Waterbom over Vlaanderen zou tot 8 miljard euro schade kunnen veroorzaken
Als er een waterbom zoals die van afgelopen zomer in Wallonië, in Vlaanderen zou vallen, zou dat tot meer dan 8 miljard euro schade leiden, een stuk meer dan eerst gedacht. Dat blijkt uit een nieuwe studie in opdracht van Vlaams minister van Openbare Werken Lydia Peeters (Open VLD), die de Mediahuis-kranten kon inkijken. Volgens de studie zou vooral Oost-Vlaanderen hard getroffen kunnen worden door overstromingen. De Vlaamse overheid doet nu een beroep op experten om Vlaanderen voor te bereiden op extreme neerslag.
Op vraag van Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken voerde de Vlaamse Waterweg en IMDC voor de tweede keer een simulatie uit die uitzoekt wat er zou gebeuren als er een waterbom op Vlaanderen zou vallen gelijkaardig aan de waterbom die in juli 2021 in Wallonië viel?
“De resultaten mogen, na de waterbom in Wallonië, gerust een tweede wake-up call genoemd worden”, zegt minister Peeters. “Wanneer we kijken naar het neerslagscenario met 230 milliliter neerslag - vergelijkbaar met de neerslag die in juli 2021 viel in de Vesdervallei - zouden ongeveer 86.000 woningen getroffen worden en zou de totale schade oplopen tot 8,1 miljard euro. Een waterbom op Vlaanderen zou dus voor ongeziene materiële en financiële schade en vooral ongelofelijk veel menselijk leed zorgen. Het mag dan ook niet langer een ver-van-mijn-bedshow zijn.”
Bekijk hier het verslag uit "Het journaal":

Twee scenario's
Minister Peeters ging na de watersnood in Wallonië meteen aan de slag en gaf de opdracht aan De Vlaamse Waterweg (DVW) in samenwerking met het Waterbouwkundig Laboratorium om een “wat-als-scenario” uit te werken. De eerste analyse kwam in oktober 2021 en was op zijn minst verontrustend te noemen. “Ik heb daarna de opdracht gegeven aan De Vlaamse Waterweg om het onderzoek verder te verfijnen. Deze simulatie werd uitgevoerd door IMDC, waarbij 2 neerslagscenario’s in beschouwing werden genomen.”
Een eerste scenario in deze simulatie is een kleine waterbom, met een neerslaghoeveelheid van ongeveer 107 millimeter binnen een periode van 48 uur wat overeenkomt met de neerslaghoeveelheid in het Demerbekken op 14 en 15 juli 2021.
Een tweede scenario houdt rekening met een grote waterbom, met een neerslaghoeveelheid van 230 millimeter binnen een periode van 48 uur, wat overeenkomt met de neerslaghoeveelheid in de Vesdervallei op 14 en 15 juli.
Bij het neerslagscenario met 107 millimeter neerslag en zonder zeespiegelstijging zouden ongeveer 4.900 woningen getroffen worden en de totale schade zou oplopen tot 289 miljoen euro. Bij een zeespiegelstijging van 60 centimeter stijgt het aantal getroffen woningen tot 5.300 en loopt de totale schade op tot 300 miljoen euro.
Voor het neerslagscenario met 230 millimeter neerslag en zonder zeespiegelstijging zouden ongeveer 86.000 woningen getroffen worden en de totale schade zou oplopen tot 8,1 miljard euro. Bij een zeespiegelstijging van 60 cm stijgt het aantal getroffen woningen zelfs tot 90.400 en loopt de totale schade op tot 8,6 miljard euro.
Oost-Vlaanderen extra kwetsbaar
Vooral Oost-Vlaanderen blijkt uiterst kwetsbaar. Het water van Leie en Bovenschelde komt samen in de Ringvaart rond Gent. Door de grote omvang van deze rivierbekkens worden zeer hoge afvoeren gegenereerd die grote overstromingen veroorzaken in de regio rondom Gent. De potentiële schade in Gent loopt zo op tot 3 miljard euro in het 230 millimeter neerslag scenario.
Ook in de Dendervallei neemt de schade bij die grote hoeveelheid neerslag extreem toe tot meer dan 1 miljard euro, waarbij in de gemeente Ninove de schade oploopt tot zowat een half miljard euro. In gemeenten als Liedekerke, Geraardsbergen en Denderleeuw zou de schade tot meer dan 100 miljoen euro kunnen oplopen.
"We doen daar al heel wat", zegt Peeters. "Het Sigmaplan is daar heel belangrijk in de regio. Maar we willen ons toch optimaal beveiligen en vandaar dat we denken dat we daar nog bijkomende maatregelen nodig hebben en daarom doen we beroep op experts.
Het is belangrijk om te kijken hoe we Vlaanderen nog beter kunnen voorbereiden op dergelijke weerfenomenen
“Het is belangrijk om te kijken hoe we Vlaanderen nog beter kunnen voorbereiden op dergelijke weerfenomenen", leert de minister uit de resultaten van de studie. "Een multidisciplinair expertenpanel onder leiding van de Nederlandse waterexpert Henk Ovink gaat nu verder aan de slag met deze resultaten zodat we tegen de zomer aan de slag kunnen met de eerste beleidsaanbevelingen”, besluit minister Peeters.
