Ondanks sabotage zet Iran een stap dichter naar kernwapens: het verrijkt nu uranium tot 60 procent
Terwijl in de Oostenrijkse hoofdstad Wenen onderhandelingen worden gevoerd over een nieuw internationaal akkoord over het Iraanse nucleaire programma, voert Teheran de druk op door een nieuwe stap te zetten in de verrijking van uranium. Het maakt bekend dat het in staat is om te verrijken tot 60 procent, wat drie keer meer is dan wat het vroeger ooit deed. Om kernwapens te maken, is een zuiverheidsgehalte van 90 procent vereist. Die cruciale drempel komt nu in zicht.
De eerste die het nieuws bekendmaakte, was Mohammad Bagher Qalibaf, de voorzitter van het parlement en een man van de harde lijn. "De jonge en godsvruchtige Iraanse wetenschappers zijn er in geslaagd om een product te bereiken dat tot 60 procent verrijkt is", zette hij triomfantelijk op twitter.
"De wilskracht van de Iraanse natie is miraculeus en bij machte om elke samenzwering onschadelijk te maken." Met dat laatste verwees hij naar de sabotage-operatie van zondag die een stroompanne veroorzaakte in Natanz en die - zo wordt door westerse inlichtingendiensten aangenomen - toch heel wat schade heeft aangericht aan de ondergrondse centrifuges. Die operatie was zo goed als zeker het werk van de Israëlische geheime dienst.
Demonstratie van technisch vernuft
Het nieuws van de parlementsvoorzitter werd later bevestigd door de directeur van het Iraanse Atoomagentschap Ali Akbar Salehi. Die verduidelijkte dat de installaties in Natanz nu 9 gram per uur produceren van het uranium van 60 procent, maar dat die hoeveelheid zou worden verlaagd naar 5 gram per uur. Voor Iran komt het er blijkbaar op aan om het eigen technisch vermogen in de verf te zetten. "We kunnen nu om het even welk verrijkingsniveau halen en op elk moment naar keuze", zei directeur Salehi.
Het nieuws komt niet helemaal als een verrassing. Inspecteurs van het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie brachten eerder deze week een bezoek aan Natanz. Ze hadden na afloop al gemeld dat Iran zich klaarmaakte om verrijking tot 60 procent op te starten. Dat zou gebeuren in bovengrondse installaties, niet in de ondergrondse die mogelijk zwaarder getroffen zijn door de stroompanne.
Druk op de ketel
Dat Iran de eigen prestatie zo sterk in de verf zet, heeft binnenlandse en buitenlandse politieke redenen. Voor het Iraanse publiek is dit een herbevestiging van de eigen nucleaire macht, na de sabotage-aanval van zondag op Natanz. Naar de wereld toe is dit een waarschuwing dat Iran elke aanslag te boven komt.
Het is veelbetekenend dat Iran volgens de bepalingen van het nucleair akkoord dat onder de Amerikaanse ex-president Barack Obama werd gesloten niet hoger mocht verrijken dan tot 3,67 procent. En zelfs voorheen, toen die deal nog niet van kracht was, bleef de verrijking beperkt tot 20 procent.
De stap naar 60 procent is dus een forse en duidelijke stap in de richting van 90 - het zogenaamde "weapon grade uranium", geschikt voor de productie van kernwapens. Anderzijds gaat het om beperkte hoeveelheden en een bewust traag gehouden productie. Het komt er voor Iran vooral op aan te demonstreren wat het kan, eerder dan dat het dit 60 procent-uranium nodig heeft of kan inzetten.
Het belangrijkste doel van Iran is allicht om sterker aan de tafel te komen tijdens de onderhandelingen over een nieuw nucleair akkoord. Voorbereidende en aftastende gesprekken daarover zijn sinds een tiental dagen aan de gang in Wenen. De VS zit daar nog niet aan dezelfde tafel als de Iraanse delegatie, maar via pendeldiplomatie proberen diplomaten uit andere landen (China, Rusland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland) toenadering tot stand te brengen tussen Washington en Teheran.
Een land dat niet meedoet, is Israël. Premier Benjamin Netanyahu heeft geen greintje vertrouwen in Iran. De vraag is hoe Israël zal reageren op de nieuwste Iraanse demonstratie.