"Dit beest spant de kroon": almaar meer gedichten over corona
Er blijven maar gedichten van de bomen vallen: verplicht thuisblijven scherpt de pennen van vele al dan niet professionele schrijvers. Hier vindt u een voorlopig overzicht. Meeschrijven kan ook: Seckou, de nieuwe stadsdichter van Antwerpen vraagt uw hulp voor een "bemoedigend gedicht als een krachtveld".
Poëzie helpt in deze tijden. Wie een dierbare verloor aan Covid-19 kan een persoonlijk gedicht aanvragen. Tientallen dichters staan daarvoor klaar. Het initiatief Gedichtenkrans - Fleurs de Funérailles komt van Carl Norac, Dichter des Vaderlands.
Intussen regent het "coronagedichten". David Troch, voormalig stadsdichter van Gent, schrijft al een poosje "éénlettergreepgedichten", met woorden met maar één lettergreep dus.
Het beest - David Troch
het beest zie je niet.
denk je dat het er niet is,
heeft het je al beet.
wind tikt op de deur,
maar je geeft niet thuis. het raam
raak je niet eens aan.
het beest gaat zijn gang.
zo snel het in je lijf zit,
zo traag wil het weg.
zeep voelt toch zo zacht.
streel eens de huid van je hand.
ook wat zacht is bijt.
het beest krult zich op,
rust eerst goed uit, houdt dan huis.
je bent al van slag.
het beest veegt de vloer
met je aan, sprint door het huis.
stof springt in het rond.
je veegt een web weg.
was het beest maar als de spin
die je geen kans gunt.
het beest grijnst en lacht
met je. het plaagt en pest je.
je bent als de dood.
het beest weet heel goed
waar je woont. geef het zijn tijd,
het komt naar je toe.
het beest reist flink rond.
er is een stad in een land
dat je graag wou zien.
je snakt naar een bos,
streelt speels de eik van de kast,
zwemt weg in de krant.
het beest is je vriend
niet. het beest moet je met hand
en tand te lijf gaan.
de dag valt in huis.
je kijkt naar de zon en niest.
zo schel klinkt dus angst.
de dauw brengt niets nieuws,
slechts wit gras. hoe je ook tuurt
de muur blijft de muur.
een schelp aan je oor.
de zon werpt zich in de zee,
een kwal kust je teen.
de vaas mist de tulp.
geen geur dringt je neus nog in.
kleur trekt uit het huis.
als het beest niet wint
en je weer het huis uit mag,
wat wil je eerst doen?
wat als het beest wint.
voor wie lag er op je mond
een zoen of zes klaar?
een tulp velt geen eik.
een bloem in strijd met een boom.
dit beest spant de kroon.
Een bemoedigend stadsgedicht
Seckou, de kersverse stadsdichter van Antwerpen, roept op om samen een bemoedigend stadsgedicht te schrijven. Tot 5 april kan iedereen in de stad en omstreken "mooie bedenkingen bij elkaar schrijven die de woordkunstenaar tot één groot stadsgedicht als krachtveld rond Antwerpen zal plaatsen". Meedoen kan via inzendingen@iedereenstadsdichter.be.
Verzamelde coronapoëzie
In Nederland is er al een heuse website, waar iedereen zijn of haar corona-creaties kan droppen: coronagedicht.nl.
Ter inspiratie vindt u hier onder een hele reeks verzen van Vlaamse en Nederlandse dichters, over de natuur, thuiswerken, wc-papier, hamsteren... Want het minste wat je kan zeggen, is dat het thema leeft.
Vogels, vissen - Ingmar Heytze
Dichter Ingmar Heytze schreef voor het Nederlandse radiprogramma "EenVandaag" coronapoëzie. Hij leest het gedicht "Vogels, vissen" hier voor:
Zet de radio uit. Je hoort niets nieuws. De stilte wacht geduldig af.
Vouw de krant dicht. Hij was oud voordat hij werd gedrukt.
Zoek niet, deel niet, duim niet tot je vierkant ziet.
Zet eindelijk het scherm op zwart.
Ik ben net zo bang als jij, net zo bezorgd voor iedereen
die ik niet missen kan.
Ik had ook gespaard voor andere dingen:
verre reizen, eerste hulp bij een gebroken hart,
een auto die wat vaker start.
Maar: in Wuhan hoor je vogels zingen.
Boven China was de lucht nog nooit zo blauw.
In Venetië zien ze vissen in het helderste water sinds tijden.
De kunst van leven was altijd dezelfde: ongevraagd komen,
ongewild gaan, intussen doen wat je het liefste doet,
vrede sluiten met je lot.
Sluit de voordeur. Zet de tuindeur open, voel de zon op je gezicht.
Denk voor je uit wat niemand hardop durft te zeggen:
wij zijn een virus dat een virus heeft gekregen.
