Wolf niet langer beschermd in de Verenigde Staten
Er is geen gevaar meer dat de wolf uitsterft, oordeelt de Amerikaanse federale overheid. En dus mogen de staten zelf beslissen of en welke bescherming de dieren voortaan genieten. Natuurbeschermers vinden dat veel te vroeg.
Zo'n 45 jaar nadat de wolf beschermd werd voldoet de soort niet meer aan de criteria van een met uitsterven bedreigde soort en daarom wordt de federale bescherming in de "Endangered Species Act" opgeheven. Dat heeft de regering Trump beslist. In de jaren 70 waren er nog nauwelijks 1.000 wolven. Nu is dat aantal aangegroeid tot 6.000.
Door de federale beslissing kunnen de Amerikaanse staten nu zelf beslissen wat er met wolven mag gebeuren, bijvoorbeeld of er op gejaagd mag worden. Vooral landbouwers klagen dat de wolven te veel vee aanvallen.
Natuurorganisaties vrezen dat de maatregel te vroeg komt, omdat de wolvenpopulatie zich nog niet overal heeft kunnen herstellen. Critici vinden de timing, enkele dagen voor de presidentsverkiezingen, geen toeval. Volgens hen wil president Donald Trump de kiezers in de staten van de Midwest op zijn hand krijgen met de beslissing om de wolf niet langer te beschermen.
De Britse natuurbeschermster Jane Goodall, bekend van haar strijd voor chimpansees, laat in een filmpje haar ongenoegen blijken over de beslissing over de wolf.
De federale bescherming gold niet overal in de Verenigde Staten. In Alaska, waar naar schatting meer dan 10.000 wolven leven, mag er enkele maanden per jaar op wolven worden gejaagd.