22 tot 28 april 1945: hevige slag om Berlijn, Duitse hoofdstad in vuur en vlam
In deze reeks geven we elke week een overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen in het laatste jaar van de Tweede Wereldoorlog. In Berlijn, dat door het Rode Leger omsingeld is, wordt hevig gevochten. Hitler beseft dat een nederlaag onvermijdelijk is en zijn Italiaanse bondgenoot Mussolini wordt gedood.
In de Duitse hoofdstad woedt een van de zwaarste slagen van de hele oorlog. Niemand twijfelt eraan dat het om de eindstrijd van nazi-Duitsland gaat.
Vanaf 22 april drongen de Sovjetstrijdkrachten de buitenwijken van Berlijn binnen en begonnen ze aan een omsingeling van de stad. De legers van maarschalk Zjoekov langs het noorden, die van maarschalk Konjev langs het zuiden. Op 25 april maakten ze contact, waardoor de Rijkshoofdstad volledig was afgesneden.
De verdediging van Berlijn lijkt een hopeloze zaak, ook al omdat enkele van de beste Duitse eenheden in de dagen ervoor waren weggestuurd om de opmars van het Rode Leger in het oosten tegen te houden.
Nog geen 200.000 Duitsers moeten zich verdedigen tegen een tienmaal grotere overmacht, met de meest geharde eenheden van het Rode Leger. Behalve een onderbemand pantserkorps van 45.000 man uit het leger en de Waffen SS zijn er troepen van de luchtafweerartillerie en leerlingen van de marine. Verder de politie, 40.000 gewapende burgers van de Volkssturm, jongens van de Hitlerjugend, oudere mannen en zelfs vrouwelijke vrijwilligers.
Enkele honderden Franse SS’ers van de Division Charlemagne zijn op het laatste moment nog naar Berlijn gestapt om mee "Europa te verdedigen". Ze vechten bijzonder hard.
Hitler heeft de ervaren generaal Helmuth Weidling aangesteld tot bevelhebber van de verdediging van Berlijn. Weidling werd daarmee volkomen verrast, want net daarvoor had hij vernomen dat hij zou worden gefusilleerd omdat hij zijn pantserkorps aan de rand van de stad had verplaatst.
Voor de bijna 3 miljoen burgers die in de stad zijn gebleven is het een ware hel. Alle voorzieningen zijn stilgevallen. Er is op grote schaal geplunderd op zoek naar voedsel. Propagandaleider Goebbels is daarentegen bijna euforisch en riep op de radio de Berlijners op tot een heroïsche strijd.
Ondanks hun overmacht ondervinden de Sovjets hevige tegenstand en lijden ze zware verliezen. Hun zware tanks kunnen in de straten gemakkelijk ongezien worden benaderd door verdedigers met antitankgeschut.
Na enkele dagen is het door de Duitsers verdedigde gebied gekrompen tot een zone die zo’n 15 km lang en op sommige plaatsen nog geen kilometer breed is. Die zone omvat de centrale oost-westas van de Alexanderplatz naar Charlottenburg. Daarin ligt ook de regeringswijk bij de Brandenburger Tor.
De centrale Charlottenburger Chaussee is een tijd gebruikt als landingsbaan voor lichte vliegtuigen, want op 26 april is het laatste beschikbare vliegveld in Berlijn door de Sovjets veroverd.
Hitler : "Dit is het einde"
Adolf Hitler lijkt dan toch de hoop te hebben opgegeven dat de oorlog nog een positieve wending voor hem kan krijgen.
Op 22 april hield de Führer in zijn ondergrondse bunker nabij de Rijkskanselarij zijn dagelijkse bespreking over de militaire toestand. Hij vroeg hoe het stond met een grote tegenaanval die hij de dag daarvoor bevolen had. Alle beschikbare troepen moesten zich daarvoor onder bevel van SS-generaal Felix Steiner verzamelen.
Maar de aanwezige generaals hadden alleen maar slecht nieuws. Steiner is gewoon niet in staat om aan te vallen.
Toen hij dat vernam, raakte Hitler helemaal buiten zichzelf. Aanwezigen die hem al lang kenden, zeiden dat ze hem nog nooit zo razend hadden gezien. “Dit is het einde”, gilde hij. “Ik schiet mijzelf dood”. Hij is ervan overtuigd dat iedereen hem verraden heeft.
