Standbeeld Leopold II weggehaald uit nis stadhuis Leuven
Vanmorgen is het standbeeld van koning Leopold II weggehaald uit de nis van het Leuvense stadhuis. De stad wil breken met het koloniale verleden. Het beeld weghalen bleek een hele karwei.
Al een paar maanden geleden besliste de stad om het beeld van koning Leopold II weg te halen uit de nis van het stadhuis. “Het beeld weghalen heeft een menselijke impact. We erkennen hiermee dat er ook vandaag nog mensen gevolgen dragen van de geschiedenis van het kolonialisme”, zei schepen van Diversiteit Lalynn Wadera (SP.A) toen. Vandaag werd het beeld ook effectief weggehaald. Daar kwam een hele voorstudie aan te pas.
Voorstudie
“Het is natuurlijk niet evident, het gaat om een natuurstenen beeld”, zegt Katrien Deckers, architect bij studiedienst gebouwen stad Leuven. ‘We moesten eerst zeker zijn van de fysieke toestand van het beeld en of er geen gebreken waren. De vraag was ook hoe het beeld was vastgemaakt in de nis. Daarom hebben we op voorhand onderzoek gedaan met een hoogtewerker en een steenrestaurateur. Daaruit bleek dat het onderaan vol in de mortel staat en aan de achterkant met een haak in de nis bevestigd is.”
Het beeld moest voorzichtig worden los gekapt uit de mortel
Het standbeeld van Leopold II is anderhalve meter groot en weegt meer dan 200 kilogram. Om het uit de nis te halen, werd een stelling gebouwd langs het stadhuis. “De stelling was nodig om de mensen ter plaatse te krijgen. Zij hebben de mortel los gekapt en dan heel voorzichtig houten balken er onder geschoven zodat men het beeld zachtjes uit de nis kon verwijderen. Het beeld werd ook lichtjes opgetild om het uit de haak te halen.”
Naar de kelder
Het beeld werd daarna stevig ingepakt en met een hijskraan voorzichtig naar beneden gehaald. Het beeld werd daarna overgebracht naar de kelder van het stadhuis. “Het stadhuis en de beelden zijn beschermd, de beelden mogen daarom het stadhuis niet verlaten, ze moeten ter plaatse blijven. De nis blijft voorlopig leeg. Louis Tobback zal er zeker niet in verschijnen”, zegt Katrien Deckers.
