"U bent de winnaar! Klik hier": daders internetfraude amper gepakt, driekwart dossiers geseponeerd
Daders van internetfraude worden amper vervolgd. Dat blijkt uit de laatste cijfers van het kabinet-Justitie na een parlementaire vraag van Groen-parlementslid Stefaan Van Hecke. Drie vierde van de zaken wordt geseponeerd. Elk jaar dienen tot 20.000 mensen een klacht in wegens internetfraude.
Phishingmails, malware, ransomware: allemaal termen die draaien rond cybercriminaliteit. Oplichters proberen via het internet uw geld of gegevens te pakken te krijgen. Ze proberen u bijvoorbeeld op slinkse wijze vijandige bestanden te laten installeren op uw computer, doen u geloven dat u nog een achterstallige betaling moet doen, of veinzen dat u een wedstrijd hebt gewonnen en vragen vervolgens uw bankgegevens.
Elk jaar dienen in ons land tot 20.000 mensen klacht in omwille van internetfraude. Maar slechts een klein deel van die klachten leidt er effectief toe dat de dader bestraft wordt. Dat blijkt uit de cijfers tussen 2014 en 2018 die het kabinet Justitie meedeelde aan Groen-parlementslid Stefaan Van Hecke. Zo'n driekwart van de dossiers wordt zonder gevolg geklasseerd. En maar een kleine 7 procent belandt effectief voor de rechtbank.
De wettelijke instrumenten houden nog te weinig rekening met de snelheid van de criminelen en de vluchtigheid van de digitale bewijzen
"De hoofdreden hiervoor is dat de Belgische parketten en politie niet over voldoende middelen beschikken om internetfraude efficiënt te vervolgen", zegt Van Hecke. "Ze zijn echt onderbemand. Daarnaast is er nog niet voldoende wettelijk kader om samen te werken met het buitenland. Er is echt nood aan veel meer internationale samenwerking, en internetgiganten moeten gedwongen kunnen worden om mee te werken met justitie."
Dat de strijd tegen internetfraude beter kan, is geen nieuw inzicht. Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) benadrukt in zijn antwoord op de parlementaire vraag dat de kwestie nauw wordt opgevolgd, maar geeft toe dat het beter kan. "Het valt niet te ontkennen dat er een zeer grote nood blijft om bijkomend te investeren in cybercrime", zegt hij. Ook de internationale samenwerking is een werkpunt. "De huidige wettelijke instrumenten houden nog onvoldoende rekening met de snelheid waarmee de criminelen gebruik maken van de internationale mogelijkheden enerzijds en de vluchtigheid van de digitale bewijzen anderzijds. Daarenboven zijn overheden steeds vaker afhankelijk van grote private spelers op het internet wiens eigen beleid inzake medewerking met het gerecht niet altijd strookt met de wettelijke vereisten", aldus minister Geens.
Het Europees Parlement bespreekt nu wel een nieuwe zogenoemde "e-evidence-regelgeving". Die moet het makkelijker maken om bewijs van internetfraude op te vragen over de grenzen heen. "Het gaat allemaal wel bijzonder traag", zegt Stefaan Van Hecke (Groen). "We zouden de regering toch willen vragen om een tandje bij te steken om dat proces te gaan versnellen op Europees niveau."