Meteen daarop zei hij, tegen het advies van alle generaals in, dat hij Berlijn niet zou verlaten. “Ik zal de hoofdstad verdedigen tot mijn laatste ademtocht. “
De volgende dagen hebben de meeste van Hitlers medewerkers op zijn bevel Berlijn verlaten. Sommigen vertrokken per vliegtuig, naar zijn buitenverblijf op de Obersalzberg. Enkel een paar secretaressen en wat huispersoneel blijven bij hem.
Veldmaarschalk Keitel en generaal Jodl, die de hele oorlog vrijwel dagelijks bij Hitler waren, zijn vertrokken naar de nieuwe zetel van het oppercommando, buiten Berlijn.
Alleen de chef van de generale staf, generaal Hans Krebs, en Hitlers militaire hoofdadjudant, generaal-majoor Wilhelm Burgdorf, blijven ter plekke. Ook Joseph Goebbels en Martin Bormann, twee van de machtigste nazileiders, blijven aan zijn zijde.
Naziterreur blijft tot het einde voortduren
Zelfs nu het nazirijk echt ten ondergaat, wordt de terreur nog opgevoerd.
Waar gevochten wordt, zijn “vliegende krijgsraden” actief, die in een recordtempo militairen ter dood veroordelen die hun plicht niet zouden doen. In de straten van Berlijn worden "deserteurs en verraders" aan lantaarnpalen opgehangen. Vaak zijn het gewone burgers die te bang waren om mee te vechten.
In de nacht van 22 op 23 mei zijn 15 tegenstanders van het regime die in de Berlijnse Moabit-gevangenis zaten, uit hun cellen gehaald met de mededeling dat ze zouden worden vrijgelaten. Even buiten de gevangenis zijn ze door een SS-commando doodgeschoten.
Onder hen de jurist Klaus Bonhoeffer, de broer van de eerder terechtgestelde dominee Dietrich Bonhoeffer, en de geograaf Albrecht Haushofer. De volgende nacht deelden vijf anderen hetzelfde lot.
Wel zijn Hanna Solf en haar dochter uit de Moabit-gevangenis vrijgelaten, door tussenkomst van een hoge ambtenaar. Hanna Solf, die zwaar gefolterd werd, is een bekende figuur in hogere kringen. Ze organiseerde bijeenkomsten van hooggeplaatste opposanten, die intussen bijna allemaal zijn opgepakt en terechtgesteld.
Ten noorden van Berlijn, nabij de stad Oranienburg, heeft het Rode Leger het concentratiekamp Sachsenhausen bereikt. Er zaten nog 3000, overwegend zieken, van de meer dan 30.000 gevangen. De rest is naar het noorden weggevoerd.
Omdat Sachsenhausen niet ver van Berlijn ligt, zaten in het kamp nogal wat belangrijke politieke gevangenen. De meest prominente zijn enkele dagen eerder weggevoerd.
Onder de bevrijde gevangen bevindt zich de Spaanse socialistische oud-premier Franciso Largo Caballero, maar ook de Belgische verzetsleider Marcel Louette, alias “Fidelio”, de stichter van de Witte Brigade. Een dag eerder is de Franse Kamervoorzitter en oud-premier Edouard Herriot uit een gevangenis in de buurt van Berlijn bevrijd.
Göring valt in ongenade
Rijksmaarschalk Hermann Göring, de nummer twee van nazi-Duitsland, is in ongenade gevallen na een poging om de macht over te nemen.
Göring is uitgeweken naar de Obersalzberg in de Beierse Alpen. Hij kreeg langs verschillende kanalen te horen dat Hitler, door in Berlijn te blijven, niet meer in staat is het Rijk verder te leiden.
Göring is al veel eerder door Hitler aangewezen als zijn opvolger voor geval hem iets zou overkomen. Bovendien zou Hitler zelf hebben opgemerkt dat Göring het meest geschikt is om met de geallieerden te onderhandelen.
Na zorgvuldig overleg zond Göring op 23 april een radiotelegram naar Hitler. Daarin vroeg hij zijn instemming dat hij de leiding zou nemen. Als hij om 22 uur geen antwoord kreeg, zou hij ervan uitgaan dat dit inderdaad het geval was.
