Gestolen, teruggevonden en nog steeds in mysterie gehuld: "Olympia" van Magritte te zien in 3e editie van Het Kunstuur
In Mechelen wordt vandaag de 3e editie van Het Kunstuur voorgesteld. Naast werken van Ensor, Delvaux en Permeke, zal ook "Olympia" van de Belgische surrealistische schilder René Magritte er te zien zijn. Dat schilderij werd in 2009 gestolen uit het René Magritte-museum in Jette. In 2012 dook het opnieuw op. De dieven zijn nooit gevonden en dat leidt nog altijd tot speculaties en geruchten, hoewel het gerechtelijk onderzoek al in 2014 werd afgerond.
Het Kunstuur is een initiatief van de broers Hans en Joost Bourlon. In de Heilige Geestkapel, tegenover de Sint-Romboutstoren in Mechelen, kunnen mensen in één uur tijd kennismaken met een reeks kunstwerken uit de periode 1850-1950. Elk werk wordt ingeleid door een Bekende Vlaming (deze keer o.a. door VRT NWS-collega's Fatma Taspinar en Rudi Vranckx en actrice Maaike Cafmeyer en politica Jinnih Beels) die uitlegt waarom het werk hem of haar aanspreekt. Meer dan de helft van de schilderijen komt uit privébezit en is nog maar zelden aan het publiek getoond.
"De eigenaar, een kunstverzamelaar, wandelde tijdens een vorige editie binnen en bood ons "Olympia" van René Magritte zelf aan voor Het Kunstuur", legt Hans Bourlon uit.
Diefstal op klaarlichte dag
We gaan terug in de tijd. 24 september 2009. Twee mannen bellen die dag aan bij het René Magritte-museum in Jette. Het kleine museum in de Esseghemstraat is gevestigd in het huis waar de surrealistische kunstenaar samen met zijn vrouw Georgette woonde van 1930 tot 1954. Ze zijn er niet voor een bezoek, de conciërge krijgt meteen een pistool tegen haar hoofd. De daders verdwijnen spoorloos met het schilderij "Olympia" van René Magritte. Volgens experts beeldt het werk (van 60 op 80 centimeter) zijn vrouw Georgette af, met een schelp, het symbool van de vruchtbaarheid. Magritte maakt het werk al in 1948 in zijn woning in Jette, maar het wordt pas in 1980 aan de buitenwereld getoond.
Op dit archiefbeeld zie je waar "Olympia" van Magritte oorspronkelijk hing in het museum in Jette:

Het werk van de Belgische surrealistische schilder wordt tussen de 700.000 euro en ruim 2 miljoen euro geschat. "Olympia" en het kleine museum zijn vrij bekend en er is dan ook meteen veel persaandacht voor de diefstal, waardoor de dieven het werk niet zomaar meer kwijt raken.
De daders zijn spoorloos. Al snel duikt de piste van "artnapping" op, naar analogie met kidnapping. Dieven benaderen dan de eigenaar of verzekeraar en zijn bereid het werk terug te geven, in ruil voor "losgeld".
Link met terrorist Khalid El Bakraoui?
Martin Van Steenbrugge, ex-undercoveragent, gespecialiseerd in kunstdiefstallen, neemt je in Het Kunstuur mee in het werk. Hij vertelt dat de verzekeringsmaatschappij 50.000 euro betaald heeft aan de dieven. Van Steenbrugge haalt ook een theorie aan die de link legt met Khalid El Bakraoui, de IS-terrorist die zichzelf opblies in het metrostation van Maalbeek, bij de terroristische aanslagen in Brussel. Volgens het federaal parket echter zijn de verhalen over een mogelijke link met Khalid El Bakraoui een eigen leven beginnen te leiden.
"De politie verdacht lange tijd IS-terrorist Khalid El Bakraoui als één van de daders", vertelt Van Steenbrugge in de expo. "Tot twee maal toe werd een hinderlaag opgezet om hem het schilderij tegen losgeld te laten terugbrengen. Maar hij rook onraad en daagde niet op. Uiteindelijk werd via een gepensioneerde collega-politieman (Janpiet Callens, red.) eind 2011 een ontmoeting georganiseerd met een tipgever en kon het werk worden teruggegeven aan de eigenaar. De dief heeft de waarheid meegenomen in zijn graf."
De dief heeft de waarheid meegenomen in zijn graf.
Dat er "losgeld" betaald is om het werk terug te krijgen, werd in die tijd ontkend door André Garitte, de directeur van het René Magritte Museum en Janpiet Callens, die toen nog voor de cel Kunstcriminaliteit van de federale politie werkte en daarna als consultant aan de slag ging.
Toch is er sowieso geld mee gemoeid wanneer het werk weer boven water komt. Janpiet Callens omschrijft dat geld nu als een "vindersloon". "Wanneer een schilderij weer opduikt via een tipgever is er een ongeschreven wet die zegt dat er een bedrag wordt betaald dat zo'n 5 tot 10% van de verzekerde waarde dekt."
"Te gemakkelijke lijn tussen twee kunstdiefstallen"
De theorie dat Khalid El Bakrouai de dief van de Magritte zou geweest zijn, bevestigt Callens niet aan VRT NWS. "Ik zie geen enkele link", zegt hij. Enkele jaren na de diefstal van de Magritte, in juli 2013 , worden uit het Museum Van Buuren in Ukkel een tiental schilderijen, waaronder een werk van Ensor, ontvreemd. In dat dossier duikt volgens een lang artikel uit Vanity Fair de naam van Khalid El Bakrouai als tussenpersoon op.
"Volgens mij is er in die periode een te gemakkelijke lijn getrokken tussen twee kunstdiefstallen in Brussel, die op zich weinig gelijkenissen vertonen", zegt Callens. "In Ukkel is de diefstal 's nachts gebeurd, zonder wapenvertoon of bedreiging. In Jette was het overdag en werd de conciërge bedreigd met een wapen. Er is inderdaad een vermoeden dat El Bakraoui betrokken was bij mislukte transacties na de diefstal in Ukkel, maar ik heb daar nooit bewijzen van gezien."
Identiteit daders onbekend
In september 2014 al raakt het nieuws bekend dat het gerechtelijk onderzoek naar de roof van "Olympia" is afgerond. Hoewel het schilderij terecht is, blijft het raden naar de identiteit van de dader(s). Die zijn nooit gevat, ondanks verschillende onderzoeksdaden. De diefstal blijft dus onopgelost. Het mysterie blijft, maar het werk kan vanaf maandag wel bewonderd worden in Mechelen.