Zo kunnen we ons wapenen tegen deze "nooit geziene" wateroverlast: "Bij onze kwetsbaarheid liggen de oplossingen"
Ofwel stond u de voorbije dagen zelf met de voeten in het water, ofwel keek u met open mond naar de taferelen die zich in het oosten van ons land afspelen. Maar hoe komt het eigenlijk dat we, hartje zomer, zulke extreme hoeveelheden regen te slikken krijgen? En vooral: kunnen we iets doen om dat, of tenminste de gevolgen ervan, tegen te gaan? Dit zeggen wetenschappers.
1. Hoe uitzonderlijk is deze regenval?
Weerman Frank Deboosere gaf op die vraag gisteren in "Het Journaal" een antwoord dat weinig aan de verbeelding overlaat: "Ik ben 34 jaar weerman, maar ik heb dit nog nooit gezien: van die omvang, in het volle zomerseizoen, dat is du jamais vu."
Wetenschappers treden hem volmondig bij. Professor Klimaatwetenschappen Wim Thiery (VUB) wees in "Terzake" al op de uitzonderlijke massa water die uit de lucht viel in Wallonië en dat deed ook professor hydrologie Patrick Willems (KU Leuven) in "De wereld vandaag" op Radio 1.
"De regenval van de afgelopen dagen in pakweg Limburg - meer dan 50 mm (of 50 liter per vierkante meter, red.) - is niet zo uitzonderlijk. Dat gebeurt wel vaker. Maar de regen die we in Wallonië hebben gehad, liep op tot meer dan 100 mm op 24 uur tijd. Dat is echt wel extreem. Dat doet zich maar eens om de tientallen jaren voor."
Ook Patrick Meire, professor integraal waterbeheer aan de UAntwerpen, moest eens met de ogen knipperen. "Ik ben niet meer heel jong, maar heb dit in mijn leven nog niet meegemaakt. Dit is zeer extreem."
2. Is dit dan het extreme weer door de klimaatopwarming waarvoor al langer gewaarschuwd werd?
"Eén extreme gebeurtenis is natuurlijk geen klimaatopwarming", reageert Meire. "Het gaat om een geheel aan factoren. We hebben de lange droogte gezien van de voorbije jaren, de hittegolf van onlangs in Noord-Amerika, de algemene stijging van de temperatuur. Al die verschillende voorvallen passen binnen de voorspelling van de klimaatopwarming. En die voorspelling komt volgens klimatologen ook sneller uit dan verwacht."
Dus ja, dit uitzonderlijke weerfenomeen valt heel duidelijk te koppelen aan de klimaatverandering. "Deze fenomenen komen steeds vaker voor naarmate het klimaat verder opwarmt", vertelt professor Thiery:

"We verwachten in de toekomst vooral een daling van de koudegolven en een toename van hittegolven. En er komt ook meer droogte en extreme regenval. Dat klinkt een beetje raar, maar het zijn twee zijden van dezelfde medaille die de klimaatverandering is. Het principe is het volgende: een warmere atmosfeer kan een grotere hoeveelheid water bevatten vooraleer die verzadigd geraakt. Dat betekent dat we langere perioden kunnen hebben zonder regen, maar wanneer het regent, is er meer water in de atmosfeer aanwezig die er in één pak kan uitvallen."
"Er zijn meer extremen", zegt professor Willems, maar we zijn ook blijven bouwen. Bekijk hieronder zijn toelichting in "Terzake":

Reken dus op meer droge periodes, maar ook op veel meer regen wanneer het dan wel regent. "Dat maakt dat we dat water onmiddellijk kwijt zijn en dat we op langere termijn, met zulke voorvallen, onze watervoorraden niet opnieuw gaan kunnen aanvullen."
3. Spelen voor de wateroverlast in ons land ook andere verklaringen mee?
Toch wel, want zeker in Vlaanderen zijn we gewoon heel kwetsbaar voor dit soort extreme regenval, bevestigt professor Willems. "In een bebouwde omgeving hebben we veel verharding, waardoor regenwater heel snel naar rioleringen wordt gebracht. Dat maakt dat die snel verzadigd geraken en dus ook overlopen."
Maar ook in landelijk gebied loopt het mis. "Daar zijn we sinds het midden van vorige eeuw heel wat zones gaan droogleggen. Dat zijn gebieden die van nature een sponsfunctie hadden en heel veel water vasthielden. Daar is nu drainage aangelegd, grachten, met als doel die gebieden beschikbaar te maken voor landbouw, bebouwing, industrie. Dat zorgt ervoor dat heel wat regenwater heel snel naar waterlopen gevoerd wordt. Op dat ogenblik krijg je heel snel stijgende waterstanden."
Als deze hoeveelheid water in Vlaanderen was gevallen, zouden de problemen nog een stuk extremer geweest zijn dan wat we nu gezien hebben
Willems is stellig: als de hoeveelheid water die in Wallonië uit de lucht viel in Vlaanderen was gevallen, zouden de problemen nog een stuk extremer geweest zijn. Nochtans waren de beelden uit pakweg Pepinster of Verviers al hallucinant genoeg, met water dat op een paar uur tijd meters stijgt.
"In Wallonië moet je rekening houden met het feit dat je daar een meer hellend landschap hebt, waardoor het water ook heel snel afstroomt", legt Willems uit. "Bovendien is dat ook afkomstig van meer bergachtige gebieden waar het de kans niet krijgt om in de grond te dringen. Dat zorgt voor die heel sterke stijgingen. Dat heb je in Vlaanderen dan weer iets minder."
4. Wat hadden we hier anders kunnen doen?
Klimaatexperten zeggen al jaren dat dit soort extreme weersomstandigheden vaker zal voorkomen. Het wordt dus hoog tijd dat we ons daarop voorbereiden, zegt Willems:

“We moeten water op meer plaatsen bufferen en in de grond laten dringen”
"Bij onze kwetsbaarheid liggen ook de oplossingen. We moeten meer van dat regenwater kunnen vasthouden en in de bodem laten dringen. En dan liefst nog op een manier dat we dat water kunnen bijhouden voor drogere periodes."
Er zijn wel degelijk oplossingen die onze kans op wateroverlast kunnen beperken én onze waterreserves meer kunnen aanvullen, weet Willems. "Ik denk bijvoorbeeld aan meer dammen in landelijk gebied, waar water kan worden tegengehouden. Ook gras- en bufferstroken in meer hellende gebieden, poelen of als het echt nodig is: wachtbekkens. Daar stockeer je het water en kan je het in de grond laten dringen om je grondwaterreserves aan te vullen."
Professor Meire treedt hem volledig bij. "We moeten ook rivieren meer de ruimte geven: rivieren moeten kunnen overstromen in valleien waar weinig bebouwing is. En in een laatste fase moeten we het water kunnen afvoeren. Dat vasthouden-bergen-afvoeren is waar we naar moeten streven."
(Lees verder onder de foto)
In bebouwd gebied moeten we ervoor zorgen dat er minder regenwater rechtstreeks naar de riolering wordt afgevoerd, voegt hij toe. "In een stad moet je lager gelegen zones creëren waar het water naartoe kan stromen, kan gestockeerd worden en dan langzaam in de grond kan dringen. Dat gaat de riolering ontlasten."
5. Kunnen die maatregelen ook de uitzonderlijke regen van de voorbije dagen opvangen?
Willems en Meire moeten toegeven dat overstromingen altijd mogelijk blijven bij dergelijke massa's water. "Je zult altijd overlast krijgen, maar je kunt de gevolgen wel wat verminderen."
"Daar waar de kans groot is dat het overstroomt, kan je de publieke ruimte bijvoorbeeld wat klimaatrobuuster inrichten. Je kunt bijvoorbeeld langs een straatkant muurtjes of borduren van 20 cm hoog maken, waarmee je water kunt bufferen en een soort bufferbekken creëert op straat. Dat zorgt misschien voor verkeersoverlast, maar verhindert wel dat water niet zo snel de huizen binnenstroomt."
6. Er zijn al wat inspanningen geleverd op Vlaams niveau, volstaan die?
Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) heeft de voorbije jaren al werk gemaakt van een "Blue Deal", die het waterbeheer, zowel bij droogte als overlast, moet aanpakken. Meire noemt dat belangrijke inspanningen:

Professor waterbeheer: "Je moet nu investeren om te vermijden dat dit soort rampen nog eens gebeuren"
"Als ze uitgevoerd worden, zullen ze in heel belangrijke mate helpen. Er is een bewustzijn bij de overheid en er is ook al wat gerealiseerd, maar het is duidelijk niet genoeg. De ideeën rond de Blue Deal van minister Demir zijn zeer positief, maar die zullen op grote schaal moeten worden gerealiseerd. Dat vraagt tijd, dat kan niet van vandaag op morgen."
7. Krijgen we die klimaatopwarming, en dus de extreme gevolgen ervan, nog gekeerd?
Europees Commissaris Frans Timmermans, bevoegd voor het Europese klimaatbeleid (de zogenoemde "Green Deal"), stelde eerder deze week hoopvol dat "we het nog kunnen redden". "Het wordt lastig, maar we kunnen het wel nog voor elkaar krijgen. Ik vind dat iets om te koesteren en snel mee aan de slag te gaan."
(Lees verder onder de foto)
Maar de boodschap van Thiery is toch wel ontnuchterend: "De opwarming die we genereren door de uitstoot van CO₂ is in de praktijk onomkeerbaar. We hebben een opwarming van 1 graad achter de rug en we hebben de stijging van fenomenen als hitte en extreme regenval zoals we die nu zien. Dit is niet om te keren."
We zullen ergens landen tussen een opwarming van 1,5 graad en 4 graden Celsius, denkt Thiery. En per graad opwarming van de atmosfeer kan die zeven procent meer water vasthouden. Water dat er dus ook kan uitvallen, zoals we de voorbije dagen aan den lijve hebben ondervonden. "Dat zal nog meer extremen genereren dan vandaag het geval is. Maar de keuzes die we de komende jaren maken, zullen bepalen waar we zullen landen en hoe extreem de gevolgen zullen zijn."