Justitieminister Van Quickenborne over rellen na betoging: "Met plaatsverbod kan je preventief optreden"
De minister van Justitie Vincent Van Quickenborne pleit voor een plaatsverbod tegen relschoppers. Volgens de minister is zo'n plaatsverbod een handig instrument om te vermijden dat herrieschoppers deelnemen aan betogingen zoals die van afgelopen zondag. "Politie en parket doen hun werk, maar altijd na de feiten. We moeten kijken wat we ook preventief kunnen doen", aldus de Justitieminister.
Drie dagen na de betoging reageert minister van Justitie op de rellen na de betoging van afgelopen zondag. Toen verzamelden ongeveer 50.000 mensen uit binnen- en buitenland voor een betoging tegen de coronamaatregelen. Aan het einde van de betoging werden 228 mensen opgepakt die de openbare orde verstoorden. 11 mensen werden gerechtelijk aangehouden, zij worden ook effectief verdacht van een misdrijf.
Tijdens en vooral na de betoging kregen agenten het zwaar te verduren. Ze werden in het nauw gedreven en kregen stenen, hekken en zelfs een brandende vuilbak naar hun hoofd geslingerd. Verder ook heel wat vernielingen aan het straatmeubilair en aan gebouwen. Veel mensen hebben de indruk dat er gevoel van straffeloosheid heerst, omdat er "maar" 11 mensen gerechtelijk zijn aangehouden.
Maar de minister countert die kritiek en ontkent dat er niet hard genoeg wordt opgetreden tegen relschoppers bij manifestaties zoals vorige zondag in Brussel. Hij geeft wel toe dat het tijd vraagt om de echte daders op te sporen en een sterk dossier tegen hen te hebben. "Identificatie is allesbehalve evident", legt de minister uit. "Het gaat om relschoppers die gemaskerd zijn, die opereren in bendes. En op het ogenblik van die manifestatie is de politie eerder bezig om de veiligheid van de mensen te garanderen dan mensen te arresteren en onmiddellijk te vervolgen."
We moeten vermijden dat een kleine minderheid die betoging kaapt

Daarom pleit Van Quickenborne voor een plaatsverbod voor de ergste relschoppers, zoals dat nu gebeurt bij voetbalhooligans. "We moeten vermijden dat een kleine minderheid die betoging kaapt. Met een plaatsverbod tegen dat soort relschoppers kan je preventief optreden om te vermijden dat ze deelnemen aan dat soort betogingen. Een plaatsverbod is een nuttig instrument. Daar moeten we nationale afspraken over maken. Het is een krachtig instrument om te vermijden dat justitie telkens na de feiten komt ", besluit de Justitieminister.
Minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) liet eerder deze week al verstaan te "evalueren we wat er nog beter kan". Volgens haar is het niet eenvoudig om potentieel gevaarlijke mensen op voorhand tegen te houden. "Het is niet altijd zichtbaar. We moeten ook vermijden dat de politie bij de start van de betoging al ingrijpt en dat iedereen dan zegt dat disproportionele middelen worden gebruikt tegen mensen die gewoon komen betogen", aldus Verlinden.
Op een persconferentie vanmiddag maakten politie en parket de balans op van alle coronabetogingen sinds 21 november vorig jaar. Dat zijn er zes. In totaal is er een onderzoek gestart tegen 61 mensen. Zij riskeren dus voor de rechter te moeten komen.