Vijfde Grote Schelpenteldag legt verschillen bloot tussen Vlaamse en Nederlandse stranden
Uit de resultaten van de vijfde Grote Schelpenteldag afgelopen zaterdag blijkt dat er grote verschillen zijn tussen de gevonden schelpensoorten aan onze Oostkust en in Zuid-Holland in Nederland. Het was de eerste keer dat de Nederlanders mee schelpen telden en met de hulp van wetenschappers de juiste naam gaven. In totaal werden 60.000 schelpen geteld. De top 5 blijft bij ons ongewijzigd.
Op onze Vlaamse stranden hebben 750 deelnemers in totaal 38.000 schelpen geteld. Wetenschappers van het Vlaams Instituut voor de Zee hielpen de burgers om de schelpen nadien ook een juiste naam te geven. In Nederland werden 22.000 schelpen geteld.Â
"Verschillen door rol van de Schelde"
De verschillen met onze Noorderburen zijn vooral te merken als je vergelijkt met onze eigen Oostkust. "Daar hebben wij opvallend meer nonnetjes", zegt Jan Seys van het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ). "Die schelp moet het hebben van wat fijner materiaal en dat vind je vooral in de buurt van de Schelde. Het is wel zo dat de Nederlanders alleen geteld hebben in Zuid-Holland. Mochten ze ook in Zeeland geteld hebben, dan zou er ook bij hen een effect van de Schelde te zien zijn."
Dezelfde top 5 als vorig jaar
Bij ons in Vlaanderen blijft de top 5 hetzelfde als de voorbije jaren (Nonnetje 37%, Halfgeknotte strandschelp 22%, Kokkel 18%, Mossel 9% en Amerikaanse zwaardschede 5%). In Nederland waren vooral de ‘strandschelpen’ (Spisula) dominant, met 49% Halfgeknotte strandschelp, 9% Ovale strandschelp en 6% Stevige strandschelp. Amerikaanse zwaardschede (9%) en de Kokkel (8%) vervolledigen daar de top 5.Â
