© Roel Nollet en Marijn Sillis

Nieuwe Nomaden: Oorlog en voetbal in Nagorno-Karabach

Één jaar na de oorlog om Nagorno-Karabach blijft Armenië verweesd achter. Azerbeidzjaanse soldaten hebben zich pal op de grens geposteerd, de grensbewoners in de ruige Armeense bergen zijn doodsbang. En toch wordt er nog gevoetbald. Roel Nollet  en Marijn Sillis reisden langs Armenië en Azerbeidzjan en maakten kennis met de nationale ploeg van een land dat eigenlijk niet bestaat.

De volledige reportage is vanavond te zien in "De Nomaden", waarin jonge reporters voor "Vranckx" op reportage gaan, om 20.10 uur op Canvas en VRT NU.

Aan de voet van de Kaukasus ligt Nagorno-Karabach. Een niet-erkende staat waar vooral etnische Armeniërs wonen. Veel meer dan wat uitgestrekte berglandschappen is het niet, maar er wordt stevig om gevochten. Bijna 30 jaar na de onafhankelijkheidsverklaring van Nagorno-Karabach, laaien de sluimerende conflicten in de regio weer op. Azerbeidzjan valt de enclave eind september 2020 binnen. Drones droppen bommen op de hoofdstad Stepanakert. Minstens 70000 mensen slaan op de vlucht. Sommigen steken hun eigen huizen in brand voor ze in de handen van de vijand kunnen vallen.

© Roel Nollet en Marijn Sillis

WK voetbal voor niet erkende staten

Marijn ging in 2014 al eens op reportage in Artsakh - zoals Armeniërs Nagorno-Karabach graag noemen. Hij volgde er toen de voorbereiding op de CONIFA, het wereldkampioenschap voetbal voor niet-erkende staten. Toen reed je de zelfverklaarde republiek nog zonder veel moeite binnen, maar de tijden zijn veranderd. Maanden op voorhand hebben we onze visa aangevraagd, maar op de dag dat we van de Armeense hoofdstad Jerevan naar Stepanakert willen rijden, krijgen we een njet. Russische vredestroepen zwaaien nu de plak in Nagorno-Karabach en buitenlandse journalisten worden geweerd. 

Gelukkig is er nog voetbal. De nationale ploeg van Nagorno-Karabach speelt een wedstrijd tegen Sisian, een stadje in de provincie Sjoenik, vlakbij de grens. Wij mogen de enclave niet in, maar het team mag wel naar buiten. Hoewel de tribunes leeg zijn, gaat deze wedstrijd voor de mannen op het veld over méér dan voetbal alleen. Voetbal is een zaak van nationaal belang. ’Ik denk dat onze verantwoordelijkheid nu veel groter is,’  zegt Sergey Asryan, de keeper van de ploeg. ‘Je wil gewoon het gevoel hebben dat je land gewonnen heeft’. 

Na de wapenstilstand in november vorig jaar nam Azerbeidzjan stukken land in Nagorno-Karabach in. Ze controleren ook het buffergebied dat eerst onder Armeense controle stond. Dat verlies is moeilijk te verwerken. ‘De oorlog is nooit gestopt’ horen we van de meeste Armeniërs. Veel mannen die aan het front zaten zijn furieus over dat novemberakkoord. ‘Wij, soldaten, hebben ons nooit overgegeven,’ klinkt het.

Kijk hier naar een fragment uit de reportage. Hieronder gaat her artikel verder.

Videospeler inladen...

‘Er zijn een paar goeie voetballers bij, zegt Marijn. Hij traint zelf al jaren jeugdploegjes. ’Geen Kevin De Bruyne’s, maar toch’. Absurd wel. Zo’n wedstrijd van een nationale ploeg van een land dat niet bestaat. Of ja, wel bestààt, maar niet erkend wordt. ‘Dit is hun manier om op één of andere manier te tonen wie ze zijn’.

Alle mannen op het veld waren ook aan het front. ‘Terwijl de ene wacht liep op een Armeense grenspost, zorgde een andere voor de bevoorrading. Iedereen deed zijn deel, en vocht tot het einde’. De blik in de ogen van de mannen wanneer we hen naar hun verhalen vragen, spreekt boekdelen. Wat er gebeurd is, zit nog veel te vers in hun geheugen. Sommigen klappen volledig dicht. De drones suizen nog na in hun oren en allemaal hebben ze vrienden die gesneuveld zijn. Als bij wonder raakte niemand van de ploeg zelf gewond. 

‘Vlak na de wapenstilstand, zijn we met het team samengekomen. We zijn naar Jerevan gereden en we hebben gevoetbald. We voetbalden met ons hoofd omhoog. En we besloten dat we voortaan ook op het veld moesten vechten. Wij Armeniërs moeten véchten. En winnen. Op het veld, maar ook daarnaast.’ zegt Sergey nog. Voetbal is ook oorlog. Maar dan zonder de loopgraven waar deze mannen hebben ingezeten. Geen drones. Geen aanvallen met verboden witte fosforbommen. Alleen de bal en twee doelen.

Wij Armeniërs moeten véchten. En winnen. Op het veld, maar ook daarnaast. Voetbal is ook oorlog maar dan zonder de loopgraven.

De wedstrijd tegen Sisian eindigt op 1-3. Deze wedstrijd neemt Nagorno-Karabach mee naar huis. De sfeer op de bus is uitgelaten. Terug naar Stepanakert. Elk land dat zichzelf respecteert heeft een eigen nationaal team. Elke gewonnen wedstrijd is voor deze mannen de bevestiging dat Nagorno-Karabach bestaat. De gedachte om ons in de bus te verstoppen en stiekem mee de grens over te rijden is verleidelijk, maar hoe dichter we komen, hoe meer tanks we passeren. We laveren tussen de militaire posten van Armeense, Azerbeidzjaanse en Russische troepen en stappen of in het laatste dorp voor de grens. We zijn aan het front.

Bekijk hier de volledige reportage:

Videospeler inladen...

Dit artikel kwam tot stand met de steun van het Fonds Pascal Decroos voor bijzondere journalistiek.

Meest gelezen