VN ziet "extreme brutaliteit" bij alle strijdende partijen in Ethiopië: wie bestrijdt wie in recent opgelaaide conflict?
Moorden, groepsverkrachtingen, marteling, ... Het conflict in de Ethiopische regio Tigray gaat gepaard met "een extreme wreedheid" bij alle strijdende partijen en alle partijen "hebben schendingen gepleegd die mogelijk oorlogsmisdaden zijn". Dat staat in een gezamenlijk rapport van de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties en de Ethiopische Mensenrechtencommissie. Intussen breidt het conflict in Tigray zich uit naar de rest van het land, nu Tigrese rebellen aan het oprukken zijn naar de hoofdstad. Wie vecht tegen wie en waarom?
Op basis van meer dan 250 interviews stelden de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties (UNHRC) en de door de Ethiopische regering benoemde nationale Mensenrechtencommissie een rapport op over de burgeroorlog in de noordelijke provincie Tigray, die een jaar geleden begon.
Het rapport, dat slaat op de periode november 2020 tot juni 2021, is scherp en wijst alle strijdende partijen met de vinger. De oorlog in Tigray gaat gepaard met "een extreme wreedheid" bij alle strijdende partijen, stelden de twee commissies vast. Alle partijen hebben zich ook schuldig gemaakt aan schendingen die mogelijk oorlogsmisdaden zijn.
Er is sprake van moorden, marteling, groepsverkrachtingen en ontvoeringen van burgers door alle partijen. Alle strijdende partijen martelden gevangenen, onder wie burgers en ze hebben allemaal humanitaire hulp geblokkeerd. Moorden in dorpen op bepaalde etnische groepen werden gevolgd door wraakacties van de getroffen etnische groepen. Ook regeringssoldaten hebben onschuldige burgers uitgemoord, stelt het rapport.
Hoewel het vandaag uitgebrachte rapport niet over de laatste maanden gaat, blijven de Verenigde Naties naar eigen zeggen ook nu nog berichten van schendingen ontvangen, zoals granaatinslagen en bombardementen waarbij burgerdoden vallen, onmiddellijke executies en het op grote schaal uit hun huizen drijven van mensen.
Bekijk het verslag over het mensenrechtenrapport uit "Het Journaal":

Het is nu de vraag of dit gezamenlijk rapport een gerechtelijk gevolg kan krijgen. Ethiopië en buurland Eritrea (dat ook in dit conflict betrokken is) erkennen het Internationaal Strafhof in Den Haag niet en kunnen er dus ook niet door vervolgd worden.
De Ethiopische premier Abiy Ahmed kondigde wel aan dat hij een burgerlijk-militaire werkgroep in het leven zal roepen om de beschuldigingen in het rapport te onderzoeken. Tegelijk heeft de Ethiopische regering de VN eerder al verzekerd dat in het recente verleden al overtreders van schendingen veroordeeld en bestraft zijn, zo maakte VN-Mensenrechtencommissaris Michelle Bachelet bekend. Al stelt ze daarbij een "verontrustend gebrek aan transparantie" vast.
Wie strijdt tegen wie en waarom?
De burgeroorlog in Tigray begon in november 2020, na wekenlange hoog oplopende spanningen tussen de Ethiopische regering van premier Abiy Ahmed en het Volksbevrijdingsfront van Tigray (TPLF), dat de provincie Tigray controleert. Op 3 november vielen de strijdkrachten van het TPLF enkele militaire basissen van het Ethiopische leger in Tigray aan, naar eigen zeggen omdat ze vreesden dat de nationale regering een offensief tegen hen zou beginnen.
Even daarvoor had het TPLF namelijk verkiezingen georganiseerd in de regio Tigray, tegen de wil van de centrale regering in, die de nationale parlementsverkiezingen vanwege de covidpandemie had uitgesteld. De centrale regering van premier Abiy Ahmed weigerde de uitslag van de verkiezingen dan ook te erkennen. De premier beschuldigde het TPLF ervan zijn gezag te ondermijnen.
Na de inname van de militaire basissen stuurde de Ethiopische regering extra militairen naar Tigray en startte er een bloedig offensief, gesteund door milities uit de naburige provincie Amhara (zie kaart verderop in dit artikel) en soldaten uit buurland Eritrea.
Abiy Ahmed wilde de macht van het TPLF breken en het regeringsleger en zijn bondgenoten konden al snel een groot deel van de provincie Tigray bezetten. Eind november 2020 verkondigde de premier dat hij de oorlog had gewonnen, maar ook daarna bleven berichten van gevechten, chaos en onrust opduiken.
Hoe het ook zij, het conflict heeft ertoe geleid dat ongeveer 400.000 mensen in Tigray honger lijden, duizenden burgers gedood werden en meer dan 2,5 miljoen mensen in het noorden van Ethiopië hun huizen zijn ontvlucht. Niet alleen in Tigray leidde het conflict tot een humanitaire crisis waarbij de nood aan voedsel en medicijnen hoog is, ook in de omliggende provincies Amhara en Afar is dat het geval.
