Organisatoren van wake voor het bloedbad op het Tiananmenplein vervolgd wegens "ondermijnen overheid" in Hongkong
In Hongkong worden de leiders van de jaarlijkse herdenking van het bloedbad op het Tiananmenplein in Peking in 1989 aangeklaagd wegens "het ondermijnen van de staat". Dat gebeurt op basis van de nieuwe veiligheidswet die vorig jaar werd opgelegd aan Hongkong. De voorbije jaren was de wake voor Tiananmen verboden, maar dan wegens de coronacrisis.
De aanklacht is gericht tegen Lee Cheuk-yan, de leider van een Hongkongse alliantie voor steun aan democratische bewegingen in China, en twee van zijn medewerkers. Lee en een aantal van die mensen zitten al in de gevangenis wegens hun rol tijdens het democratische volksprotest in Hongkong twee jaar geleden.
Nu krijgen ze een nieuwe aanklacht, dit keer wegens "subversie tegenover de staat", een nogal vage beschuldiging die mogelijk is door de nieuwe "veiligheidswet" die China vorig jaar heeft opgelegd aan Hongkong.
Enkele dagen geleden is de politie van Hongkong ook al binnengevallen in het lokale museum ter herdenking van het bloedbad van 1989. Ook is voor honderdduizenden euro's tegoeden van de organisatie in beslag genomen. (Lees verder onder de foto).
Jaarlijkse kaarsenwake voor Tiananmen
Sinds de bewuste nacht van 4 op 5 juni 1989 in Peking wordt in Hongkong jaarlijks de moordpartij herdacht. Dat gebeurt met een nachtelijke kaarsenwake waar altijd veel volk op afkomt. Dat leidde tot ergernis bij het Chinese communistische regime, maar was in Hongkong mogelijk wegens het speciale autonome statuut dat was afgesproken bij de overdracht van Groot-Brittannië aan China in 1997.
De voorbije jaren probeerde Peking die beloofde vrijheden voor Hongkong steeds verder uit te hollen. Sinds 2019 waren de herdenkingen voor Tiananmen verboden, officieel om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Nu pakt het regime in Peking dus de wake en de organisatoren zelf aan.
"Geen Hemelse Vrede"
In het voorjaar van 1989 was het centrale plein Tiananmen ("Poort van de Hemelse Vrede") in Peking het toneel van zelden gezien volksprotest. Het plein vlak voor het oude keizerlijke paleis en het parlementsgebouw gelden als het symbool van de macht in China. Studenten, maar nadien ook andere geledingen van de Chinese maatschappij, kwamen er samen om sociale en economische hervormingen te eisen, nadien ook politieke wijzigingen.
Het regime wist zich geen raad met het protest en liet aanvankelijk betijen, temeer omdat er een machtsstrijd aan de top woedde. In de nacht van 4 op 5 juni 1989 was die beslecht in het voordeel van de "hardliners" en sloeg het leger het protest bloedig neer, op het grote plein, maar ook op andere plaatsen en steden waar het protest zich toen verspreid had. Sindsdien is het bloedbad "onbespreekbaar" in China en recent dus ook in Hongkong.