4 mei 1945: Duitse capitulatie in Noordwest-Europa ondertekend in een tent op een vouwtafeltje
In deze rubriek brengen we dag op dag het verhaal van de ineenstorting van nazi-Duitsland, precies 75 jaar geleden. In een tent van veldmaarschalk Montgomery wordt de overgave ondertekend van alle Duitse strijdkrachten in het noordwesten van Duitsland, Nederland, Denemarken en Noorwegen.
De Duitse strijdkrachten in het noordwesten van Europa geven zich vanaf morgen over aan de Britse veldmaarschalk Montgomery. De capitulatie is vandaag ondertekend.
In de ochtend hield admiraal Dönitz hierover nog een bespreking met de voornaamste militaire en politieke leiders in zijn hoofdkwartier in Flensburg. Ondanks enkele bezwaren – generaal Jodl wilde Nederland als “troef” behouden - werd beslist de voorwaarden van Montgomery te aanvaarden.
De Duitse delegatie onder admiraal von Friedeburg keerde daarop terug naar het hoofdkwartier van Montgomery op de Lüneburger Heide. Die liet de Duitsers even wachten omdat hij met de pers bezig was. Er stonden camera’s en microfoons klaar.
De ceremonie vond plaats in een tent, aan een vouwtafeltje waarop een deken lag. Montgomery liet de inhoud van het te ondertekenen document voorlezen. Hij waarschuwde de Duitsers wat er zou gebeuren als ze niet zouden tekenen en verzocht vervolgens te tekenen. Von Friedeburg en de vier officieren die hem begeleidden, zetten daarop hun handtekening.
Het korte document, in het Engels en het Duits, begint met de bepaling: “Het Duitse opperbevel aanvaardt de overgave van alle strijdkrachten in Nederland, in Noordwest-Duitsland, de Friese eilanden, Helgoland en alle eilanden inbegrepen, in Sleeswijk-Holstein en in Denemarken, aan de opperbevelhebber van de 21ste Legergroep.” (Montgomery). Daar is op het laatste moment nog aan toegevoegd: "Alle schepen in dat gebied zijn daarbij inbegrepen". De belangrijkste Duitse marinehavens liggen daar immers.
Die overgave staat uitdrukkelijk los van een algemene capitulatie die voor heel Duitsland moet gelden. De Duitse legers blijven vechten tegen het Rode Leger in het noordoosten van Duitsland, Tsjechië en Oostenrijk, en ook tegen het communistische partizanenleger in Joegoslavië. In principe duurt ook de strijd tegen de Amerikanen en de Fransen in Zuid-Duitsland voort.
Over zo’n algemene capitulatie moet nu worden onderhandeld. Dat wordt een stuk moeilijker, omdat de Duitsers de strijd tegen "het bolsjewisme" niet willen opgeven.
De Duitse delegatie is diezelfde avond door de geallieerden weggevoerd richting Reims in Frankrijk, waar de geallieerde opperbevelhebber Eisenhower zijn commandopost heeft.
“Bijzondere gevangenen” bevrijd
In Niederdorf, een dorp in Zuid-Tirol, zijn 141 gevangenen uit de Duitse concentratiekampen bevrijd die de SS daar als gijzelaars had gehouden.
De meesten zijn “bijzondere gevangenen” (Sonderhäftlinge), prominenten uit binnen- en buitenland die onder de hoede van de Gestapo stonden. Anderen zijn Sippenhäftlinge, familieleden van vooraanstaande tegenstanders van het naziregime die werden terechtgesteld of die konden ontkomen.
Ze kwamen uit verschillende kampen, waar ze meestal afgezonderd werden van andere gevangenen en vergeleken met hen goed tot zeer goed werd behandeld, maar des te strenger bewaakt.
Naarmate de geallieerden naderden, waren ze eerst naar het kamp Dachau overgebracht en op 28 april door SS-troepen van de Sicherheitsdienst met bussen en vrachtwagens weggevoerd. De dag daarop werden ze in een paar hotels in Niederdorf ondergebracht
De gevangenen wisten dat de SS'ers hen niet levend uit handen zouden geven. Een van hen, de Duitse kolonel Bodislaw von Bonin (die in januari werd gearresteerd omdat hij de Duitse troepen in Warschau toestemming had gegeven zich terug te trekken) slaagde erin een bevriende generaal op te bellen op het hoofdkwartier van de Duitse legers in Italië.
Daarop kwam een officier van de Wehrmacht naar Niederdorf. Toen hij begreep dat het leven van de gevangenen in gevaar was, haalde de officier er een legercompagnie bij die de plek omsingelde. Met de steun van het Duitse opperbevel in Bolzano en van SS-generaal Karl Wolff (die intussen werkte aan de Duitse capitulatie in Italië) werden de gevangenen aan de Wehrmacht overgedragen.
De Gestapo zond nog een bevel de gevangenen te doden, maar ze bleven rustig in het hotel tot de Amerikaanse troepen arriveerden.
De “bijzondere gevangenen” kwamen uit 17 landen, maar de meesten zijn Duitsers. Onder hen de generaals Franz Halder en Alexander von Falkenhausen (de vroegere militair bevelhebber in België) en oud-minister van Economie Hjalmar Schacht. Ze werden verdacht deel uit te maken van het complot tegen Hitler, maar er waren geen bewijzen om hen te veroordelen.
Andere prominente Duitsers zijn dominee Martin Niemöller, die in zijn kerk oppositie voerde tegen het nazibewind, de in ongenade gevallen staalmagnaat Fritz Thyssen en prins Philipp von Hessen, die het ongeluk had met de dochter van de Italiaanse koning getrouwd te zijn (die dochter, prinses Mafalda, is in Buchenwald gestorven).
Onder de prominente buitenlanders vindt men onder meer de vroegere Oostenrijkse kanselier Kurt von Schuschnigg (opgepakt toen de Duitsers zijn land annexeerden), de Franse socialistische oud-premier Léon Blum en de Hongaarse oud-premier Miklós Kállay. Verder vooral officieren uit diverse landen, waaronder twee Britten met de familienaam Churchill.
Onder de Sippenhäftlinge bevinden zich liefst negen verwanten van kolonel von Stauffenberg en zeven van Carl Goerdeler (waaronder zijn vrouw en kinderen), de terechtgestelde leiders van het complot tegen Hitler.
De gevangenen zijn uiteraard opgelucht, maar toch betekent dit niet voor allen de vrijheid. De Duitse officieren worden meteen krijgsgevangenen en oud-minister Schacht is gezocht als nazimisdadiger.
De troepen die de gevangenen bevrijdden, maakten deel uit van het Zevende Amerikaanse Leger. Dat begaf zich na Duitse capitulatie in Italië naar Zuid-Tirol. De troepen hebben de Brennerpas bereikt, de bekendste grensovergang met Oostenrijk, en daar contact gemaakt met het Zevende Leger dat vanuit Beieren tot in Oostenrijk is doorgedrongen.
Verovering Berchtesgaden en Salzburg
Ten zuidwesten van München is nu ook het stadje Berchtesgaden in de Beierse Alpen bezet. De plaats is vooral bekend omdat Hitler er zijn buitenverblijf had.
Dat gebeurde door troepen van 3de Infanteriedivisie, een onderdeel van het Zevende Amerikaanse Leger. Die divisie was op weg naar Salzburg, even verder over de Oostenrijkse grens. Salzburg is meteen bezet.
De opmars van de divisie verliep vlot – mede dankzij de goede Duitse Autobahn naar Salzburg en daarom kreeg een bataljon toestemming om en passant Berchtesgaden in te nemen.
De inname van Berchtesgaden heeft niet veel meer dan een symbolische betekenis. Juist daarom leidde het optreden van het bataljon bijna tot een incident. Het geallieerde opperbevel had de eer om het "arendsnest" te veroveren toegewezen aan de 101ste Amerikaanse Luchtlandingsvisie en tegelijk aan de 2de Franse Pantserdivisie van generaal Leclerc.
De Fransen arriveerden pas in de avond, de 101ste luchtlandingsdivisie was nog onderweg. Leclerc was niet blij dat hij er niet als eerste was, maar toch zou zijn divisie de controle krijgen over de Obersalzberg, waar zich Hitlers Berghof bevindt.
Het Berghof en de bijgebouwen werden een week eerder zwaar beschadigd door een Brits bombardement. De SS-bewakingstroepen zijn vertrokken, na brand te hebben gesticht. Toch is nog heel wat intact gevonden, waaronder een volle wijnkelder.
Veldmaarschalk von Bock omgekomen
De Duitse veldmaarschalk Fedor von Bock (64) is overleden aan zijn verwondingen bij een luchtaanval. Zijn wagen werd gisteren door een Brits vliegtuig in het noorden van Duitsland beschoten, waarbij zijn vrouw en zijn stiefdochter gedood werden.
Von Bock is de enige Duitse veldmaarschalk die door het oorlogsgeweld omkomt, maar hij was niet meer in actieve dienst. Hij was al bijna drie jaar eerder door Hitler met pensioen gestuurd, nadat hij zijn leger in Rusland had moeten terugtrekken.
HIj was de oom van generaal Henning von Tresckow, een van de voornaamste samenzweerders tegen Hitler, maar hij had uitdrukkelijk afstand van hem genomen.