocraten voorbij en verdubbelt haar aantal zitjes in het Europees Parlement. Maar zeggen dat Duitsland groen kleurt, is wel erg kort door de bocht. De realiteit is dat er "drie Duitslanden" bestaan, die steeds minder met elkaar te maken lijken te hebben
Als je onderstaande kaart bekijkt, lijkt het nauwelijks te geloven dat de groenen het erg goed deden bij onze oosterburen. Hoewel ze een vijfde van de stemmen binnenhaalden, kleurt maar een fractie van de kaart groen. Maar de groene vlekjes die op de kaart te zien zijn, zijn zeer dichtbevolkt.
Net als in ons land, is de Duitse groene partij toch vooral een stedelijke partij. Ingekleurd zijn alvast de vijf grootste steden van het land: Berlijn, Hamburg, München, Keulen en Frankfurt. Maar ook middelgrote steden als Hannover, Wiesbaden, Mainz, Stuttgart en Leipzig krijgen een groen kleurtje, net als een paar stukjes "stadsrand" in het noorden van Duitsland.
Voor de rest kleurt de kaart zwart (CDU), donkerblauw (CSU in Beieren), blauw (AfD) en hier en daar wat rood (SPD).
Het "Eerste Duitsland": waar de groenen pieken
De steden, dus. Met scores van 33 procent (Keulen), 31 procent (Hamburg en München), 27 procent (Berlijn) zijn Die Grünen in de miljoenensteden alvast met vingers in de neus de grootste partij. Het zijn scores waar de resultaten van Groen in steden als Gent of Leuven bij verbleken.
Nog meer dan bij ons, zijn Duitse steden de plaatsen geworden waar een hoogopgeleide tweeverdienersgeneratie zeer bewust leeft. De stijgende huurprijzen maken de Duitse steden ook steeds meer een plaats voor een beperkt publiek. In München betaal je vlot 2.000 euro per maand voor een appartement, Hamburg komt in de buurt en in het van oudsher goedkope Berlijn swingen de huurprijzen stilaan ook de pan uit. Maar een jonge generatie die het zich kan permitteren, kiest bewust voor de stad: er zijn scholen, goede kinderopvang, je kan alles te voet doen en de Duitse grootsteden bruisen als nooit tevoren.
Het is die generatie die fietsend en metrorijdend door de stad hun kinderen met plezier voor het klimaat laat spijbelen. Het zijn de plaatsen waar groene betogingen door de straten rollen en zelfs deel van de gezinsbezigheden worden. Het is de generatie die juicht bij een dieselverbod, die de auto al lang deelt met de buren. En wie 2.000 euro huur kan betalen, maalt iets minder om een taksje hier of daar. Het is de groep die protesteert tegen de bruinkool en opkomt voor de windmolens.
Met de wereld buiten de stad, hebben deze mensen steeds minder te maken. Zij kijken ARD, lezen de Süddeutsche Zeitung, houden van elektronische muziek, lokale singer-songwriters, of nog liever: wereldmuziek. Eten doen ze bij de Vietnamees of Afrikaan. Contacten met het "andere Duitsland" komen voor op de biomarkt met streekproducten of bij oudere familieleden die achterbleven. Voor de rest leeft de kosmopolitische Duitse stedeling toch vooral op zichzelf.
(lees verder onder de foto)
Het "Tweede Duitsland": welvarend zonder risico's: CDU/CSU-land
In het westen en het zuiden van Duitsland ligt tussen die grote steden het grote "gewone Duitsland": dorpen, omgeven door hectaren bos, kleinere steden, een snelweg op bereikbare afstand, en met veel geluk een aansluiting op de spoorweg. In het "Tweede Duitsland" blijft de CDU - of in het geval van Beieren de CSU - heer en meester, met scores tot 50 procent. Merkels "Wir schaffen das" is er niet de meest populaire zin, maar de christendemocraten echt in de steek laten voor meer rechtse of linkse experimenten blijft te vermijden.
Hier woont de gemiddelde Duitser: een gezin vijftigers met een inkomen waar je goed kan van leven, zonder rijk te worden. Een woning huren of zelfs kopen, kan zonder al te veel zorgen. Met prijzen die erg vergelijkbaar zijn met onze "buitengebieden", blijft het leven best wel goed.
Al loert het gevaar om de hoek: binnenkort worden deze Duitsers in steeds meer steden gebannen met de dieselauto en een CO2-taks valt ook dik tegen als je dagelijks moet pendelen: "Straks moet je nog betalen om naar je werk te gaan". Dit is het Duitsland met de Volkswagen, waar de auto net niet mee aan de ontbijttafel zit.
Het zijn de Duitsers die de windmolens zien opduiken in het mooie groene landschap, maar toch meer moeten betalen voor stroom en gas. Het zijn de Duitsers die wel steeds meer plaats vinden in de lokale kerk, maar steeds verder rijden voor een school of winkel. Het zijn de Duitsers die hard werken, hun land mee het nummer 1-industrieland van Europa gemaakt hebben, maar nu steeds vaker moeten aanhoren dat de tijden veranderen.
Met de zelfbewuste groene stedelingen hebben ze al bij al weinig te maken. In het "Tweede Duitsland" lezen ze een lokale krant of Bild, kijken ze naar shows op zaterdag, luisteren ze naar schlagers. Hun sociaal-culturele weefsel blijft bestaan en vergrijst mee. De bierkelder en een schnitzel: normaal doen in bescheidenheid blijft het levensmotto.