Voor Martin Bormann, Hilters secretaris en een vijand van de dikke, zelfgenoegzame rijksmaarschalk, was het niet moeilijk om dit optreden als verraad voor te stellen.
Hitler, die al lang ontevreden is over Göring, seinde hem terug dat hij de doodstraf verdient, maar dat hij vanwege zijn vroegere verdiensten gespaard wordt als hij meteen in al zijn functies ontslag neemt. Meteen daarna stuurde Bormann eigenmachtig een bevel om Göring te arresteren.
Front in Italië stort ineen
In het noorden van Italië lijkt het Duitse verzet in te storten.
Na hun nederlaag in de streek van Bologna zijn de Duitse troepen massaal de grote rivier de Po overgetrokken, vaak al zwemmend, waarbij de meeste kanonnen en tanks zijn achtergelaten.
De geallieerde legers hebben echter de achtervolging ingezet en ook elders hebben ze de Po overgestoken. Ze rukken nu zonder tegenstand op.
Op 24 april bevrijdden de Amerikanen Mantua. Twee dagen later zaten ze al in Verona. Een ander Amerikaanse korps bereikte de havenstad La Spezia. Op 26 april rukten Brazilianen en Italiaanse partizanen triomfantelijk Parma binnen. Op 28 april zaten de Amerikanen in Brescia, de Britten in Venetië.
Intussen is het Italiaanse verzet in verscheidene steden op straat gekomen. Het Nationaal Bevrijdingscomité van Boven-Italië, waarin alle antifascistische partijen zijn vertegenwoordigd, riep op 25 april in Milaan op tot een algemene opstand. In Milaan, Turijn en Genua hebben partizanen de macht overgenomen. De Duitse troepen treden weinig op en de SS-Gestapo houdt zich afzijdig. (25 april is nu in Italië een officiële feestdag als ‘Verjaardag van de Bevrijding’)
Tegelijk hebben Franse troepen de Italiaanse grens overschreden langs de Riviera en over de Alpenpassen, terwijl het Joegoslavische Partizanenleger door het schiereiland Istrië trekt.
Geallieerde opmars splitst Derde Rijk in tweeën
In de namiddag van 25 april hebben patrouilles van de 69ste Amerikaanse Infanteriedivisie (een onderdeel van het Eerste Leger van generaal Hodges) contact gemaakt met stoottroepen van de 58ste Sovjet-Gardedivisie (onderdeel van het 1ste Oekraïense Front van maarschalk Konjev).
Dat gebeurde aan de Elbe, op 30 km van de Saksische stad Torgau. Drie Amerikanen staken de rivier in een bootje over om de Sovjet-collega’s te begroeten. Ze spraken een meer officiële ontmoeting af die enkele uren later plaatsvond in Torgau. Daar ontmoetten manschappen van beide divisies elkaar op een vernielde brug over de Elbe.
De ontmoeting kreeg veel aandacht als een symbool van eendracht tussen de legers van oost en west. Meteen is ook Hitlers Derde Rijk – of wat ervan overblijft – in tweeën gedeeld.
Tegen de opmars in het zuiden wordt nog maar weinig weerstand geboden. Steden als Ulm en Regensburg zijn zonder veel moeite voor de Amerikanen gecapituleerd.
In het noorden hebben Britten en Canadezen de oude havenstad Bremen veroverd, na een beleg van amper één dag. Twee dagen later volgden de havensteden Emden en Wilhelmshaven.
Het Rode Leger heeft zich meester gemaakt van Stettin, de grote stad aan de benedenloop van de Oder (nu Sczecin in Polen) terwijl de Duitse legers tussen de Oder en de Elbe wanhopige gevechten leveren tegen de overmacht van het Rode Leger.
Het Twaalfde Leger onder generaal Wenck, dat zich tussen Berlijn en de Elbe bevindt, is op bevel van Hitler naar Berlijn opgerukt en bevindt zich op minder dan 30 km van de hoofdstad. Het heeft vele gewonden en burgers doen evacueren, maar de belegering van Berlijn doorbreken is onmogelijk, ondanks de propagandaberichten.
Tegelijk probeert het Negende Leger van generaal Busse, dat aan de Oder was ingesloten geraakt, zich al vechtend in westelijke richting te verplaatsen en contact te maken met het Twaalfde Leger. Maar Busse heeft enkel nog de bedoeling om zijn eigen troepen te redden. De hoop van Hitler, dat hij Berlijn ter hulp zou schieten, is een illusie.
