Steeds minder reeën in het Zoniënwoud: "Te veel mensen komen hier wandelen"
Het aantal reeën in het Zoniënwoud gaat erop achteruit, dat blijkt uit een telling door de Stichting Zoniënwoud. In 2008 zijn ze gestart met de tellingen. “We zien een halvering in het aantal dieren dat we spotten sinds 2008. Het gaat de slechte kant uit”, dat vertelt Koen van Muylem van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek.
Reeën zijn de typische diersoort van het Zoniënwoud, maar toch komen ze steeds minder vaak voor. Koen van Muylem van Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek vermoedt dat er minder reeën zijn omdat we meer gaan wandelen in het woud. “De exacte reden waarom het er zo veel minder zijn, zijn we nog aan het onderzoeken. Maar we hebben wel sterke vermoedens dat het komt door de recreatiedruk. Er komen namelijk steeds meer mensen wandelen in ons bos, wat ook negatieve gevolgen heeft."
Veel mensen nemen ook hun hond mee en laten die los lopen. Dat is zeer slecht voor reeën, dat schrikt ze af
Eerst werd er gedacht dat de reeën niet met minder waren, maar dat ze zich gewoon verstopten. “We hebben een tijd gedacht dat we de reeën minder goed zagen omdat er meer struiken zijn. Daar zijn we stilaan van aan het terugkomen. We denken echt wel dat het door de wandelaars komt. Veel mensen nemen ook hun hond mee en laten die los lopen. Dat is zeer slecht voor reeën, dat schrikt ze af. En een hond kan zelfs een reekalfje doden”, vertelt van Muylem.
Everzwijnen de oorzaak?
“Nu zijn er ook everzwijnen, die zijn nieuw in het Zoniënwoud. Hun groep is redelijk klein, dus ik denk dat zij niet echt de reeën storen. We kijken vooral naar de vele mensen in het bos waardoor de reeën zich hebben moeten terugtrekken op een kleiner gebied”, aldus van Muylem. Een mogelijke oplossing zou het afbakenen zijn van bepaalde delen van het Zoniënwoud specifiek voor de reeën. Zo hoopt het Zoniënwoud de daling te kunnen ombuigen.
