Kortrijk investeert 1 miljoen per jaar om leegstand winkels aan te pakken

U ziet het vast ook in de steden in uw buurt: veel winkels in het centrum van de stad staan leeg. Veel steden proberen daar ook iets aan te doen, maar de opdracht is zwaar: baanwinkels met een groot aanbod en parkeerplaatsen voor de deur maken het ons makkelijk, en we kopen met zijn allen ook meer en meer via het internet. Kortrijk wil de leegstand nu aanpaken met een plan met 7 pijlers en de stad hoopt dat de brede regio en zelfs de hele provincie West-Vlaanderen dezelfde maatregelen overneemt.

Essentiel, Primark, Ikea Home, Flying Tiger, Dr. Martens of Jüttu, het zijn maar enkele namen die vanochtend op de persconferentie vielen. Grote namen in retailland, en het zijn net die winkels die Kortrijk wil binnenhalen in het hart van de stad. Voor die merken komen de mensen speciaal naar een stad en de andere winkels kunnen dan meesurfen op dat succes. Kortrijk hoopt de merken te overtuigen met twee soorten premies: een investerinspremie, bijvoorbeeld voor een renovatie van de gevel van het gebouw én een aantrekkingspremie, waarbij winkels tot 30.000 euro van hun huur terugbetaald kunnen krijgen. Het premiesysteem mag de stad 200.000 euro per jaar kosten. Daarnaast pompt Kortrijk jaarlijks nog eens 800.000 euro in citymarketing, het "verkopen" van de stad door allerlei campagnes, bijvoorbeeld.

Kortrijk gaat nog verder dan premies voor wie naar het centrum komt met zijn winkel, de stad wil ook verhinderen dat er ongewenste spelers komen. Er komen geen nieuwe locaties meer voor baanwinkels op de invalswegen naar de stad en op de wegen naar de deelgemeenten. En 20 winkelpanden op die invalswegen, die al jaren leegstaan, zullen door de stad en de Participatiemaatschappij Vlaanderen opgekocht worden om ze een nieuwe bestemming te geven als kantoor of huis. Op die manier wordt het overschot aan winkelpanden deels weggewerkt.

Kortrijk wil in de regio een voortrekker zijn om deze aanpak ook elders te gaan toepassen, lokaal, maar misschien ook provinciaal. Geen nieuwe baanwinkels meer tussen de gemeenten in én een premiesysteem invoeren om grote spelers naar de centra van de steden en gemeenten te lokken. 

Volgend jaar gaat Kortrijk grote spelers in de winkelwereld uitnodigen voor een presentatie van de troeven van de stad. En de kandidaat-winkeluitbaters zullen gedetailleerde informatie krijgen. Nu al worden in Kortrijk gegevens bijgehouden van de betaalkaarten, wordt via de gsm's van de bezoekers bijgehouden waar ze vandaan komen en welke routes de shoppers kiezen op hun dagje uit. Door alle data te combineren kan de stad aan de winkels bijvoorbeeld vertellen op welke plek in het centrum ze het beste een kledingwinkel inplannen of waar net niet. 

Het blijft natuurlijk een zware opgave, om de stadscentra weer in hun oude winkelglorie te herstellen. Het centrum van de stad heeft als voordeel dat het er veel gezelliger kan zijn dan in een baanwinkel, maar die laatste heeft dan weer voor dat je er geen parkeerproblemen hebt. En wat met de e-commerce? Zullen de klanten het comfort van een bestelling op de tablet, gsm of laptop laten vallen voor een winkelervaring waarbij je de spullen die je wilt kopen eerst eens kan "voelen". En zal het Kortrijkse model navolging vinden in andere centrumsteden, zoals het stadsbestuur graag wil. Over enkele jaren zullen we kunnen meten of de Kortrijkse aanpak werkt.