Vlaamse vissers maakten vorig jaar veel gebruik van de stillegvergoeding
42 van de 65 Vlaamse vissers in de Noordzee hebben vorig jaar gebruik gemaakt van de stillegvergoeding, dat vernam parlementslid Bart Tommelein (Open VLD) van minister van Visserij Hilde Crevits (CD&V). De vergoeding was een coronamaatregel die liep tussen 1 mei en 31 augustus vorig jaar. Omdat de horeca sloot en er ook geen markten meer waren, hadden vissers plots vis op overschot. Door de stillegvergoeding konden vissers om de beurt aan de wal blijven en is voorkomen dat de visprijzen helemaal zijn ingestort.
Met het bedrag van de vergoeding konden de vissers elk om de beurt aan de wal blijven. Grote vissersvaartuigen kregen 6.000 euro per week, kleine vissersvaartuigen 2.250 euro per week. Er werden in totaal 37 vergoedingen van 2.250 euro per week uitbetaald aan 15 kleine vissersvaartuigen. Daarnaast waren er 68 vergoedingen van 6.000 euro per week aan 27 grote vaartuigen.
(Lees verder onder de foto)
Steun mocht eigenlijk langer hebben geduurd
Voor reder Geert Degroote was de regeling erg nodig en mocht ze eigenlijk ook nog langer zijn blijven duren: "De manier van denken was natuurlijk: omdat we al met lage prijzen zaten, waren we wel verplicht om heel ons quotum op te vissen. Alles wat we wettelijk mochten vissen. We deden het wel gespreid, met de hele vloot. Elk om de beurt mochten we aan wal blijven. Dat was met een inschrijvingsperiode. Zo kon je die tegemoetkoming krijgen. Het was vorig jaar een moeilijk jaar en 't is nog altijd een moeilijk jaar. Eigenlijk zou zo'n vergoeding nu ook nog welkom zijn, want we zitten in hetzelfde straatje nu."
