Australië kreunt al maanden onder aanhoudende bosbranden. Vooral in Queensland en New South Wales grijpt het vuur al lang om zich heen. En met temperaturen van rond de 40 graden en sterke wind, lijkt het einde nog niet in zicht. Sommige leden van de vrijwillige brandweer zijn al weken in de weer. En dat weegt. Fysiek, maar ook financieel.  

Australië rekent op de vrijwilligers. Zij vormen de meerderheid binnen de brandweerkorpsen. In Queensland bijvoorbeeld, zijn de vrijwilligers goed voor 89 procent van het brandweerkorps. Slechts een minderheid is professioneel en dus betaald. 

Die situatie is historisch zo gegroeid en past prima in een land waar bosbranden een vast onderdeel zijn van het zomerseizoen. Het is moeilijk om te voorspellen waar en wanneer grote bosbranden zullen uitbreken. In zo’n geval is het ideaal als je kan rekenen op de onmiddellijke inzet van vrijwilligers overal in het land, en vooral in landelijke, dichtbeboste gebieden. Een vast, professioneel korps kan nooit diezelfde oppervlakte bedienen, of zo snel ter plaatse zijn. De lokale vrijwillige brandweerlui kennen het terrein op hun duimpje en kunnen het beste inschatten hoe een brand zich zal verder bewegen door de bossen en dalen. 

De vrijwillige brandweerlui worden beschouwd als helden, voor de tijd en energie die ze investeren om anderen te helpen, terwijl ze zelf grote risico’s nemen. Vandaag kwam opnieuw een vrijwillige brandweerman om het leven in New South Wales. Zulk nieuws herinnert het hele land eraan aan wat voor gevaren de vrijwilligers zich blootstellen. Kort voor Kerst kwamen twee andere brandweerlui ook al om het leven. 

Intussen neemt de druk op de vrijwillige brandweer toe. De laatste jaren beginnen de bosbranden steeds vroeger in het jaar, en houden de branden ook langer aan. Kandidaten moeten een zware training doorstaan, die niet alleen fysiek veel eist, maar ook veel tijd vraagt. Het aantal kandidaten neemt intussen af, omdat veel mensen wegtrekken uit de landelijke gebieden om een job te vinden in de stad. De beschikbare vrijwilligers wordt nu soms gevraagd om branden te gaan bestrijden buiten hun eigen gebied. Dat alles betekent dat de vrijwilligers langer weg zijn van hun familie, en van hun betaalde job.

Er gaan dan ook meer en meer stemmen op om de vrijwillige brandweer beter te compenseren. Voor mensen die bij de federale overheid werken, kondigde Premier Scott Morrison vorige week aan dat ze kunnen rekenen op vier weken extra betaalde vakantie. De vrijwillige brandweerlui in New South Wales zouden 6.000 Australische dollar financiële steun kunnen krijgen om inkomensverlies te compenseren.  De oppositie eist een compensatie voor vrijwilligers in alle staten. Nog andere opties zijn een belastingvermindering. 


De vrijwilligers zelf hebben intussen weinig tijd om zich nu in de discussie te mengen. Zij zijn onbaatzuchtig branden aan het blussen en hun leven op het spel aan het zetten. “Door hen te betalen koop je niet meer van hun tijd en inzet,” klinkt het bij Neil Bibby, van de brandweer van Victoria. “Hen willen betalen kan voor sommigen overkomen als een belediging.”

Onze correspondent Eveline Masco woont en werkt in de Australische stad Perth.

De politie van Australië blijft waarschuwen voor extreme condities: "Vertrek nu, anders moet je de omstandigheden trotseren" (Bekijk hieronder de video).

Bekijk hieronder het verslag uit "Het Journaal":