Daar bovenop kwam nog de noodlottige situatie van de vele Eritrese vluchtelingen die vanuit hun land naar het noorden van Ethiopië zijn gevlucht. Zij dachten veilig te zijn in de vluchtelingenkampen in Tigray, maar moesten door het conflict in Tigray opnieuw op de vlucht slaan.
VRT NWS was eind vorig jaar in Gondar, aan de grens met Tigray. Bekijk het verslag van Stijn Vercruysse en zijn ploeg over de vluchtelingencrisis daar ("Het Journaal" 18/12/2020)

Escalatie van jarenlange machtsstrijd
Hoewel de omstreden verkiezingen en de inname van de militaire kazernes door het TPLF aan de basis lagen van het huidige conflict, is het ook de escalatie van een jarenlange machtsstrijd tussen premier Abiy Ahmed en het TPLF.
Daarvoor moeten we enkele decennia terug in de tijd. Begin jaren 90 verdreef het Ethiopisch Volksrevolutionair Democratisch Front (EPRDF) onder leiding van Meles Zenawi dictator Mengistu Haile Mariam van de macht. Het EPRDF, een verbintenis van vier verschillende regionale groepen, leidde daarna als een soort coalitie het land, met Zenawi als premier.
Het Volksbevrijdinggsfront van Tigray (TPLF) was binnen die coalitie de machtigste groep. Na de dood van Zenawi in 2012 begon die macht van het TPLF geleidelijk aan te slinken.
In 2018 werd Abiy Ahmed premier van Ethiopië, als eerste uit de Oromo-bevolkingsgroep, nochtans de grootste bevolkingsgroep in Ethiopië. Aanvankelijk stond hij aan het hoofd van de EPRDF-coalitie waarvan de Oromo en ook het TPLF toen nog altijd deel uitmaakten, maar in 2019 richtte Abiy Ahmed een nieuwe nationale partij op, de Welvaartspartij. Omdat het TPLF niet in die nieuwe partij wilde opgaan, stapte het Tigrese Volksbevrijdingsfront datzelfde jaar uit de regering.
De spanningen bleven daarna oplopen. Het TPLF beschuldigde Abiy Ahmed ervan de macht te centraliseren ten koste van de regionale regeringen.
Tigrese rebellen rukken op
Terug naar het recentere verleden. De laatste maanden is het smeulende conflict tussen de nationale regering en de Tigrese rebellen opnieuw hevig opgelaaid. Nadat het TPLF in juni Mekele had veroverd, de hoofdstad van Tigray, kondigde premier Abiy Ahmed plots een eenzijdig staakt-het-vuren af en trokken de regeringssoldaten en hun bondgenoten zich terug. Het werd als een nederlaag voor de premier beschouwd.
Maar het geweld bleef voortduren. Midden oktober startte het Ethiopische leger dan met een nieuwe reeks bombardementen op Mekele. En intussen breidt het conflict zich alsmaar verder uit naar de rest van het land. Het TPLF heroverde niet alleen gebied in de eigen provincie Tigray, het heeft intussen ook delen van de naburige provincies Amhara en Afar bezet.
Afgelopen weekend maakten de rebellen bekend dat ze twee strategische steden in de provincie Amhara hadden veroverd, Dessie en het nabijgelegen Kombolcha, op zo'n 380 kilometer van de hoofdstad Addis Abeba. De rebellen lijken daarmee aan een opmars zuidwaarts naar Addis Abeba bezig. De regering ontkent dat dan weer. Het is nu afwachten of de Tigrese rebellen effectief de intentie hebben om verder op te rukken naar de hoofdstad.
De rebellen beweren ook dat ze de krachten hebben gebundeld of zullen bundelen met het Oromo Bevrijdingsleger (OLA). Opvallend, want premier Abiy Ahmed is zelf een Oromo. Het OLA prees hem ooit nog als de eerste Oromo-premier, maar uitte daarna zijn ongenoegen over de opsluiting van een aantal belangrijke Oromo-leiders door de regering. Een alliantie tussen het TPLF en het OLA kan het conflict nog vergroten.
Gisteren kondigde de premier een zes maanden durende noodtoestand af, als reactie op het escalerende conflict. Volgens de openbare omroep moet die noodtoestand de burgers "beschermen tegen de wreedheden" door het TPLF, dat een "terreurgroep" wordt genoemd.
De vijanden van de regering zullen "met ons bloed en beenderen begraven worden", verzekerde de premier zelf vandaag tijdens een toespraak. "De vijand zal begraven worden, de desintegratie van Ethiopië zal niet plaatsvinden."
Opvallende strijdvaardige woorden van een premier die in 2019 nog de Nobelprijs voor de Vrede won, voor zijn bijdrage aan het beëindigen van de Ethiopisch-Eritrese oorlog.
De premier riep enkele maanden geleden burgers ook al op om de wapens op te nemen tegen de Tigrese rebellen en herhaalde die oproep deze week. Door de noodtoestand uit te roepen, kan de regering burgers ook verplichten om in dienst te gaan bij het leger.
Maar ook bij de andere strijdende partijen worden aan de lopende band nieuwe rekruten ingelijfd. Een mogelijk gevolg daarvan is dat nog meer ongetrainde soldaten en milities aan het krijgsgewoel zullen deelnemen en er zo nog meer mensenrechtenschendingen zullen plaatsvinden.