De meest zuidelijke onderdelen van de legers van Sovjetmaarschalk Konjev zijn intussen in botsing gekomen met troepen van de Duitse legergroep van veldmaarschalk Schörner, die nog goed standhoudt in Saksen en Bohemen. Nabij de Saksische stad Bautzen is het tot zware gevechten gekomen.
Begin conferentie van San Francisco
In de Amerikaanse stad San Francisco is een internationale conferentie begonnen. Die heeft tot doel de nieuwe Organisatie van de Verenigde Naties op te richten.
Er moet een handvest van de nieuwe organisatie worden opgesteld. De grote lijnen daarvan zijn eind vorig jaar vastgelegd op de conferentie van Dumbarton Oaks. Daar namen toen alleen de Verenigde Staten, de Sovjet-Unie, het Verenigd Koninkrijk en China aan deel. Deze grote mogendheden willen dan ook een leidende rol gaan spelen.
In totaal zijn 46 landen – alle in oorlog met Duitsland - op de conferentie uitgenodigd. Alleen Polen is er voorlopig niet bij omdat er nog onenigheid is over de erkenning van de Poolse regering. Andere landen zouden kunnen worden uitgenodigd.
De meeste landen hebben hun minister van Buitenlandse Zaken naar de openingszitting gestuurd. Voor België is dat Paul-Henri Spaak. Zijn plaatsvervanger is oud-minister August De Schrijver.
Maarschalk Pétain terug in Frankrijk
De Franse maarschalk Philippe Pétain is onverwacht naar Frankrijk teruggekeerd. Hij is aan de Zwitserse grens meteen gearresteerd - met militaire honneurs – en naar Parijs gevoerd, waar hij in een fort zal worden opgesloten in afwachting van zijn proces.
Pétain, een gevierde held uit de Eerste Wereldoorlog, was van 1940 tot 1944 leider van het Franse autoritaire Vichy-regime, dat met de Duitse bezetter collaboreerde.
Bij de bevrijding van Frankrijk was de bejaarde maarschalk tegen zijn zin door de Duitsers meegenomen.
In de daaropvolgende maanden verbleef hij op het kasteel van de Zuid-Duitse stad Sigmaringen, waar een hele kolonie van Franse collaborateurs was gevestigd. Enkele onder hen vormden een soort Franse regering in ballingschap, maar Pétain wilde daar niets mee te maken hebben. Hij beschouwde zich als een gevangene.
Omdat er in Frankrijk een proces bij verstek tegen hem zou beginnen, vroeg de maarschalk Hitler terug te mogen keren om “zijn eer te redden”. Tevergeefs. Toen de geallieerden Sigmaringen naderden werd de Pétain verder naar het zuiden gevoerd. Op 24 april - zijn 89ste verjaardag – mocht hij via Zwitserland naar Frankrijk terugkeren.
Oostenrijk bestaat weer
Op 27 april is op het stadhuis van Wenen de onafhankelijkheid van Oostenrijk uitgeroepen. Meteen is een voorlopige regering van Oostenrijk geïnstalleerd.
Dit alles met de steun van de Sovjet-Unie, die Wenen controleert.
De regering bestaat uit socialisten, communisten en christendemocraten en wordt geleid door de 74-jarige socialist Karl Renner.
Dezelfde Renner was al in 1918, op het einde van de Eerste Wereldoorlog, de eerste kanselier van het republikeinse Oostenrijk. Hij nam meteen contact op met het Rode Leger toen dit het dorp bezette waar hij al jaren teruggetrokken leefde.
Hitler had zijn geboorteland Oostenrijk in 1938 bij het Duitse RIjk geannexeerd. De grote meerderheid van de Oostenrijkers stond achter die Anschluss met Duitsland.
Maar de geallieerden beschouwen de Anschluss als ongeldig. Ze zien Oostenrijk als het “eerste slachtoffer” van de nazi’s.
Overigens is nog maar een vrij klein deel van Oostenrijk bevrijd, helemaal in het oosten. De rest is nog onder nazibewind.
