19 mensen gedood bij etnisch geweld in Oost-Congo

In Ituri, een provincie in het noordoosten van het land, werden drie naburige dorpen gelijktijdig aangevallen door een gewapende militie. De aanval gebeurde gisteren. "Vijf mensen werden gedood in het dorp Lisey, twee in Tchulu en twaalf in Aloys", zei Innocent Madukadala, hoofd van de sector Banyali Kilo in de provincie Ituri. Volgens een plaatselijke chef ging het er erg wreed aan toe: “Sommigen werden vermoord met een machete, anderen werden doodgeschoten." Zes soldaten werden achteraf naar de dorpen gestuurd. Ze vroegen, volgens getuigen, aan de dorpelingen om tijdelijk hun huizen te verlaten.

Het leger krijgt de strijd tegen de gewapende milities maar niet onder controle. Het is een terugkerend conflict over het bezit van gronden tussen de Lendu-gemeenschap, die voornamelijk uit boeren bestaat en de Hema, vooral herders en handelaars. Volgens de plaatselijke verantwoordelijke heeft de Coopérative pour le développement du Congo (Codeco) militie deze “gecoördineerde aanval” gepleegd. Deze militie verdedigt de belangen van de boerengemeenschap Lendu.

Sinds 2017 zijn er in deze regio al 1.000 dodelijke slachtoffers gevallen. Bovendien zijn minstens een half miljoen mensen op de vlucht voor het geweld, volgens gegevens die de organisatie “International Crisis Group” vorige maand vrijgaf. 

Volgens een recent rapport van de VN zijn in de eerste helft van dit jaar minstens 636 mensen omgekomen bij dit soort etnisch geweld. “Het geweld is een misdaad tegen de mensheid”,  meldt de VN. 

Tussen 1999 en 2003 heeft het conflict tussen deze twee groepen het leven gekost aan tienduizenden mensen, tot een Europese troepenmacht tussenbeide kwam. Het bloedvergieten in de Ituri-regio maakt deel uit van een lappendeken aan problemen met gewapende milities in het oosten van Congo.