Erfgenamen Joodse kunsthandelaar eisen drie Derain-schilderijen terug van de Franse staat
In Parijs begint dinsdag een opmerkelijk kunstproces. De nazaten van de Joodse kunsthandelaar René Gimpel eisen drie belangrijke schilderijen van André Derain terug uit Franse musea.
De Franse staat, het Museum voor Moderne Kunst van Troyes en het Cantini-museum in Marseille zijn alle drie voor de rechter gedaagd door de erfgenamen van kunsthandelaar René Gimpel. Ze eisen de teruggave van drie zuiderse doeken van de Franse fauvistische schilder André Derain, gemaakt tussen 1907 en 1910: "Paysage à Cassis", "La chapelle-sous-Crécy" en "Pinède à Cassis".
Lees verder onder de afbeelding:
De schilderijen waren eigendom van René Gimpel, die de Tweede Wereldoorlog niet overleefde. De man was een internationale kunsthandelaar met vestigingen in Parijs, Londen en New York, en daarnaast ook een Joodse verzetsman. Zijn Parijse galerie werd door de nazi’s geplunderd; de aanwezige kunstwerken raakten verspreid. Gimpel zelf werd twee keer gearresteerd; hij overleed begin 1945 in het Duitse concentratiekamp Neuengamme.
Lees verder onder de afbeelding:
Volgens zijn erfgenamen kocht René Gimpel in 1921 zes schilderijen van André Derain, en horen de drie die nu in Franse musea hangen daar bij. Sinds 2013 onderhandelen de erfgenamen met de musea en met het Franse ministerie van Cultuur over een teruggave, maar dat schiet niet op.
“Ze vragen steeds opnieuw bewijs en ze laten de zaak aanslepen,” volgens de advocate van de familie Gimpel, Corinne Hershkovitch. De musea werpen tegen dat het niet zeker is of de schilderijen nog in het bezit waren van René Gimpel. Volgens zijn familie moest hij werken onder dwang en tegen een veel te lage prijs verkopen, om te overleven.
Dinsdag begint het proces. Advocate Hershkovitch maakt zich sterk dat ze een zaak heeft. Twintig jaar geleden slaagde ze er in om het Louvre een aantal kunstwerken te laten teruggeven aan de nazaten van de Joodse eigenaars. Ook andere musea worden voor de rechter gedaagd om "roofkunst" terug te geven.
René Gimpel schreef ook "Dagboek van een kunsthandelaar 1918-1939", waarin hij pittig vertelt over zijn ontmoetingen met Picasso, Renoir, Monet en vele andere kunstenaars in de periode tussen beide Wereldoorlogen.
Het verhaal van René Gimpel doet denken aan dat van kunsthandelaar Paul Rosenberg. Hij overleefde de Tweede Wereldoorlog, maar een groot aantal van zijn kunstwerken raakte verspreid. Zijn kleindochter, journaliste Anne Sinclair schreef zijn biografie: "21, Rue de la Boétie".