foto Peter Hilz (C)

Wie een milieumisdrijf pleegt, moet zich zelden of nooit voor een rechter verantwoorden

Milieumisdrijven worden geseponeerd, of er wordt een administratieve boete uitgreschreven. Maar overtreders voor een rechter brengen? Het gebeurt nog altijd heel zelden. In Brussel, het parket met het grootste aantal dossiers, zelfs helemaal nooit.

Bij chemiebedrijf 3M in Zwijndrecht is het al een tijdje duidelijk: het bedrijf kon de voorbije jaren zijn gang gaan, zonder veel risico ooit ter verantwoording geroepen te worden. Zo overschreed het bedrijf vele jaren de waarden uit zijn milieuvergunning voor het lozingswater - wat de overheid bovendien wist - maar kwam er nooit een sanctie. Behalve in 2019, toen het bedrijf een boete kreeg van een goeie 7.200 euro.

Slechts heel zelden moeten milieu-overtreders zich verantwoorden voor de rechter. Dat blijkt uit cijfers die Kamerlid Stefaan Van Hecke (Groen) opvroeg bij justitieminister Vincent van Quickenborne (Open VLD). "Het meest sprekende voorbeeld is natuurlijk het gerechtelijk arondissement Brussel", zegt Van Hecke. "Ongeveer 4.000 dossiers per jaar, maar jaren aan een stuk nul dagvaardingen." (Al staat daar dan tegenover dat er nergens meer administratieve sancties - boetes, eigenlijk - worden uitgeschreven dan in de hoofdstad.)

Het gemiddelde waarvan sprake in de grafieken is het gemiddelde van de cijfers tussen 2016 tot 2020.

Hoe dat kan? De politiek is nooit bijzonder geïnteresseerd geweest in milieumisdrijven. Milieurechters zijn er amper, en de parketten hebben weinig specialisten in huis. Zo komt het dat er niet of nauwelijks vervolgd wordt. "Slecht vijf tot zeven procent van de milieumisdrijven komt finaal voor een rechter."

Parketten seponeren nog altijd heel vaak, wat ook met een gebrek aan personeel te maken heeft. Van Hecke: "Ze moeten keuzes maken, ze kunnen zelfs niet meer dagvaarden want ze hebben de mensen niet. Met de huidige gebrekkige capaciteit kunnen ze vaak niet volgen."

Wat daarbij opvallend is: er zijn grote verschillen per regio. In de regel worden in Vlaanderen een stuk meer dossiers geseponeerd dan in Wallonië. "Het komt er eigenlijk op neer", zegt Van Hecke, "dat het afhangt van je woonplaats of je gestraft wordt."

Betekent dat dat er helemaal niet vervolgd wordt? Nee, alleen niet voor een rechter. Als het parket besluit om niet te vervolgen, belandt een dossier weer op de tafel van de administratie - in Vlaanderen de Omgevingsinspectie, de vroegere milieu-inspectie. En die kan dan boetes uitschrijven.

Hoe dan ook pleit Van Hecke ervoor dat er nu werk gemaakt wordt van bijkomende milieu-expertise bij rechters en parketten. Zoals ook al voorzien is in het regeerakkoord. "Dat erkent het gebrek aan specialisatie. Een zaak als die van 3M toont aan dat er nog serieus werk aan de winkel is als het gaat over de opvolging van milieumisdrijven."

"Naast de nood aan meer specialisatie is er ook gewoon een tekort aan magistraten die milieumisdrijven kunnen behandelen. De specialisatie moet in elk arrondissement wettelijk verankerd worden. En er is ook een gebrek aan specialisatie bij de politiediensten, essentieel toch om de strafonderzoeken grondig en met expertise te kunnen voeren."

"We botsen op de grenzen van het systeem", vindt Jan Van den Berghe, milieurechter in Gent en Oudenaarde. Herbeluister hier het gesprek met hem in "De ochtend" op Radio 1:

Meest gelezen