Vrijheid van onderwijs mogelijk in het gedrang door nieuwe eindtermen, meent Raad van State
De Raad van State heeft "ernstige twijfels" bij de nieuwe eindtermen voor de tweede en derde graad middelbaar onderwijs. Die zouden te gedetailleerd zijn. Daardoor zou er te weinig ruimte zijn voor scholen om eigen accenten te leggen en dus een eigen pedagogisch project in stand te houden. De vrijheid van onderwijs staat in de grondwet en dat zou dus mogelijk in het gedrang komen. Als de nieuwe eindtermen niet aangepast worden, bestaat de mogelijkheid dat het Grondwettelijk Hof ze vernietigt.
Vrijheid van onderwijs staat in België in de grondwet. En die zou nu dus mogelijk in het gedrang komen, zo staat het in het advies van de Raad van State. Die instelling gaat bij wetsvoorstellen en decreten na of ze in lijn zijn met de grondwet. Het advies is niet bindend. Zelfs met een negatief advies kan een wet of decreet nog altijd gestemd worden.
Maar de kans is wel groot dat na een negatief advies iemand naar het Grondwettelijk Hof stapt. Als die ook oordeelt dat de grondwet niet gerespecteerd is, dan wordt de wet of het decreet geschrapt.
Bekijk hier het verslag van "Het Journaal" en lees voort onder de video:

Wat is het probleem met die eindtermen?
De eindtermen zijn de basiskennis, de minimumdoelen die bepalen wat elke leerling in het Vlaamse onderwijs moet leren en kunnen op school. Volgens de Raad van State zijn de nieuwe eindtermen voor de tweede en derde graad middelbaar onderwijs te gedetailleerd. Daardoor zou een school niet meer voldoende ruimte hebben voor een eigen pedagogisch project.
"De eindtermen die nu voorliggen zijn zo gedetailleerd en het zijn er zo veel dat we de roosters helemaal vol moeten proppen met die minimumdoelstellingen", zegt Lieven Boeve van Katholiek Onderwijs Vlaanderen. "Leerlingen zullen van alles iets leren, maar we kunnen niks meer ten gronde doen. Dat is dus nefast voor de kwaliteit. Tegelijkertijd is het ook een bedreiging voor de vrijheid van onderwijs want scholen en leerkrachten hebben geen ruimte meer voor eigen accenten."
"Ambitieus onderwijs is geen kwestie van eindtermen alleen", de Raad van State citeert in zijn advies een gemeenschappelijke boodschap van de SERV (Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen) en VLOR (Vlaamse Onderwijsraad). "Kwaliteit in onderwijs is het resultaat van een complex geheel van factoren zoals schoolbeleid, schoolcultuur, de pedagogische didactische aanpak...". Variatie moet voldoende mogelijk gemaakt worden om de vrijheid van onderwijs te waarborgen, aldus het advies.
De lat moet hoger
"Wat voor mij essentieel is, is dat we de lat hoger leggen met die eindtermen", zegt Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) in een eerste reactie. "Onze onderwijskwaliteit staat onder druk. We gaan er zienderogen jaar na jaar op achteruit. Dus de lat moet hoger."
Weyts wil het advies nog grondig doornemen, maar bevestigt wel al dat er dialoog nodig zal zijn: "Ja, vanzelfsprekend. Met zo'n advies ga je in dialoog en ik zal dat altijd blijven doen."
De timing wordt wel krap. De nieuwe eindtermen zouden in principe volgend schooljaar, in september moeten ingaan. Er is een onderwijsvernieuwing die nu al in de eerste graad van kracht is. Die leerlingen stromen volgend jaar door naar het derde middelbaar, dus de tijd dringt.
Maar als er nieuwe eindtermen zijn, moeten er ook nieuwe leerplannen en handboeken gemaakt worden. De leerkracht in de klas moet weten aan welke minimumdoelen hij of zij zich moet houden.