De traditie van de “totemannen”: “Het kerstkindje is oorspronkelijk heidens”
De Tiense suikerfabriek toont zijn warme hart, want deze week trakteren ze de medewerkers en bewoners van rusthuizen en zorginstellingen in de buurt op “totemannen”, een soort krentenbrood met suiker. Maar wat zijn die totemannen en vanwaar komt de traditie?
In totaal bakten de Tiense bakkers op vraag van de Tiense suikerfabriek 2500 totemannen. De medewerkers van de fabriek deden de totemannen in zakjes en brachten ze rond in verschillende woonzorgcentra. Totemannen zijn krentenbroodjes met suiker in de vorm van een kerstkindje.
Maar niet alleen in Tienen kent men de totemannen, ook in de rand rond Brussel, daar noemen ze het “cougnous”. “En hier in Sint-Pieters-Leeuw is het een kerstmanneke”, zegt gepensioneerd bakker Guido Devillé. “Ik heb het eens opgezocht en een “toot” is eigenlijk een kop. Ze zeggen “tote”, dat is dus eigenlijk het meervoud. Het is eigenlijk een koek met twee koppen aan, vandaar “totemannen”. Je kan het ook een beetje vergelijken met een kindje dat ingewikkeld is in doeken.”
Heidense oorsprong
Hoewel het broodje lijkt op een kerstkindje, is de oorsprong eigenlijk heidens. “Vroeger offerde men broden om in contact te komen met de doden en de goden. Daarna hebben de Christenen dat hervormd omdat ze de heidense gebruiken maar niets vonden. Ze hebben de vorm wat veranderd en er een kindje Jezus van gemaakt.”
Het is een mooie traditie die niet verloren mag gaan
De totemannen, kerstmannekes of cougnous worden altijd rond deze kerstperiode verkocht. “Het bestond al in de middeleeuwen. Het komt eigenlijk uit Noord-Frankrijk, Frans-Vlaanderen en zo is het afgezakt naar de Westhoek en naar Brussel. Toen ik nog in Brussel werkte, werden er de week voor Kerstmis enorm veel cougnous gemaakt. Dat was bijna niet bij te houden.”
“Het is afkomstig van het briochedeeg. De meeste bakkers maken het met het deeg van hun krentenbrood. Er zitten eitjes in, suiker en boter. Je kan het dan aanvullen met rozijnen, suikerstukjes of met chocolade. Een goede hobbybakker zal dat zeker zelf kunnen maken”, besluit bakker Guido. “Het is een traditie die duidelijk nog populair is, en ik vind dat we die traditie in ere moeten houden.”
