Coördinator Nationaal Park Hoge Kempen over ontbossing: “Je kapt niet meer zomaar bossen in Limburg”
Limburg is Vlaanderens bosrijkste provincie. Zo’n 40 procent van de bosoppervlakte in Vlaanderen ligt in Limburg. Terwijl de wereldleiders in Glasgow hebben afgesproken dat ze geen verdere ontbossing meer willen vanaf 2030 lijken de bestaande bossen in Limburg nu al veilig gesteld te zijn.
Je raakt niet zomaar meer aan onze bossen. Dat blijkt ook als je de felle en gemediatiseerde discussies rond enkele Limburgse natuurgebieden en bossen hebt gevolgd. Zowel het Essersbos als de Groene Delle bleven uiteindelijk gevrijwaard van kap. “Het bewijs dat we niet meer zo lichtzinnig omgaan met onze bossen als vroeger,” zegt coördinator Johan Van Den Bosch van het Nationaal Park Hoge Kempen. “Meer zelfs, de huidige Vlaamse regering doet wat dat betreft veel beter dan de vorige regeringen en nu komt er aan een steeds groter tempo bosoppervlakte bij. Al is dat uiteraard niet alleen maar in Limburg.”

Wereldleiders beloven einde aan ontbossing. Maar hoe is het gesteld met het bronsgroen eikenhout in Limburg?
De discussie over bos gaat ook over ruimte, want die is schaars in Vlaanderen. Terwijl werkgeversorganisaties tandenknarsend plannen voor nieuwe industrieterreinen moeten opbergen en vrezen dat Limburg een soort Bokrijk van Vlaanderen wordt, ziet Johan Van Den Bosch ook een economisch verhaal in het bosbehoud. “Limburg scoort als toeristische bestemming. Dat levert heel veel jobs en activiteiten op. De provincie kan zich profileren als een groene long en park van Vlaanderen.”
Nog volgens Johan Van Den Bosch is er ook een principiële reden om ook bij ons aan goed bosbeheer te doen en voldoende bos bij te creëren. “Je kan als welvarend land in het westen niet zeggen dat de inspanningen hier niet moeten gebeuren. We hebben ook een voorbeeldfunctie. Het klopt dat ontbossing vooral in Brazilië en Congo een zeer groot probleem is, maar als we zelf onze bossen niet beschermen hebben we ook geen recht van spreken. Dat geldt trouwens voor het klimaatbeleid in het algemeen.”
