De lichaamstaal van partijvoorzitters: durf ook het onderlinge debat aan

Het was een goed debat, de afgelopen week, in het parlement. Alle partijen hebben uitgebreid hun zeg kunnen doen. Misschien had het, achteraf bekeken, wat efficiënter kunnen verlopen, door sommige onderwerpen niet drie of vier keer aan bod te laten komen, en misschien is een zitting die meer dan 35 uur aanhoudt op den duur ook afstompend. Maar toegegeven, inhoudelijk was het debat verfrissend en waren de tussenkomsten op niveau, met vaak een ideologische tegenstelling tussen links en rechts, en met een discussie tussen de regering en de oppositie.

Wie naar "De zevende dag" heeft gekeken, heeft daar nu een lichaamstaaldebat bovenop gekregen. Er kan niemand zo met de ogen rollen als de voorzitter van de N-VA, Bart De Wever. Even fascinerend waren de grijnsgezichten van zowel De Wever als de voorzitter van MR, Georges-Louis Bouchez, toen de voorzitter van Vooruit, Conner Rousseau, het over de kernuitstap had.  

Maar goed, de voorzitters hadden het nog maar eens over dat fiscale voordeel voor de tweede, derde en alle latere woningen. En dat fiscale voordeel moet eruit, herhaalden in koor Conner Rousseau in "De zevende dag", en Vincent Van Peteghem, de CD&V-minister van Financiën, bij VTM. Het staat trouwens in de congresteksten van CD&V voor het congres in december.

Maar dat was dus allemaal buiten de waard gerekend, in dit geval de voorzitter van MR, Georges-Louis Bouchez, die tijdens de nachtelijke gesprekken voor de afschaffing ging liggen en die houding ook kwam verdedigen, met als het argument dat dit geen maatregel voor de rijken was: "Als mensen, die 4.000 tot 6.000 euro verdienen, een beetje geld willen opzijzetten, waar moeten ze het dan heen? De rente op spaarrekeningen is niet meer interessant en de beurs is gevaarlijk.”

En als Georges-Louis Bouchez erin geslaagd is de maatregel één keer te behouden, wie zal hem beletten dat te blijven doen?

Ook kernenergie kwam aan bod. De twee grijnzende voorzitters, die van MR en die van de N-VA, pleitten er opnieuw voor om de twee jongste kerncentrales open te houden. Bart De Wever argumenteerde dat “door een beroep te doen op de gascentrales we de vuilste energieproductie krijgen na Polen en dat door de groenste regering ooit”.

En dat sloot naadloos aan bij de demarche van Vlaams minister van Energie Zuhal Demir, die opnieuw een vergunning weigerde van een potentiele gascentrale, nu in Tessenderlo. Wat meteen leidde tot een bits debat, dit keer niet in het parlement en ook niet op tv, maar op sociale media, tussen de twee ministers van Energie.  

De federale, Tinne Van der Straeten (Groen), zei dat “de bevoorradingszekerheid en betaalbaarheid (dat zijn de eisen van het regeerakkoord om de kerncentrales te kunnen sluiten, red) een gedeelde verantwoordelijkheid zijn van alle regeringen in dit land". Waarop de Vlaamse minister, Zuhal Demir, terugbeet en zei “dat de stekker van voldoende propere energie ligt in handen van mijn federale collega. Laten we die vooral niet uittrekken.”

En dat gaat dus over het sluiten van de kerncentrales. Intussen had de federale regering vrijdag wel bekendgemaakt dat ze de windmolencapaciteit op de Noordzee verdrievoudigt, genoeg om alle Belgische gezinnen op termijn van fossielvrije energie te voorzien.  

Het ware boeiend geweest om al die argumenten over en weer, over de kerncentrales maar evengoed over het fiscale voordeel van de tweede woning, te aanhoren in een debat tussen de aanwezige partijvoorzitters. Tenslotte is "De zevende dag" het debatprogramma bij uitstek, en zowat de enige plek waar partijvoorzitters die verspreid zitten over de verschillende parlementen of soms zelf geen lid zijn van een parlement, kunnen debatteren.

En dus een hartelijke oproep aan de partijvoorzitters:  als de parlementsleden én de regering het debat aandurven, dan zou u dat als partijvoorzitters toch ook moeten wagen.