Mussolini doodgeschoten
Benito Mussolini is dood. De Italiaanse fascistenleider is in Noord-Italië doodgeschoten door het verzet.
De man, ooit het grote voorbeeld voor Hitler, was de laatste jaren nog maar een schim van zichzelf. Onder Duitse bescherming leidde de Duce een fascistische vazalregering aan het Gardameer.
Op 25 april probeerde Mussolini in Milaan nog met het verzet te onderhandelen. Meteen daarop vertrok hij noordwaarts. Hij riep zijn aanhangers op om zich bij het Comomeer te verzamelen voor een finale strijd in de Alpen. Maar daar verschenen slechts een dozijn manschappen…
Mussolini en zijn gevolg probeerden daarop naar Zwitserland te vluchten, maar daar waren ze niet welkom. Ten einde raad gingen ze mee met een Duits militair konvooi richting Oostenrijk.
Maar bij het dorp Dongo aan het Comomeer werd het konvooi tegengehouden door Italiaanse partizanen. De partizanen wilden de Duitse troepen doorlaten, maar de Italiaanse fascisten moesten worden ingerekend. Mussolini probeerde nog vermomd als Duits soldaat te passeren, maar hij werd herkend en gevangen weggevoerd.
Mussolini bracht zijn laatste nacht door in een plaatselijke boerderij met zijn maîtresse Claretta Petacci, die hem al die tijd gevolgd had. De dag daarop – 28 april - werd hij in de buurt neergeschoten door een partizaan met een automatisch wapen. Zijn maîtresse werd ook gedood, omdat ze naast hem bleef staan.
Nog eens 15 prominente fascisten uit Mussolini’s gevolg zijn die dag in Dongo doodgeschoten.
Rond de dood van Mussolini zijn veel vraagtekens geplaatst. Zijn executie werd van hogerhand bevolen, maar door wie precies en waarom, is niet zo duidelijk.
Himmler pleegt verraad
In de vroege avond van 28 april heeft de Britse omroep BBC sensationeel nieuws bekendgemaakt. Heinrich Himmler, de Reichsführer SS, heeft in naam van alle Duitse troepen de onvoorwaardelijke capitulatie aangeboden.
Toen Hitler in Berlijn het nieuws vernam, is hij in razernij ontstoken. Verraad van de “trouwe Heinrich” was het laatste wat hij verwachtte.
Himmler had al een tijd contacten met de ondervoorzitter van de Zweedse Rode Kruis, Folke Bernadotte, over de vrijlating van gevangenen uit de concentratiekampen. Er kwamen zo duizenden gevangenen vrij, vooral uit Scandinavische landen.
De SS-leider wilde daarop via Bernadotte met de westelijke mogendheden onderhandelingen aanknopen.
Op 23 april hadden de twee een ontmoeting in de Noord-Duitse stad Lübeck. Himmler vroeg Bernadotte om via de Zweedse regering contact op te nemen met de geallieerde opperbevelhebber EIsenhower. Hij bood aan te capituleren voor de westerse geallieerden, maar de strijd tegen de Sovjet-Unie zou worden voortgezet. Hitler was volgens hem zwaar ziek en stervende.
De verwaande Himmler ziet zichzelf als de enige die met de geallieerden zou kunnen onderhandelen. Hij dacht Eisenhower te kunnen overtuigen, als hij maar een gesprek met hem kreeg. Maar de geallieerden namen het aanbod niet ernstig en maakten Himmlers geheime démarche aan de pers over.
Het nieuws bereikte Hitler toen hij luchtmachtgeneraal Robert von Greim in zijn bunker ontving. Deze is ter plekke bevorderd tot veldmaarschalk en nieuwe opperbevelhebber van de Luftwaffe, in plaats van Göring.
Greim kreeg meteen opdracht om naar het noorden te vliegen en de verrader Himmler te arresteren. Met grote moeite kon hij met een vliegtuigje vanop de centrale laan in Berlijn opstijgen, onder het vuur van Sovjet-artillerie.
Hitler heeft nog diezelfde avond SS-Gruppenführer Hermann Fegelein laten doodschieten. Fegelein was Hitlers verbindingsofficier met Himmler en het bleek dat hij van Himmlers contacten op de hoogte was. Dat Fegelein getrouwd was met de zuster van Hitlers geliefde Eva Braun heeft hem niet kunnen redden.