Minister Weyts bezoekt zomerschool in Lubbeek: "Combinatie van leren met sport en spel slaat aan"
De zomerscholen werden vorig jaar uit noodzaak geboren, want door de coronacrisis liepen veel kinderen een leerachterstand op die ze in de zomer moesten inhalen. Maar het lijkt er op dat het initiatief een blijver wordt.
Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) bezocht vandaag de zomerschool in Lubbeek, de gemeente waar zijn partijgenoot Theo Francken burgemeester is. De zomerscholen werden vorig jaar voor de eerste keer georganiseerd. Ze moesten helpen om de leerachterstand bij te spijkeren, die kinderen hadden opgelopen door de coronacrisis.
"Het moest vorig jaar allemaal heel snel gaan", zegt minister Weyts. "Dit jaar is alles veel beter georganiseerd en is het aanbod uitgebreid. Het is een school, maar het is ook vakantie natuurlijk en dus moet het allemaal wat plezant blijven voor de kinderen. We hebben gemerkt dat de combinatie van bijlessen met sport en spel goed werkt. Hier in Lubbeek bijvoorbeeld is vandaag gewerkt met therapiehonden." In heel Vlaanderen lokt de formule van de zomerscholen zowat 11.000 kinderen.
Tweede keer in Lubbeek
"In Lubbeek is dit het tweede jaar dat we een zomerschool organiseren", zegt burgemeester Theo Francken (N-VA). "Zelfs mijn twee kinderen zitten hier, op hun eigen vraag trouwens", lacht hij. "Maar het publiek is heel divers, er zitten veel kinderen tussen die hun kennis van het Nederlands willen opkrikken. We zijn in de regio trouwens één van de weinige gemeenten die zo een zomerschool aanbieden."
De zomerschool was niet de enige plek die de minister vandaag in Lubbeek bezocht. Hij ging ook kijken naar twee projecten, waarvoor hij de gemeente Lubbeek subsidies gaf. Het gaat om de site van de kasteelschool, de nieuwe gemeenteschool die in Pellenberg wordt gebouwd. En de minister bezocht ook de werf van de kunstgrasvelden voor de lokale voetbalploeg.