Schikking van 626 miljoen dollar met inwoners van Amerikaanse stadje Flint na loodvergiftiging in drinkwater
De Amerikaanse staat Michigan heeft een schikking van 626 miljoen dollar getroffen met tienduizenden inwoners van het stadje Flint vanwege met lood verontreinigd kraantjeswater. Een federale rechter heeft het bedrag goedgekeurd, meteen de hoogste schikking ooit in Michigan.
"Dit is een historische en belangrijke dag voor de inwoners van Flint, die eindelijk gerechtigheid beginnen te zien." Aan het woord is Ted Leopold, een van de belangrijkste advocaten in de procedure die nu al jaren aansleept. Zeven jaar na de loodvergiftiging in het drinkwater van Flint (2014-2015), weten de slachtoffers eindelijk voor hoeveel ze vergoed zullen worden.
Een federale rechter keurde gisteren een schikking van 626 miljoen dollar goed (545 miljoen euro) met tienduizenden inwoners van het stadje, ten noorden van Detroit, in de staat Michigan. De staat Michigan betaalt het grootste deel van het geld, 600 miljoen dollar. De stad Flint betaalt 20 miljoen en ook een plaatselijk ziekenhuis en een bouwbedrijf betalen mee.
Het grootste deel van het geld zal naar minderjarige slachtoffers gaan. Hoeveel elk kind zal krijgen, is nog niet duidelijk. Meer dan de helft van de 81.000 inwoners van Flint had zich aangemeld om een deel van de schikking te onvangen. De rest van het geld gaat naar volwassenen die verwondingen kunnen aantonen, maar ook naar eigenaars van bedrijven en naar iedereen die destijds een waterrekening heeft betaald.
"Het is een lang doodvonnis en we wachten alleen nog op de executie." Begin 2018 zocht VS-correspondent Björn Soenens enkele inwoners van Flint op, bekijk hier zijn reportage van toen ("Het Journaal" 19/1/2018):

Bruin water
De problemen met het drinkwater in Flint begonnen in 2014. Ooit was Flint een welvarende stad, met de grootste fabriek van autoproducent General Motors. Maar daarna kwam het verval en om te besparen besliste de stad met goedkeuring van de toenmalige gouverneur van Michigan om tijdelijk over te schakelen op drinkwater uit de gelijknamige rivier Flint, in plaats van water uit de naburige stad Detroit te gebruiken.
Maar door de zuurtegraad van het rivierwater bleek het lood van de oude waterleidingen te lossen, waardoor er bij de inwoners met lood vervuild water uit de kraan kwam. Dat water verloor ook zijn helderheid en kleurde vaak oranje, geel of bruin. Desondanks betaalden gezinnen 150 dollar en meer per maand voor giftig water dat ze niet konden gebruiken.
In de herfst van 2015 werd na een onderzoek opnieuw overgeschakeld op drinkwater uit Detroit, maar bij vele inwoners was het kwaad al lang geschied. De klachten van de vaak arme, zwarte inwoners vonden echter lang geen gehoor.
In verschillende onderzoeken werd uiteindelijk loodvergiftiging bij een groot deel van de bevolking vastgesteld. Meer dan 25.000 mensen bleken gezondheidsschade opgelopen te hebben, zoals diarree, huiduitslag of haaruitval. Sommige kinderen hebben blijvende hersenschade. Lood kan de ontwikkeling van een kinderbrein verstoren en aandachts- en gedragsproblemen veroorzaken.
Ecologisch racisme
Uiteindelijk werd de staat Michigan ervan beschuldigd het rivierwater onvoldoende behandeld te hebben, hoewel ze herhaaldelijk de risico's van het gebruik ervan heeft onderzocht. En nu is er dus die schikking van 626 miljoen dollar.
Daarmee is de zaak-Flint nog niet volledig van de baan. Er loopt onder meer nog een strafrechtelijke procedure tegen 9 mensen, onder wie de toenmalige Republikeinse gouverneur Rick Snyder.
Eerder kreeg het hoofd van de plaatselijke drinkwatermaatschappij al een schadevergoeding van 300.000 dollar omdat ze onterecht ontslagen was wegens de vergiftiging. Ook dat geld wordt door de staat Michigan betaald.
Volgens sommigen was de loodvergiftiging in Flint een schoolvoorbeeld van ecologisch racisme, aangezien de inwoners van Flint vooral zwart zijn. Ecologisch racisme is een vorm van structureel racisme waarbij gekleurde gemeenschappen onevenredig hard getroffen worden door gezondheidsproblemen doordat het beleid hen dwingt om dicht bij vervuilde of giftige grond te wonen, zoals rioleringen, mijnen, stortplaatsen, elektriciteitscentrales en grote wegen.