Armenië en Azerbeidzjan beloven geen burgerdoelen meer te bombarderen
Armenië en Azerbeidzjan zijn vrijdag op een nieuwe bemiddelingsbijeenkomst overeengekomen om tijdens de gevechten in Nagorno-Karabach niet opzettelijk burgers of burgerdoelwitten te viseren. De zes uur durende vredesgesprekken in Genève hebben vrijdag voorlopig nog niet geleid tot een nieuw engagement voor een staakt-het-vuren.
Topdiplomaten uit beide landen spraken volgens een verklaring van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), de belangrijkste bemiddelaar in dit conflict, voorts af dat ze zouden samenwerken om de lichamen van omgekomen soldaten uit te wisselen. Daarvoor zal er onder andere een veiligheidsgarantie worden gegeven aan het Internationale Rode Kruis (ICRC). Ook gingen beide partijen akkoord om elkaar binnen de week een lijst met krijgsgevangenen te bezorgen.
Tot dusver zijn drie pogingen tot een humanitaire wapenstilstand mislukt. Volgens gedeeltelijke rapporten zijn tijdens deze schermutselingen meer dan 1.250 mensen, onder wie meer dan 130 burgers, gedood. Het gaat om de zwaarste conflicten sinds de oorlog van de jaren 90, toen vielen er nog veel meer slachtoffers in Nagorn-Karabach.
