Ziekenhuis in Herstal sluit tijdelijk spoed door hoge coronadruk: "Limiet bereikt van wat menselijk mogelijk is"
De spoedafdeling van het ziekenhuis André Renard in de Luikse stad Herstal wordt tot maandagochtend gesloten, zij het dan wel met minimale dienstverlening. Aanleiding: een gebrek aan mensen en vermoeidheid bij het aanwezige personeel door de hoge coronadruk. Bij de federale overheidsdienst Volksgezondheid horen we bezorgdheid en begrip: "Al 2 jaar presteren die mensen boven hun eigen limieten. Nu zijn de batterijen leeg."
"Al twee jaar levert het voltallige ziekenhuispersoneel de grootste inspanning in de strijd tegen COVID-19", laat het ziekenhuis weten. "Wij hebben alle middelen uitgeput die ons in staat stellen onze taken als algemeen ziekenhuis uit te voeren en wij hebben de limiet bereikt van wat menselijk mogelijk is."
De spoedeisende hulp is daarom sinds gisterenmiddag 14 uur gesloten en zal pas maandag 13 december om 8 uur opnieuw openen. Op die manier wil het ziekenhuis een toevloed van nieuwe patiënten tegengaan. In diezelfde periode vinden ook enkel nog essentiële ingrepen plaats.
"Wij zijn ons bewust dat dit op lange termijn niets oplost", klinkt het verder. "Zonder een opwaardering van het verplegend beroep zal de situatie de komende maanden nog verslechteren, dus structurele maatregelen dringen zich op."
Proces-verbaal
Het kabinet van minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke betreurt de situatie, maar reageert ook scherp. "Telkens wanneer het ziekenhuis gaat weigeren om een patiënt op te nemen die doorgestuurd wordt via de 112, zal de inspecteur van de gezondheidsinspectie van de federale overheidsdienst Volksgezondheid een proces-verbaal kunnen opstellen voor inbreuken op de wet van 1964 over dringende geneeskundige hulpverlening en dat overmaken aan het parket en het ziekenhuis."
De kans is klein dat het zover zal komen: na crisisoverleg met de FOD Volksgezondheid gisteravond heeft het ziekenhuis wel ingestemd met minimale dienstverlening. Er zijn ook afspraken gemaakt met omliggende ziekenhuizen over een betere spreiding.
Nu zijn we effectief op het punt dat het zelfbehoud belangrijker wordt dan de dienstverlening voor de burger
"We hebben opnieuw geprobeerd om de breuk in de dijk dicht te plamuren", zucht Marcel Van der Auwera van de overheidsdienst Volksgezondheid in "De ochtend" op Radio 1. "Maar er begint heel veel plamuur op die dijk te zitten."
"Eerste dominosteen"
Betekent dit dat er nog ziekenhuizen zullen kiezen voor een vergelijkbare stop? "Het is de eerste dominosteen", zegt Van der Auwera. "De zorg is uitgeperst. Mensen uit de eerste en tweede lijn kaarten dit al heel lang aan, maar ze krijgen maar heel weinig gehoor. Nu zijn we effectief op het punt dat het zelfbehoud belangrijker wordt dan de dienstverlening voor de burger."
Van der Auwera wijst erop dat dit al twee jaar duurt. "Zorgverleners absorberen al 2 jaar lang de covidpieken. Maar als die voorbij zijn, moeten ze de uitgestelde zorg inhalen. Soms presteren ze tot 26 procent extra tussen 2 covidpieken in. Dus al 2 jaar presteren die mensen boven hun eigen limieten. Nu zijn de batterijen leeg."
Nu is het aan ons om de medewerkers ziekenhuis de nodige zuurstof te geven, vindt hij. "Maar we weten allemaal: die extra aan het bed zijn er morgen niet. Die moeten eerst worden opgeleid."
Beluister hier het gesprek met Van der Auwera in "De ochtend" op Radio 1:
