Krijgen we een tsunami aan psychologische klachten door de coronacrisis? Neen, maar wel storm op zee

Na de coronacrisis zal niet iedereen naar de psycholoog moeten hollen, schrijft Patrick Luyten, hoogleraar Klinische Psychologie aan de KU Leuven. Ja, er zal een aanzienlijke groep van mensen psychologische hulp nodig hebben, maar een tsunami aan psychologische klachten, zoals hij sommigen hoorde beweren, verwacht Luyten niet.

opinie
Prof. Dr. Patrick Luyten
Prof. Dr. Patrick Luyten is hoogleraar Klinische Psychologie aan de KU Leuven en University College in Londen.

Mogen we ons aan een tsunami van mensen met psychologische klachten verwachten nu het hoogtepunt van de COVID-19 pandemie (voorlopig) voorbij lijkt? Als we de pessimistische geluiden van sommigen mogen geloven wel. De geestelijke gezondheidszorg zou namelijk overspoeld worden door mensen die door de gevolgen van de pandemie ernstige psychologische problemen hebben ontwikkeld: angst, depressie, post-traumatische klachten.

Aan de andere kant van het spectrum zijn er ook meer optimistische geluiden te horen. Mensen zouden best wel tegen een stootje kunnen en deze crisis zou ook wel eens heel wat positieve gevolgen kunnen hebben voor ons welzijn. Tijdens de lockdown zijn mensen gaan nadenken over een betere balans tussen werk en privƩ. Telewerk zou breder ingang vinden, waardoor de filelast zou dalen met ook positieve effecten voor het milieu en ons psychologisch welzijn. En er zouden meer aandacht Ʃn grotere budgetten komen voor de (psychologische) gezondheidszorg.

Wie heeft er nu gelijk? En ligt de waarheid ook hier zoals vaak in het midden? Laten we in de eerste plaats maar heel voorzichtig zijn met voorspellingen, zeker omdat er nog veel onzekerheid is met betrekking tot het verdere verloop van de pandemie. Wat als er een tweede golf komt? Wat als er geen vaccin komt en het leven op anderhalve meter met heel veel veiligheidsmaatregelen het nieuwe normaal zal worden voor lange tijd? Wat als de financiƫle markten toch op een bepaald ogenblik crashen?

Veerkracht

In onzekere tijden valt men best terug op goed onderbouwde wetenschappelijke modellen om voorspellingen te maken. En die zijn er. Er wordt al decennialang onderzoek gedaan naar de veerkracht van mensen na ingrijpende ervaringen door toonaangevende onderzoekers uit de Verenigde Staten van Amerika, zoals George Bonanno van Columbia University en Ann Masten van Minnesota University, Michael Ungar van Dalhousie University in Canada en Ruth Feldman van het Interdisciplinary Center (IDC) Herzlia in Israël. De term veerkracht (resilience in het Engels) verwijst naar de capaciteit van mensen om zich aan te passen aan ingrijpende negatieve ervaringen, zoals het verlies van iemand die je dierbaar is, maar ook natuurrampen, waaronder de COVID-19 pandemie nu steeds meer lijkt te vallen. 

De meeste mensen vertonen heel wat veerkracht en hernemen snel hun leven

Uit dit onderzoek blijkt dat men een zestal trajecten kan onderscheiden inzake veerkracht van mensen na ingrijpende ervaringen. Hoeveel mensen welk traject vertonen, schommelt afhankelijk van het type van potentieel traumatisch ervaring en hoe lang die duurt (bijvoorbeeld het verlies van een dierbaar iemand versus het overleven van traumatische omstandigheden in een oorlogsgebied). Ondanks deze schommelingen, biedt onderzoek naar deze trajecten en het te verwachten aantal mensen in elk van die trajecten een stevig houvast voor zowel beleidsmakers als hulpverleners.Ā 

Het eerste en meest voorkomende traject van veerkracht is daarbij wellicht het meest verrassende in het licht van de boodschap van onheilsprofeten: na de meeste potentieel traumatische ervaringen vertoont het merendeel van mensen namelijk slechts een tijdelijke en beperkte impact op hun geestelijke gezondheid. Men neemt dan ook aan dat dergelijke minimal-impact resilienceĀ eerder normatief is. De meeste mensen vertonen heel wat veerkracht en hernemen snel hun leven. Zeker na de COVID-19 pandemie kan je verwachten dat veel mensen vrij snel de draad wee opnemen, althans als het verloop niet opnieuw meer dramatische gevolgen aanneemt. Het verdwijnen van de bedreiging voelt immers als een bevrijding en velen hebben goede hoop op een vaccin. Dat is bijvoorbeeld anders na ernstige terroristische aanslagen, waarbij de bedreiging in feite nooit afneemt. Maar ook dan zien we dat de meeste mensen snel hun gewone leven hernemen. En dat zien we inderdaad ook nu al bij COVID-19: boekingen van restaurants en vakanties komen volop op gang.Ā 

Een tweede traject is misschien evenzeer verrassend: een beperkte maar belangrijke groep van mensen functioneert net beter na een ingrijpende ervaring. Men spreekt dan ook van post-traumatische groei: het gaat om mensen die tijdens de crisis een nieuw perspectief op hun leven hebben ontwikkeld. Ze zijn meer dankbaar voor wat ze hebben, herschikken hun leven, maken andere keuzes. Of ze hebben ervaren dat ze toch het hoofd kunnen bieden aan hun problemen en tanken hier vertrouwen uit.

Sommige mensen zullen pas over enkele maanden klachten ontwikkelen of zelfs op nog langere termijn

"Bij mensen uit de zorg, zoals artsen en verpleegkundigen, maar in feite bij iedereen die om een of andere reden zijn of haar best heeft gedaan om toch maar overeind te blijven, is het risico op ernstige en meer chronische psychologische problemen erg groot, zeker wanneer ze geen hulp zoeken."
BELGA

Een derde traject moet ons al wat meer zorgen baren: hierbij gaat het om een aanzienlijke groep van mensen (schattingen schommelen tussen 15 en 25% van de bevolking) die wel degelijk verhoogde psychologische problemen rapporteert, die vrij lange tijd kunnen aanhouden. Een groot aantal van de mensen in deze groep kan baat hebben bij professionele begeleiding. Denk maar aan mensen die een familielid of vriend verloren hebben ten gevolge van COVID-19 en die verstrikt zitten in een problematisch rouwproces. Dat men vaak niet echt afscheid heeft kunnen nemen van iemand die overleden is, maakt het rouwproces er alvast niet makkelijker op. Ook mensen die ontslagen zijn of failliet gegaan zijn ten gevolge van de crisis kunnen tot deze groep behoren. En uiteraard eenieder voor wie de pandemie de spreekwoordelijke druppel was. Het goede nieuws is dat deze groep van mensen, al dan niet met professionele hulp, na een tijdje de draad weer kan oppikken. Samen vormen deze drie trajecten het overgrote merendeel van de populatie.Ā 

Maar tot daar het overwegend goede nieuws. Onderzoek toont namelijk aan dat er een belangrijke vierde groep van mensen is die pas klachten zal ontwikkelen binnen enkele maanden of zelfs op nog langere termijn. Ik denk dan vooral aan mensen uit de zorg, zoals artsen en verpleegkundigen, maar in feite iedereen die om een of andere reden zijn of haar best heeft gedaan om toch maar overeind te blijven. Bij hen is het risico op ernstige en meer chronische psychologische problemen erg groot, zeker wanneer ze geen hulp zoeken.

Dat geldt zeker ook voor een vijfde groep van mensen: zij die al tijdens de crisis ernstige psychologische problemen hebben ontwikkeld. Denk aan mensen die door een faillissement in een negatieve spiraal terecht komen van financiële, relationele en psychologische problemen. Of zij die te maken hebben gehad met intrafamiliaal emotioneel, fysiek en/of seksueel geweld tijdens de lockdown. Zeker bij jongeren kan hierdoor hun toekomst ernstig gehypothekeerd worden: ze vinden geen aansluiting bij leeftijdsgenoten, hun schoolse prestaties gaan er sterk op achteruit, en hun vertrouwen in anderen en de maatschappij in het algemeen raakt steeds meer geschonden. 

Tot slot moeten we ook denken aan de gevolgen van de pandemie voor een laatste groep van mensen: zij die reeds langerdurende psychologische klachten hadden. Een deel van deze groep is tijdens de crisis van de radar verdwenen en zal nu (opnieuw) zorg zoeken. Dat zal ongetwijfeld leiden tot een hernieuwde toestroom in de hulpverlening. Maar we dienen ons ook af te vragen of een deel van deze groep niet nog verder zal wegzinken in een isolement en de weg naar de hulpverlening niet zal vinden als we geen gerichte acties ondernemen.