Wanneer jij uittreedt - Dimitri Casteleyn
Schrijver en dichter Dimitri Casteleyn blikt al hoopvol vooruit naar het moment waarop de toestand weer "normaal" zal zijn:
Wanneer jij uittreedt
zullen de klokken luiden
komen we op straat en
zullen we mekaar
omhelzen en knuffelen
als nooit tevoren
Wanneer jij uittreedt
zullen we mekaar bewonderen
voor zoveel veerkracht
zoveel doorzetting
zoveel solidariteit
Wanneer jij uittreedt
is jouw bezette oorlog
geschiedenis, ben jij
geïsoleerd en wij niet meer
Wanneer jij uittreedt
gaan we ons milieu
omarmen
Wanneer jij uittreedt
zullen we woorden tekort komen
Wanneer jij uittreedt
Wc-papier - Peter Theunynck
Dichter Peter Theunynck heeft niets dan vragen over het meest gegeerde product uit de winkel: "Wc-papier":
Het startsein is gegeven. De jacht is ingezet.
Iemand rijdt zichtbaar tevreden twee volle
karren naar buiten. Zou het eetbaar zijn?
Het is een race tegen de klok. Naar de kassa.
Uit alle gangen komen bergen wit op wielen
op ons af. Schuivende gletsjers, zachtaardig, meerlagig.
Iemand valt uit zijn rol in de wachtrij,
omdat iemand anders, gehinderd door een berg,
tegen zijn hielen rijdt. Kun je niet uitkijken, hamster, roept hij.
Achter smetteloze bergen borrelen bevlekte woorden op.
Aan de kassa moeten ze zich kenbaar maken.
Aan de kassa blijkt er een gezicht en zelfs een bankkaart achter
elke berg te zitten. Ze zijn niet autonoom. Ze worden vooralsnog
door mensen aangestuurd. Wij dragen ze op handen
in en uit de kar, in en uit de auto. Maar zijn de rollen straks
niet omgekeerd? Waar gaan ze heen? Wie stuurt wie aan?
Waartoe en voor hoelang? Zijn ze noodzakelijk?
Kan onze basisinfrastructuur het aan? Hoe gaan onze
toiletten, afvoerbuizen, riolen, collectoren erop reageren?
Zijn de bacteriën geactiveerd? En de sociale partners?
Verstikken straks de oceanen
onder een hemels manna? Wordt het teruggeworpen
op onze kusten en wordt de wereld wit dan?
Maken mensen er vervolgens iglo’s van en buikspreekpoppen?
Is het bewezen geneeskrachtig?
Gaat het de sterkste virussen te lijf?
Zal het de wereld redden?
Kan het de vorming van regeringen bespoedigen?
Zullen de mensen het beginnen te aanbidden?
Worden er heiligdommen rond gebouwd?
Zullen Schriftgeleerden ooit de dode rollen lezen?
Is het geschapen tot het heil van alle mensen?
Geeft het zijn leven om ons te redden van de dood?
Coronaversje - Siska Goeminne
"Modern rederijker" Stijn De Paepe neemt het thema al dagenlang mee in zijn "dagvers" voor De Morgen:
Minder hoogmoed tegenover andere mensen, dieren, natuur
Paul Demets was de afgelopen jaren plattelandsdichter van Oost-Vlaanderen. Die gedichten zijn net gebundeld in "De hazenklager" (De Bezige Bij). Demets heeft een uitgesproken mening over de coronacrisis: "Ik pleit voor een andere omgang met de natuur en met de dieren, omdat we anders riskeren om met nog meer virussen geconfronteerd te worden, " vindt Demets. Zoönose, zoals de titel van enkele gedichten luidt, is een ziekte die wordt overgedragen van dier op mens, zoals Covid-19.
Demets: "Ik beschouw de coronacrisis als een humanitaire en ecologische ramp. We vinden het maar normaal dat vlees, groenten en fruit van overal ingevlogen worden, dat andere mensen daarvoor tegen een hongerloon werken, dat de gronden uitgeput worden, dat er massaal ontbost wordt, dat we zelf voor een zo laag mogelijke prijs naar de andere kant van de wereld kunnen vliegen. We vergeten dat virussen zich op die manier probleemloos kunnen verplaatsen. Ik hoop dat deze crisis ons leert om ons minder hoogmoedig tegen onze medemensen, de natuur en de dieren te gedragen. En dat winstbejag niet langer op alles zal primeren. Maar ik vrees ervoor. We zijn hardleers."
Zoönose 3- Paul Demets
Wat je lichaam weet: je hand ligt anders dan je telefoon
op tafel. Ze kent je arm, je hoofd, je hals. Je hoeft haar nooit
te zoeken. Verwoord het dan, zeg je, en stulpt je lippen.
De tulpen in de vaas lijken van papier. Ze zuigen onverzadigbaar
het water. Celwanden staan op barsten. Dit is een kamer
zonder deur en ramen. Je naakte huid is nietsontziend.
Als ik je streel, weet mijn hand niet meer wanneer
terug te keren. Je geur in de mijne, langzaam gemorst.
Je lichaam ontvouwt zich, kent de vorm nog van je kleren.
Zit in de dauwdruppel je oog waaruit ik me niet
kan bevrijden? Met duizenden blikken ligt de weide
mij ’s morgens aan te kijken. De kamer houdt ons
samen. De tulpen hebben dorst. In kooien
worden dieren gehouden die op dieren lijken.