(lees verder onder de foto)
Het "Derde Duitsland": tweederangsburgers met veel woede: AfD-land
Zowat de helft van de vroegere DDR: dorpen en steden met steeds minder inwoners, verspreid over vooral Saksen, Brandenburg, Saksen-Anhalt en Thüringen. Hier groeit en bloeit het radicaal-rechtse AfD, met scores ruim boven de 20 procent. Sinds de val van de muur in 1989 werd het er almaar leger: wie kon, vertrok. Wie overbleef, voelde zich verlaten.
Samen met de jonge hoogopgeleiden, vertrokken ook de bedrijven. Als eerste na de val van de muur, gingen de staatsgeleide verlieslatende oud-DDR-bedrijven dicht. Met de sluiting van de fabrieken en het ineenstorten van de staat, verdween ook het sociale weefsel. Met het verdwijnen van het sociale weefsel, kwam ook het wantrouwen.
Bovendien gaat het hier niet alleen om oudere mensen: ook de huidige generatie twintigers en dertigers voelt zich niet thuis in het eengemaakte Duitsland. Veel inwoners van de "Neue Bundesländer" voelen zich ook vandaag nog tweederangsburgers. Er zit – op Merkel na – niemand van hen in de regering, ze hebben geen bedrijven die er toe doen, ze komen zelden in het nieuws behalve met criminele feiten, ze hebben maar 1 ploeg in de Bundesliga.
Bovendien moet – zeker de oudere generatie – het vaak met veel minder stellen dan in de rest van Duitsland. Dat asielzoekers opvang krijgen terwijl hun pensioen onwaardig laag blijft: het leidt tot woede en frustratie.
De welvaart die er wel nog is, wordt bedreigd: de bruinkoolindustrie is in Brandenburg en Saksen nog erg belangrijk. Door de aangekondigde sluitingen dreigt tegen 2038 ook die zekerheid te verdwijnen. Andere voorzieningen zijn al jaren weg en openbaar vervoer is er nauwelijks. De problemen van de groene stedelingen zien zij als "luxeproblemen" en zelfs als de oorzaak van hun eigen problemen. "Eerst jezelf redden, dan de wereld", is hier het devies.
Met de andere Duitsers hebben ze heel weinig te maken. Inwoners van het "Derde Duitsland" lezen hun eigen kranten, kijken hun eigen tv-programma's, geloven opvallend minder in de democratie. Radicale recepten gaan er vrij makkelijk in, net als curryworst met een broodje.
(lees verder onder de foto)
CDU en SPD zijn het oosten kwijt
Saksen, Brandenburg en Thüringen – het "Derde Duitsland" – trekken in september naar de stembureaus. Dertig jaar na de val van de muur, kiezen ze voor de zesde keer een nieuw deelstaatparlement. De kans dat we het dan opnieuw over een "groene golf" hebben, is niet groot.
Voor de AfD worden het wel de verkiezingen van de waarheid. Zeker in Saksen wordt uitgekeken naar hun resultaat: waarschijnlijk worden de rechts-radicalen daar de grootste.
Bij de traditionele partijen wordt nu volop gezocht naar een antwoord op de opeenvolgende reeks verkiezingsnederlagen. De christendemocratische CDU en de sociaaldemocraten van de SPD zijn er als de dood voor dat de AfD nog eens scoort in het oosten.
Volgens CDU-voorzitster Annegret Kramp-Karrenbauer is de nederlaag van de CDU afgelopen zondag, te verklaren door "te weinig focus op de nieuwe thema's die jongeren bezighouden, zoals auteursrecht op het internet en natuurlijk het klimaat". Met deze analyse wil de CDU aan de slag. Dat de partij niet scoort in het "Eerste Duitsland" klopt. Dat ze op die manier een grote groep jonge mensen in de steden aan het verliezen zijn, zal ook wel kloppen. Of ze die met een andere focus zou terugwinnen, is zeer de vraag. Het origineel en de kopie, zie je.
Bovendien is het voor de partij ook een erg gevaarlijke conclusie. Door zelf ook te willen focussen op de "typische groene (stedelijke) thema's", dreigt de CDU de eigen achterban te verliezen in het "Tweede Duitsland". Daar liggen veel minder mensen wakker van het klimaat, laat staan van uploadrechten op YouTube.
Dat die strategie faliekant wordt bij de verkiezingen in het oosten, in het "Derde Duitsland", in het najaar is nu al vrij duidelijk. Het inzetten op thema's als milieu en internet bewijst een absoluut gebrek aan empathie met de Saksische of Brandenburgse bevolking. Als de CDU en de SPD er nog iets willen van maken en echt ook daar in het oosten brede volkspartijen willen zijn, dan zullen ze het geweer van schouder moeten veranderen. Een minimumpensioen, investeringen in voorzieningen, respect voor de jobs: dat zijn de thema's die leven buiten de Duitse steden.
Als de CDU en SPD er niet in slagen die empathie te tonen, dan wordt 1 september – de dag van de verkiezingen in Saksen – een nieuwe triomftocht voor de AfD. Die partij voelt als geen ander aan wat in het oosten leeft: de angst om het weinige dat hen rest, kwijt te raken.