Japanse duizendknoop blijft verder oprukken, maar vraagt vooral een juiste aanpak
De Japanse duizendknoop rukt verder op in ons land. Natuurbeheerders zijn bezorgd, want de plant verdringt op bepaalde plaatsen steeds meer onze inheemse soorten, en er is weinig tegen te beginnen. "Anderzijds: er is geen reden tot paniek. En als je er eentje in je tuin hebt: zet de plant niet onder stress, want dan gaat ze nog uitbreiden."
Eerst het goede nieuws: de plant zorgt voor groen langs onze wegen, al blijft het vrij lokaal: "Het is een mooie, massieve plant", zegt Sus Willems van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek (INBO) in "De ochtend" op Radio 1: "Over een maand ongeveer begint hij te bloeien met crèmekleurige, witte bloemtrossen."
De plant is een beetje overal te vinden, maar rukt vooral op op openbaar domein, langs spoorbermen of wegbermen, of jaagpaden. "Rond 1850 waren de mensen heel benieuwd naar planten uit andere continenten en werden die planten massaal ingevoerd, en zo is de Japanse duizendknoop bij ons terechtgekomen. Het is een mooie sierplant die in onze tuinen werd aangeplant", legt Sus Willems uit.
Maar naderhand is de exotische plant zich dus langzaam gaan verspreiden, onder meer via industriële grond, en nu zitten we met een situatie die we nauwelijks nog kunnen terugdraaien.
Het speciale van de plant zit onder de grond
De plant ziet er boven de grond vrij normaal uit, met stengels die in één seizoen telkens weer vanuit de grond opschieten, tot meerdere meters hoog.
Het bijzondere zit evenwel onder de grond: de Japanse duizendknoop is in staat om zeer efficiënt voedingsstoffen op te slaan, waardoor de plant tot vijf jaar kan overleven.
Die opslag gebeurt in kronen, houtachtige structuren, en daaraan verbonden afzinkers. "Andere planten doen dat ook, zoals bijvoorbeeld een akkerdistel, maar die heeft maar voor een paar maanden reservestoffen." Als we die gaan bestrijden of maaien, raakt hij uitgeput en verdwijnt hij dus in principe na enkele maanden. "Bij die duizendknoop kan je blijven maaien: die zal blijven opschieten omdat hij kan blijven putten uit die kronen."
De kronen die de duizendknoop onder de grond vormt, kunnen vrij groot worden en metselwerk of omheiningen beschadigen. De plant is opdringerig, en overwoekert inheemse soorten, maar doet voor de rest geen kwaad, en is bijvoorbeeld niet giftig.
De plant wegkrijgen? Het kan, maar...
Wat kunnen we doen tegen de plant? "Eigenlijk weten we vooral wat we niet moeten doen", zegt Sus Willems. "Als we ze bestrijden, gaat de plant de neiging hebben om zich te verspreiden, omdat ze aanvoelt dat er iets niet goed zit. Ze zoekt andere oorden op, en dan wordt het nog erger. We zien in 9 op de 10 gevallen dat mensen het probleem niet goed aanpakken, waardoor het nog groter wordt."
Zet de plant niet onder stress
Zet de plant dus niet onder stress, benadrukt Willems, want dan gaat ze uitbreiden onder de afsluiting, naar de buren. En mocht je de wortels uitgraven, gooi ze dan zeker niet zomaar achteloos weg op een andere plaats. Want dan kan ze zich daar vestigen en een nieuwe haard beginnen. "Maar als je een duizendknoop in je tuin hebt, is er geen reden tot paniek. De plant is op zich niet giftig of zo."
Toch is het mogelijk om iets te doen, zij het heel omzichtig: het is belangrijk om te kijken naar de ondergrondse wortelstructuur, en om een vijfjarenplan op te maken, zegt Willems. "Er bestaat geen enkele methode om een vegetatie uit te roeien op minder dan vijf jaar, net omdat die ondergronds zeer efficiënt enorme hoeveelheden reservestoffen opslaat."
Bekijk hier de reportage uit Het Journaal van vorige zomer:
