"Hoelang kunnen wij dit als politie nog tolereren?": korpschef kaart geweld tegen agenten aan in open brief
"Er ontstaat een gevaar tot gewenning voor agressieve toon tegenover de politiemensen op het terrein. Vraag is, hoelang wij dit als politieambtenaren nog kunnen tolereren?" Dat schrijft Yves Asselman, korpschef bij de lokale politie regio Rhode & Schelde in een open brief. Daarmee wil hij het geweld tegen de politie en het verloop van de betoging van afgelopen zondag aankaarten.
"Voor het eerst in mijn loopbaan voel ik de absolute noodzaak om eventjes aan de alarmbel te trekken. Na bijna 43 jaar ervaring bij de politie, zie ik een evolutie die me echt verontrust en zelfs bang maakt. Ik weet dat vele korpscheffen en collega’s samen met mij deze bezorgdheid delen." Zo begint Yves Asselman, korpschef bij de lokale politie Regio Rhode & Schelde, zijn open brief (zie video hieronder).
Die is gericht aan onder meer de minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) en minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V), maar ook aan "iedereen die even wil luisteren". Asselman wil met zijn brief steun geven aan zijn collega’s van de federale en lokale politie, die "dit zinloos geweld telkens opnieuw moeten ondergaan", aldus Asselman.
Even terug naar zondag. Toen kwamen zo'n 50.000 mensen samen in Brussel om te manifesteren. De meerderheid van de aanwezigen waren volgens de organisatie vreedzame betogers die hun ongenoegen wilden uiten over het coronabeleid en maatregelen zoals de coronapas.
Maar op het einde draaide de betoging uit op rellen. En dat is niet de eerste keer. De politie kreeg het hard te verduren. Een groep van zo'n 500 mensen was naar Brussel gekomen om keet te schoppen. Er werd met stenen, dranghekken en zelfs een brandende vuilnisbak naar de politie gegooid. Drie agenten raakten gewond en moesten naar het ziekenhuis.
Er ontstaat een gevaar tot gewenning voor agressieve toon tegenover de politiemensen op het terrein
"De wijze waarop politiemensen hier aangepakt worden, roept bij mij een beeld op van oorlogsvoering, eerder dan het gebruik maken van het recht op vrije meningsuiting en het recht op betoging", gaat de korpschef verder in zijn open brief. "Het is overduidelijk dat het voor een klein deel van de betogers louter om een kwaadwillige samenscholing gaat met als enige intentie een georganiseerde agressie naar de politie en vernielingszucht naar de eigendom van derden."
Vraag is, hoelang wij dit als politieambtenaren nog kunnen tolereren?

Volgens Asselman is er totaal geen respect meer voor elke vorm van gezag en voor de politie. "Er ontstaat een gevaar tot gewenning voor vertoon van agressie tegenover de politiemensen op het terrein. Vraag is, hoelang wij dit als politieambtenaren nog kunnen tolereren?". Hij maakt zich als korpschef dan ook grote zorgen over de politiemensen die ingezet worden voor de handhaving van de openbare orde bij manifestaties als die van afgelopen zondag.
Op het einde van zijn brief richt hij zich nog tot de politiek: "Ik heb er het volste vertrouwen in dat onze beleidsverantwoordelijken er alles aan doen om dit fenomeen effectief en efficiënt aan te pakken. Dit geeft me hoop, in het bijzonder voor de jonge generatie van politiemensen maar tegelijkertijd voor onze democratische samenleving", besluit korpschef Asselman.
Bekijk hier het verslag van de persconferentie over de rellen in "Het Journaal".

5 betogingen, 91 dossiers
Intussen hebben politie en parket in Brussel op een persconferentie meer uitleg gegeven over de rellen van afgelopen zondag. Aan het einde van de betoging werden 228 mensen opgepakt die de openbare orde verstoorden. 11 mensen werden gerechtelijk aangehouden, zij worden ook effectief verdacht van een misdrijf.
Het gaat om acht meerderjarigen en drie minderjarigen. Twee minderjarigen zijn voor de jeugdrechter verschenen en werden in openbare gemeenschapsinstellingen voor jeugdbescherming geplaatst. De derde minderjarige werd vrijgelaten na verhoor door de politiediensten. Van de volwassenen kreeg één persoon een rechtstreekse dagvaarding. Die verschijnt op 17 februari voor de rechtbank in een snelrechtprocedure.
De kans is groot dat het aantal gerechtelijke aanhoudingen nog zal oplopen. Want zowel politie als parket benadrukken dat tientallen relschoppers nog geïdentificeerd moeten worden en dat een team speurders bezig is met de analyse van beelden. "Ook van wie administratief aangehouden is, kan nog verrast worden en gerechtelijk vervolgd worden" vertelt korpschef Michel Goovaerts van de zone Brussel-Elsene op de persconferentie. De politie zal de komende dagen of weken nog beelden verspreiden om nog meer relschoppers te kunnen identificeren.
Bij de vijf betogingen die tussen 21 november en 23 januari plaatsvonden, heeft het parket in totaal 91 onderzoeken geopend. Eén relschopper die met een metalen terrasstoel had gegooid naar een agent, heeft zich intussen voor de rechtbank moeten verantwoorden.
Minister reageert
Minister van Justitie Van Quickenborne pleit in een reactie op Facebook voor een preventieve aanpak, via een zogenoemd plaatsverbod. "Onze veiligheidsdiensten kennen veel van deze relschoppers", schrijft hij. "Via een plaatsverbod kunnen we hen weghouden van betogingen. Zodat ze niet in staat zijn onze winkels te vernielen en onze agenten te verwonden. Dit doorvoeren vergt een samenwerking tussen justitie, politie en de lokale overheden."
Lees hieronder de open brief van korpschef Yves Asselman
Aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie
Aan de bestuurlijke- en gerechtelijke overheden
Aan de commissaris-generaal en de voorzitter van de vaste commissie
Aan de voorzitters van de vier erkende vakorganisaties voor de politiediensten
Aan alle collega’s van de geïntegreerde politie
Aan iedereen die even wil luisteren
Geachte,
Beste allen,
Voor het eerst in mijn loopbaan voel ik de absolute noodzaak om eventjes aan de alarmbel te trekken. Na bijna 43 jaar ervaring bij de politie, zie ik een evolutie die me echt verontrust en zelfs bang maakt. Ik weet dat vele korpschefs en collega’s samen met mij deze bezorgdheid delen.
De meesten onder ons zullen geschokt naar de verslaggeving gekeken hebben van de betoging van voorbije zondag. Een kleine rondgang op sociale media en internet, geven een idee van het chaotisch en anarchistisch einde van deze betoging. De organisatoren van deze betoging zwaaien met onze grondwet en onze democratie, maar beseffen niet dat de rechten van de grondwet ook een recht op plichten inhoudt. Voor de officiële instanties is er absoluut geen respect meer, men laat hen in een debat zelfs niet meer uitspreken. Desondanks zweren dezelfde woordvoerders, bij hoog en laag, bij een dialoog maar dan wel een in de vorm van éénrichtingsverkeer.
De non-verbale expressie van de spreker-organisator spreekt boekdelen en zegt veel meer dan de eigenlijke inhoud van zijn boodschap. Met zijn verbale kwaliteiten geeft hij zijn mening door elk woordje af te stoffen met een fluwelen doek. Dergelijke woordvoerders willen gehoord worden, zonder zelf te willen luisteren. Zelfs voor gerespecteerde journalisten, die over een pak ervaring en kennis beschikken, vertonen ze geen eerbied.
Ik bewonder telkens opnieuw de kalmte en de sereniteit van de andere deelnemers in het debat.
Is er bij de organisatoren van dit soort betogingen wel het besef aanwezig dat de politie het instrument bij uitstek is van onze overheden om voor de hele bevolking de naleving en het respect van onze democratische waarden te garanderen? De wijze waarop politiemensen hier aangepakt worden, roept bij mij een beeld op van oorlogsvoering, eerder dan het gebruik maken van het recht op vrije meningsuiting en het recht op betoging.
Het is overduidelijk dat het voor een klein deel van de betogers louter om een kwaadwillige samenscholing gaat met als enige intentie een georganiseerde agressie naar de politie en vernielingszucht naar de eigendom van derden. Dezelfde minderheid eigent zich het recht toe om alle middelen in te zetten om politiemensen kwaadwillig en opzettelijke te verwonden met zelfs reëel risico voor het leven van de ordehandhavers.
Er is totaal geen respect meer voor elke vorm van gezag en voor de dragers van een uniform. Er ontstaat een gevaar tot gewenning voor agressievertoon tegenover de politiemensen op het terrein. Vraag is, hoelang wij dit als politieambtenaren nog kunnen tolereren?
Gaan wij als leidinggevenden stilzwijgend toezien hoe onze politiemensen telkens meer moeten incasseren, fysiek maar vooral mentaal? Kunnen we dit van onze medewerkers nog verwachten en is dit realistisch?
Ondertussen weet iedereen dat dergelijke betogingen gegarandeerd uitdraaien op geweld en dat bij elke nieuwe betoging dit geweld nog toeneemt. Zelfs de persmedewerkers die werkzaam zijn op het terrein zijn uitgerust alsof zij zich in oorlogsgebied bevinden.
Persoonlijk maar ook als politieambtenaar ben ik er een groot voorstander van dat iedereen ten volle gebruik kan maken van de democratische – en de fundamentele rechten in onze rechtstaat. Onze overheden en alle beleidsverantwoordelijken creëren de ruimte en de mogelijkheid om dit op een wettelijk verantwoorde manier toe te staan.
Als korpschef echter maak ik me grote zorgen voor de politiemensen die ingezet worden voor de handhaving van de openbare orde bij dit soort manifestaties die uitdraaien op zinloos geweld en vernielzucht.
Ik besef dat er bij het grootste gedeelte van de bevolking een afschuw leeft voor dit soort van betogingen. Stilaan groeit de noodzaak om te overwegen een aantal beperkende maatregelen op te leggen om dit in de toekomst te voorkomen, hoe spijtig dit op zich ook is.
Ik hoop dat ik dan minder bevreesd moet zijn voor mijn collega’s en dat ik ze allemaal na de betoging heelhuids mag zien thuiskomen en niet enkelen met verwondingen in een of ander Brussels ziekenhuis moet bezoeken.
Ik hoop ook dat de kleine zelfstandigen van een eethuis of andere onderneming, in of rond de Wetstraat, de dag na de betoging hun zaak kunnen openen zonder eerst puin te moeten ruimen en dat de ambtenaren zich op maandagmorgen geen weg moeten banen tussen stukken glas en allerlei puin afkomstig van de zinloze slopingswerken in de omgeving van hun kantoor.
De rekening is zwaar voor de politie maar finaal ook voor de belastingbetaler en onze samenleving in het algemeen.
Ik heb er het volste vertrouwen in dat onze beleidsverantwoordelijken er alles aan doen om dit fenomeen effectief en efficiënt aan te pakken. Dit geeft me hoop, in het bijzonder voor de jonge generatie van politiemensen maar tegelijkertijd voor onze democratische samenleving.
Met bijzondere hoogachting,
Yves Asselman
1e hoofdcommissaris
Korpschef lokale politie Regio Rhode & Schelde.