Recordaantal Belgen klopt aan bij de voedselbanken, betekent dit dat de armoede in ons land stijgt?

In de eerste helft van dit jaar is een recordaantal Belgen komen aankloppen bij de voedselbanken. Maar betekent dat ook dat de armoede in ons land toeneemt? Niet echt, maar het armoederisico stijgt wel bij jongere gezinnen waar niemand werkt, en in het bijzonder bij éénoudergezinnen. En nét die kwetsbare gezinnen zijn oververtegenwoordigd in het klantenbestand van de voedselbanken. 

De voedselbanken telden in de eerste zes maanden van dit jaar bijna 170.000 bezoekers. Een stijging met meer dan 6 procent, vergeleken met vorig jaar. En die stijging is al langer aan de gang : de voedselbanken bereiken nu 30 procent méér klanten dan vijf jaar geleden. Vraag is of de toenemende populariteit van de voedselbanken ook wijst op stijgende armoede in ons land.

(Lees verder onder de grafiek) 

Armoede groeit niet, maar verschuift

Volgens de laatste cijfers moet ruim 16 procent van de Belgen rondkomen met een inkomen onder de armoedegrens. Dat armoederisico daalt niet, maar het stijgt ook nauwelijks. Wel zien we over de jaren een verschuiving van de armoede, meer bepaald van oud naar jong. 

"Er zijn in de armoedecijfers al langer twee tegengestelde bewegingen aan de gang", zegt professor Bea Cantillon, armoede-expert van de Universiteit Antwerpen. "Enerzijds daalt de armoede duidelijk bij de ouderen en de gepensioneerden; anderzijds stijgt de armoede bij mensen op actieve leeftijd, en meer nog, bij kinderen." 

(Lees verder onder de grafiek) 

"De stijging van de armoede spitst zich toe op kwetsbare gezinnen", legt Cantillon verder uit. "En dan hebben we het vooral over werklozen of gezinnen waar niemand werkt, en ook éénoudergezinnen , meestal alleenstaande moeders met kinderen.

 (Zie grafiek hieronder)

Oververtegenwoordigd bij de voedselbanken

De  armoede verschuift dus naar jongere gezinnen. En nét die jongere gezinnen in groeiende armoede doen ook in toenemende mate een beroep op de voedselbanken. "Uit Europese cijfers blijkt dat alléénstaande moeders met kinderen oververtegenwoordigd zijn bij de voedselbanken", zegt professor Cantillon, "net als jongere gezinnen waar niemand werkt, zeker ook als ze moeten rondkomen met een leefloon." 

Maar er speelt ook een aanbod-effect. "Als je een aanbod creëert om gezinnen in armoede vooruit te helpen met gratis voedselpakketten, dan gaan gezinnen daar ook meer en meer gebruik van maken", denkt Cantillon. "We zien bijvoorbeeld dat de OCMW's leefloners actief toeleiden naar de voedselbanken."

Er zijn intussen geen harde cijfers die aantonen dat gezinnen in armoede dieper wegzakken in die armoede. "Maar behalve het record aantal klanten bij de voedselbanken, zijn er wel nog meer signalen dat mensen in armoede het moeilijker krijgen", zegt Cantillon, "zoals het voortdurend stijgend aantal leefloners, en het sterk gestegen aantal gezinnen met een overmatige schuldenlast." 

Voor Bea Cantillon is het "onaanvaardbaar dat zovele duizenden mensen in een rijk land als het onze zijn aangewezen op de voedselbanken. De gratis voedselpakketten zijn uiteindelijk een doekje voor het bloeden. De federale regering moet dringend werk maken van menswaardige minimumuitkeringen voor mensen in armoede. En de Vlaamse regering moet de kinderbijslag beter gebruiken om de kinderarmoede terug te dringen." 

Bekijk hieronder het verslag van "Het Journaal" en leest voort onder de video:

Videospeler inladen...

Structurele aanpak

Ook "ervaringsdeskundige" Maria Hebbelinck pleit voor een structurele aanpak van armoede. "Er wordt veel geïnvesteerd in armoede, alleen de manier waarop werkt niet", zegt ze in "De wereld vandaag" op Radio 1. "We zien de armoede alleen maar toenemen ondanks alle inspanningen."

Ooit stond Hebbelinck zelf op de stoep voor de voedselbank, intussen werkt ze als vrijwilliger bij Mensen voor Mensen in Aalst, een vereniging waar armen het woord nemen. "Ik ben één maal gaan aankloppen bij het OCMW, lang geleden", zegt Hebbelinck. "Ik zat toen in een stadium dat het mij allemaal niet meer kon schelen. Maar mijn grootste zorg waren mijn kinderen, ik wou dat ze een boterham te eten hadden."

Maar net die kinderen, het beste voor hen willen, is volgens Hebbelinck de grootste drempel om naar een voedselbank te stappen. "Elke ouder wil een goeie toekomst voor zijn kinderen, dat is bij ouders die rijk zijn en bij ouders die arm zijn zo", zegt ze. "Alleen wil je niet dat mensen dit weten, dat je er gezien wordt. Je wil niet dat de kinderen een stempel krijgen omdat je als ouder naar de voedselbank gaat."

Voedselbanken maken je afhankelijk, het maakt een mens minderwaardig

Maria Hebbelinck

Ook het feit dat voedselbanken mensen afhankelijk maken is volgens Hebbelinck nefast in de strijd tegen armoede. "De maatschappij hamert altijd op het feit dat mensen sterk moeten zijn. Maar door ze naar de voedselbank te sturen, maak je ze niet sterker. Ze worden afhankelijk en ze kunnen zelf geen keuzes meer maken, laat staan leren omgaan met een budget. Het maakt een mens minderwaardig."

Volgens Hebbelinck is er dringend nood aan een nieuwe, efficiëntere aanpak om de strijd tegen armoede aan te gaan. "De minimum-uitkeringen volstaan niet", zegt ze. "We houden de mensen nu structureel in de armoede en dat moet veranderen." 

Beluister hieronder het gesprek met Maria Hebbelinck in "De wereld vandaag":

Meest gelezen