Na eerdere verwoestingen: ongerustheid over erfgoed en cultuur in Afghanistan met taliban aan de macht
Twintig jaar geleden bliezen de taliban de wereldberoemde boeddhabeelden van Bamiyan op en hielden ze ook lelijk huis in musea. Het Nationaal Museum van Afghanistan maakt zich zorgen nu de taliban weer aan de macht zijn. Ook internationaal klinkt een waarschuwing: in tijden van chaos is er gevaar voor plundering en illegale handel van kunstschatten. Van bepaalde voorwerpen worden al signalementen verspreid. Hedendaagse kunstenaars in Afghanistan zijn intussen erg op hun hoede.
Hoe zullen de taliban, de nieuwe machthebbers in Afghanistan, zich verhouden tot de kunstschatten van het land en de culturele sector in het algemeen? Wordt het anders dan 20 jaar geleden, toen er werd vernietigd en geplunderd? Zal de geschiedenis zich herhalen? Tot nu toe zijn er geen signalen in die richting, maar museumdirecteuren, archeologen en kunstenaars zijn er niet gerust in.
ICOM, een internationale koepel van musea gelinkt aan de Unesco, haalt de rode uitroeptekens boven in een tweet om te waarschuwen en de wereld te sensibiliseren. “Afghaans erfgoed dreigt te worden geplunderd en illegaal verhandeld.” ICOM voegt er een reeks foto’s aan toe van voorwerpen die mogelijk het land worden uitgesmokkeld en die dus de alarmbellen moeten doen afgaan.
Het Nationaal Museum van Afghanistan in Kaboel is voorlopig gespaard van plundering of vernieling, maar is wel bezorgd. Het museum roept alle partijen op om "de veiligheid van de kunstschatten te verzekeren en opportunisten geen kans te geven om voorwerpen het land uit te smokkelen".
Ook andere musea in Afghanistan maken zich zorgen, zoals de citadel van Herat of Mes Aynak, een boeddhistisch klooster in de buurt van Kaboel vol waardevol erfgoed. Afghanistan was eeuwenlang een belangrijk kruispunt van culturen op de zijderoute, met invloeden van hindoeïsme, boeddhisme, het zoroastrische geloof, jodendom, christendom en islam.
Muziek verboden, boeddhabeelden opgeblazen
Er zijn tot nu toe geen berichten dat de Taliban erfgoed heeft vernield, zoals 20 jaar geleden. Toen lieten ze de 6e-eeuwse gigantische boeddhabeelden van Bamiyan ontploffen, Unesco-werelderfgoed van 38 en 55 meter hoog, uitgehouwen in de rotswand. De taliban vonden ze heiligschennend voor de islam. Ook in het Nationaal Museum van Afghanistan in Kaboel werden toen massaal kunstvoorwerpen vernield of gestolen om te verpatsen op de internationale antiekmarkt.
Bekijk hier de beelden van de ontploffing van de boeddhabeelden van Bamilyan, twintig jaar geleden:

De taliban verzetten zich tegen alle menselijke afbeeldingen en verboden ook indertijd ook alle muziek. Of dat nu veranderd is, zal nog moeten blijken.
Kunstenaars wachten bang af
Hedendaagse kunstenaars in Afghanistan zijn in elk geval op hun hoede. Er zijn berichten dat artiesten hun ateliers of studio's verstoppen of zelfs hun werken doen verdwijnen uit vrees voor de taliban.
Filmregisseuse Sahraa Karimi richtte, net voor de inname van Kaboel door de taliban, een open brief tot de wereld, waar de schrik voor de taliban en hun behandeling van meisjes en vrouwen luid in doorklinkt. Sahraa Karimi is intussen uit Afghanistan weggevlucht.
Andere kunstenaars werken voort, zoals Omaid Sharifi. Hij maakt muurschilderingen met als thema empathie. "Mijn land moet geheeld worden en kunst kan daarbij helpen," zei Sharifi aan de NPR. Enkele dagen geleden maakte hij nog deze mural:
Shamsia Hassani, de eerste vrouwelijke streetartist van Afghanistan die ook in het buitenland werkt, blijft kritische tekeningen publiceren via sociale media.
Auteur Khaled Hosseini, bekend van de wereldwijde bestsellers "De vliegeraar" en "Duizend schitterende zonnen", spreekt in een interview met de BBC over een klein straaltje hoop als de taliban zich realiseren dat het land de voorbije 20 jaar is veranderd en als ze zich aanpassen aan die veranderingen. Hosseini verliet Afghanistan als kind al; hij woont in de Verenigde Staten en heeft een stichting die Afghaanse vluchtelingen helpt om naar hun land terug te keren.