Thuiswerk-haiku's - Geert De Kockere
Coronavirus,
samen mailen we erom.
Van thuis uit werken.
En toen riep iemand:
Wie niet weg is, is gezien!
Van thuis uit werken.
Maak je mij wakker
als ’t tijd is om te stoppen?
Van thuis uit werken ...
Ik kijk van ’t scherm op
en schrik mij rot: ik ben thuis!
Van thuis uit werken.
Hide and seek op ’t werk.
Maar zie eens, je vond mij toch!
Van thuis uit werken.
Eindelijk moet ik
niet stilzitten op mijn stoel!
Van thuis uit werken.
Een vergadering;
the Skype is nu the limit.
Van thuis uit werken.
Elke morgen nu
groet ik je met een smiley.
Van thuis uit werken.
Vijf uur, helaas baas,
ik ben buiten de lijntjes.
Thuiswerk en offline.
Thuiswerk, we spreken
elkaar nu in digitaal.
Ik zoek een smiley.
Geert De Kockere via Huis van de Haiku
Een aanstekelijke hoop - Carl Norac
Sinds begin dit jaar is de Franstalige, in Oostende wonende Carl Norac voor twee jaar de Belgische Dichter des Vaderlands. Zijn gedicht "Espoir virulent" is vertaald in het Nederlands door Katelijne De Vuyst als "Een aanstekelijke hoop". Ook de Duitse vertaling vindt u op de website van de Dichter des Vaderlands.
Ik ben besmet met poëzie.
Ik heb misschien de hand geschud
van een zin die al vervloog
of van een onbekende vrouw die een ster had zitten in haar zak.
Ik zoende wellicht de lippen van een lot
dat me altijd de rug had toegekeerd.
Ik ben besmet met poëzie, met haar aanstekelijke hoop.
Ik strooide al een poosje ogenblikken voor me uit,
manifest symptoom dat zich heeft ontpopt als lied.
Ik zit niet in een vormelijke taal gevangen,
maar maak me meester van het vrije woord, ik besta, bied weerstand
en wantrouw wie het heeft over een dood land
vooral nu dat land zijn ogen op ons richt.
Ik word verhoord, of wat had je gedacht!
‘Moedertaal?’ De ademtocht.
‘Verblijfsvergunning?’ Het woord.
‘Waar hebt u het virus opgelopen?’ Achter uw spiegel.
‘Vreemdeling, wat bent u van plan?’
De wereld bestoken met woorden,
ook als de wereld er het zwijgen toe doet.
Ik ben besmet met poëzie.
Onder mijn vingers broeit een lichte koorts,
waarmee ik je graag aan wil steken,
zo, met liefkozende lippen.
Grachtengordelgedicht met duur eten - Tsead Bruinja
De Nederlandse Dichter des Vaderlands Tsead Bruinja schreef ook een gedicht geïnspireerd door de coronacrisis en de onwennigheid bij sociaal contact:
na het elkaar niet omhelzen en het bespreken
van het elkaar niet omhelzen
na de vitello tonato de saltimbocca
en het viertal glazen witte wijn
die het gesprek met de 87-jarige vriendin
over het wel of niet doorgaan met publiceren
als je op leeftijd bent en misschien niet meer
beschikt over de scherpste pen
vloeit jullie gesprek over
in het vergelijken van verliefdheden
het verschil in temperament
na de extra limoncello
die na de limoncello van het huis
nog besteld moest worden
aan het einde van het gesprek
dat je in eerste instantie wilde afblazen
vanwege je droge keel
kijk je de vriendin aan die betaald heeft
voor je eten
je geeft haar een knuffel een dunne kus op de wang
en begint meteen je te verontschuldigen
ze wuift het weg en zegt in een zijstraat van de jordaan
waar fietsen net wat te dicht op elkaar staan
ik denk dat ik weet wat je bedoelt
in de halflege tram naar huis gaat het door je heen
het heeft mij goed te pakken
dit wikken en dit wegen
maar nog niet stevig genoeg
Onder de zon -Michaël Vandebril
Michaël Vandebril schreef dit gedicht in 2017 al, voor het Radio 1-programma "Bonus". Deze week postte hij het opnieuw. Het past wonderwel bij de onwezenlijke tijden.
je jas wappert net iets te groot
om je lijf verlangend
naar een dag
zonder nieuws
je legt de vrachtwagens
het zwijgen op vertraagt
de zeeën van mensen
die naar onze monden stijgen
gewoon geen tijdingen
meer niet onder de zon
niet onder de maan
en op de achtergrond
de easy listening
van vrouw en kinderen
enkele bomen en een hond
ik buig mijn vingers om
tot ze knappen al wat
je hebt verzameld
neem je hier niet mee
kom regen was
de wereld schoon
laten we al water worden
Op de internationale dag van de poëzie, 21 maart, is de winnaar van de Herman de Coninckprijs 2020 bekendgemaakt: de Nederlandse Eva Gerlach en haar "orkaanbundel" "Oog". Lees er hier meer over.