Eerste ministerraad in teken van rode begrotingscijfers, maar huidige regering kan weinig doen
De regering in lopende zaken kan weinig doen om het stijgende begrotingstekort tegen te gaan. Dat is de conclusie van de eerste ministerraad na het zomerreces. Door de tegenvallende economische groei en de stijgende pensioenuitgaven loopt het tekort voor dit jaar op tot 7,9 miljard en voor volgend jaar al tot 10,8 miljard.
Om de begroting echt te kunnen bijsturen, is een nieuwe federale regering nodig, zegt vicepremier Alexander De Croo (Open VLD): "Als je in een storm terechtkomt, moet je zorgen dat je een team hebt dat voluit kan werken. Dat is niet zo met een regering in lopende zaken." Het enige wat deze regering kan doen, is de uitgaven beperken die niet hoogstnodig zijn, zegt De Croo. "Budgettaire behoedzaamheid", noemt vicepremier Geens (CD&V) dat.
"Het is aan de volgende regering met volle bevoegdheden om de grote knopen door te hakken", zegt ook de minister van Begroting Sophie Wilmès (MR). "De situatie vraagt uitdrukkelijk om de snelle vorming van een regering met volheid van bevoegdheden", klinkt het.
Minister Maggie De Block (Open VLD): "De regering kan voorstellen doen, maar die moeten dan goedgekeurd worden in het parlement." En dat is niet vanzelfsprekend, want de huidige regering van MR, CD&V en Open VLD bekleedt maar 38 van de 150 zitjes in het federaal parlement.
15 oktober
Op 15 oktober verwacht de Europese Commissie een ontwerp voor de begroting van volgend jaar, maar de huidige regering kan enkel een begroting op basis van vorig jaar opnieuw indienen, de zogenoemde "voorlopige twaalfden".
De meesten verwachten niet dat er snel een federale regering komt, zeker niet voor de Vlaamse en Waalse regering gevormd zijn. Daarna is het aan de PS en de N-VA, de grootste partijen in beide landsdelen, om samen te zitten. De Croo blijft optimistisch: "Ik zie niet in waarom PS en N-VA tegen 15 oktober niet overeen kunnen komen", zegt hij.
Herbekijk de reportage in "Het Journaal":