"We dienen ons af te vragen of een deel van de mensen die reeds langerdurende psychologische klachten hadden niet nog verder zal wegzinken in een isolement en de weg naar de hulpverlening niet zal vinden als we geen gerichte acties ondernemen."
Aldo Murillo

Omgeving bepaalt veerkracht

Een belangrijk misverstand bij dit alles is dat men vaak denkt dat veerkracht vooral in een individu zit en te maken heeft met wilskracht of moed. Zelfs bij bepaalde hulpverleners leeft die misvatting. Veerkracht wordt nochtans voor een groot deel mee bepaald door de omgeving waarin men leeft en vooral hoe goed men ingebed is in positieve relaties met anderen. Wees maar eens veerkrachtig tijdens de COVID-19 pandemie als je leeft in een context gekenmerkt door armoede, geweld, verwaarlozing en uitzichtloosheid en waarin je weinig of geen mensen hebt die je een duwtje in de juiste richting kunnen geven. Vanuit je villa met tuin is dat eenvoudiger.

De COVID-19 pandemie werkt als een enorm vergrootglas van structurele sociaal-economische ongelijkheden in onze maatschappij

Vandaar ook dat de COVID-19 pandemie op dit ogenblik werkt als een enorm vergrootglas van structurele sociaal-economische ongelijkheden in onze maatschappij. Nu al blijkt uit onderzoek dat zij die zich bevinden in kwetsbare situaties niet alleen meer kans maken om een COVID-19 infectie op te lopen, maar ook om eraan te sterven. Ook de psychologische gevolgen zijn bij deze groep het grootste.

Dat komt wellicht voor een groot deel omdat zij tijdens het hoogtepunt van de pandemie vaak waren afgesloten van de psychologische hulpverlening die massaal overgeschakeld was op beeldbellen en fysieke afspraken tot het absolute minimum beperkte. Wie geen (goede) laptop of tablet heeft, kan moeilijk even beeldbellen met een hulpverlener. Hetzelfde geldt voor wie maanden op een klein appartementje heeft gewoond met het hele gezin en simpelweg geen contact durfde te zoeken met hulpverleners omdat hij of zij anders zou moeten toegeven aan z’n huisgenoten te kampen met psychologische problemen. Of uit vrees om "afgeluisterd" te worden door partner, broer of zus tijdens gesprekken met de psycholoog of psychiater.

Niet iedereen moet nu naar de psycholoog hollen. Laat ons onze aandacht vooral richten op de aanzienlijke groep van mensen die wel duidelijk baat heeft bij psychologische hulpverlening na deze crisis

Het zoeken van hulp voor psychologische problemen wordt bovendien niet zozeer bepaald door de ernst van problemen. Een gebrek aan vertrouwen in psychologische hulpverlening is daarbij de doorslaggevende factor. Dit wantrouwen beperkt zich overigens niet tot een bepaalde sociale klasse. Zeker in een wereld waarin angst voor besmetting door anderen nu zulke belangrijke rol speelt in grote lagen van de bevolking, is hulp zoeken voor psychologische problemen niet evident. Dat merk je ook nu al aan patiƫnten die zich wel aanmelden voor psychologische hulpverlening, maar zeggen liever nog wat te wachten vooraleer effectief gesprekken op te starten.

Het is dus erg belangrijk dat zowel beleidsmakers als hulpverleners inzetten op het bereiken van zij die het grootste wantrouwen hebben ten opzichte van de zorg en die als gevolg daarvan dreigen in een totaal isolement terecht te komen. Dat kan vooral door een positief beeld van psychologische hulpverlening uit te dragen, reacties van angst en wantrouwen te normaliseren en valideren, en mensen te ondersteunen bij het zoeken van hulp voor psychologische problemen.

Klimaat van respect

Dat wil overigens niet zeggen dat iedereen nu naar de psycholoog moet hollen. Dat zagen we reeds: na traumatische gebeurtenissen vindt het overgrote deel van de bevolking z’n evenwicht zelf wel terug, vooral door beroep te doen op zijn of haar eigen sociaal netwerk. Professionele hulpverleners kunnen hier vaak meer schade berokkenen dan goed te doen, zo blijkt uit onderzoek. Laat ons onze aandacht dan ook vooral richten op de trouwens aanzienlijke groep van mensen die wel duidelijk baat heeft bij psychologische hulpverlening na deze crisis.

Een tsunami van psychologische klachten wordt het dus wellicht (voorlopig althans) niet, wel zullen we in woelig water terecht komen. Zeker omdat veel mensen lang hebben moeten wachten om hulp te zoeken en nu massaal de stap zullen zetten. Aangezien veerkracht zeker niet alleen bepaald wordt door het individu, is het onze taak als maatschappij om nu een klimaat te creƫren waarin er respect, aandacht en zorg is voor eenieder, ongeacht zijn of haar traject doorheen deze crisis. Wacht niet langer, begin er nu mee.

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen